Planregels | |
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 Plan het bestemmingsplan 'Waterdonken-Waterakkers, herziening Waterdonken' van de gemeente Breda; 1.2 Bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2012044004-0501 met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 Aan- en uitbouwen een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar daar wel functioneel onderdeel van uitmaakt; 1.4 Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde prostitutie, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet-publieksaantrekkend zijn en die door een bewoner op kleine schaal in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie; 1.5 Aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.6 Aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.7 Aaneengebouwde woning een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan ten minste één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd; 1.8 Afhankelijke woonruimte een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de (bedrijfs)woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is; 1.9 Archeologische waarden waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning of grondgebruik daarin, en die als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen; 1.10 Bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.11 Bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.12 Bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.13 Bijgebouw een al dan niet vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.14 Bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.15 Bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.16 Bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en zolder; 1.17 Bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.18 Bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel; 1.19 Bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.20 Bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.21 Gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.22 Hoekperceel een perceel, gelegen aan twee wegen of aan twee zijden grenst aan het openbaar gebied; 1.23 Hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken; 1.24 Kamerverhuur het verschaffen van woonverblijf aan meer dan één huishouden; 1.25 Nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, openbare sanitaire voorzieningen, telefooncellen, collectieve energievoorzieningen (o.a. warmtepompen) en apparatuur voor telecommunicatie; 1.26 Prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.27 Seksinrichting een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/ pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.28 Smartshop elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van synthetische of organische psychotrope stoffen of planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze stoffen; 1.29 Voorgevel de naar de weg of aan het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt; 1.30 Woning een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden; Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 Afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens van het bouwperceel; 2.2 Bebouwingspercentage het deel van het bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden; 2.3 Bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 Goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.5 Lessenaarsdak in afwijking van het bepaalde in de leden 2.4 en 2.7 bij een woning met een lessenaarsdak wordt het hoogste punt van het dak aangemerkt als bouwhoogte en het laagste punt van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel als goothoogte; 2.6 Ondergeschikte bouwdelen bij de toepassing van de bouw- en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken en dergelijke buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw-, of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt; 2.7 Oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.8 Peil
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Groen 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen Op of in de tot Groen bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van en noodzakelijk voor de genoemde bestemming, waaronder speelvoorziengen en lichtmasten worden gebouwd. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Artikel 4 Verkeer 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
4.2 Bouwregels 4.2.1 Algemeen Op of in de tot Verkeer bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van en noodzakelijk voor de genoemde bestemming, waaronder straatmeubilair en lichtmasten worden gebouwd met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen. 4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling voor het verkeer mag maximaal 3 meter bedragen. Artikel 5 Wonen 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
5.2 Bouwregels 5.2.1 Algemeen
5.2.2 Hoofdgebouwen
5.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen. 5.3 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9:
Artikel 6 Woongebied 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
6.2 Bouwregels 6.2.1 Algemeen
6.2.2 Hoofdgebouwen
6.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen en van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter. . 6.3 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 :
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 8 Algemene bouwregels Indien de bestaande maatvoering afwijkt van hetgeen in deze planregels is bepaald mag deze afwijkende maatvoering te allen tijde worden gehandhaafd. Artikel 9 Algemene gebruiksregels
Artikel 10 Algemene afwijkingsregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:
Artikel 11 Overige regels 11.1 Parkeren
11.2 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht 12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 13 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: “Regels van het bestemmingsplan 'Waterdonken-Waterakkers, herziening Waterdonken".
|