Plan: Stationskwartier, herziening Speelhuisplein
Idn: NL.IMRO.0758.BP2012019006-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Stationskwartier, herziening Speelhuisplein.

Artikel 3 Gemengd

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. kantoren;

  2. detailhandel;

  3. parkeervoorzieningen;

  4. waterberging;

  5. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingen, calamiteitenroutes, geluidswerende voorzieningen, groen, water, tuinen, erven, nutsvoorzieningen, stallingsplaatsen en laad- en losvoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Algemeen

  1. binnen het bestemmingsvlak mogen maximaal 292 parkeerplaatsen aanwezig zijn met dien verstande dat bij realisatie van de voorgenomen oppervlakten aan kantoor en detailhandel hierbinnen ook zijn begrepen:

  1. minimaal 0,7 en maximaal 0,8 parkeerplaats per 100 m2m brutovloeroppervlak kantoor;

  2. minimaal 2,5 en maximaal 4,5 parkeerplaats per 100 m2 brutovloeroppervlak detailhandel;

  1. gebouwde parkeervoorzieningen zijn slechts beneden peil, halfverdiept en op de begane grond toegestaan tot een maximale hoogte van 4,50 meter;

  2. detailhandel is uitsluitend op de begane grond toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 2050 m2 bvo;

  3. het gezamenlijke brutovloeroppervlak aan kantoren maximaal 12.050 m2 bedragen;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' dient vanaf een hoogte van 4,5 meter een ruimte vrij te worden gehouden van bebouwing ter behoud van het doorzicht;

  5. binnen deze bestemming mogen geen erf- of terreinafscheidingen worden opgericht.

 

3.2.2 Gebouwen

  1. toegestaan binnen het bestemmingsvlak met dien verstande dat ter plaatse van de figuur 'gevellijn' in de bouwgrens gebouwd moet worden;

  2. de bouwhoogte van gebouwen binnen het gehele bestemmingsvlak maximaal 4,5 meter mag bedragen en binnen een maatvoeringsvlak niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' als maximum op de verbeelding is aangegeven;

 

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten bedraagt ten hoogste 12 meter;

  2. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 8 meter.

 

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. het bepaalde in 3.2.1 onder f voor het oprichten van erf- of terreinafscheidingen mits deze geen grotere hoogte hebben dan 7,50 meter;

  2. van het bepaalde in 3.2.2. onder a ten aanzien van het bouwen in de bouwgrens ter plaatse van de figuur 'gevellijn' aan de westzijde van het plangebied met dien verstande dat de afstand tot de bouwgrens maximaal 4 meter bedraagt en de afwijking over de hele lengte van het gebouw wordt toegepast.