Plan: Zandberg
Idn: NL.IMRO.0758.BP2012008001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Zandberg.

Artikel 10 Horeca

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2' bestemd voor horeca van categorie 1 en 2;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4' bestemd voor horeca van categorie 1 tot en met 4;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 6' bestemd voor horeca van categorie 6;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is wonen op de verdieping toegestaan, met dien verstande dat kamerverhuur niet is toegestaan;

 

met daarbij behorend(e):

  1. groen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. parkeren;

  4. verkeer.

 

10.2 Bouwregels

 

10.2.1 Algemeen

Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij op de verbeelding de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)' is opgenomen; in dat geval mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan aangegeven.

 

10.2.2 Gebouwen

  1. Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘ bouwvlak’ worden gebouwd.

  2. Het aantal woningen mag niet worden vermeerderd.

  3. De goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 7 en 11 meter bedragen, tenzij op de verbeelding de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' dan wel ‘maximum bouwhoogte (m)' is opgenomen; in dat geval mogen goot- en/of bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven.

 

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel(s) of het verlengde daarvan maximaal 1 meter mag bedragen, met uitzondering van hoekpercelen waar de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen, mits deze erf- en terreinafscheidingen minimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;

  2. De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen.

  3. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.