Plan: Waterdonken-Waterakkers, herziening Waterdonken
Idn: NL.IMRO.0758.BP2012044004-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Waterdonken-Waterakkers, herziening Waterdonken.

Artikel 5 Wonen

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit.
    met daarbij behorend(e):

  2. tuinen en erven.

 

5.2 Bouwregels

 

5.2.1 Algemeen

  1. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag worden gebouwd;

  2. Alleen aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;

  3. Het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 60%;

  4. Woningvermeerdering is niet toegestaan.

 

5.2.2 Hoofdgebouwen

  1. De bouwhoogte mag maximaal bedragen zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangeduid;

  2. Het hoofdgebouw mag geen grotere bouwdiepte hebben of krijgen dan 12 meter.

 

5.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

  1. Mogen in de zijdelingse bouwperceelgrens worden gebouwd dan wel op een afstand van minimaal 1 meter van deze grens;

  2. De bouwhoogte mag maximaal 3,50 meter bedragen;

  3. Vrijstaande bijgebouwen mogen worden gebouwd tot een gezamenlijk oppervlak van 60 m².

 

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

5.3 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9:

  1. voor het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat:

  1. maximaal 60 m2 van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt;

  2. het gebruik niet tot zodanige verkeersaantrekking mag leiden dat een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse ontstaat;

  3. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;

  4. de activiteit niet-vergunningplichtig is ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mag zijn;

  1. voor het gebruik en/of (ver)bouwen van een bijgebouw bij een bestaande woning als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:

  1. maximaal 60 m2 voor mantelzorg mag worden aangewend;

  2. de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indicatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en beperkt dient te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;

  3. de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;

  4. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd.