Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Woongebied Bavel, Gilzeweg 14.
|
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels |
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat kamerverhuur niet is toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding (g) uitsluitend voor groen;
met daarbij behorend(e):
-
groen;
-
nutsvoorzieningen;
-
parkeren en verhardingen;
3.2 Bouwregels
Op of in de tot "Wonen" bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van en noodzakelijk voor de genoemde bestemming worden gebouwd met dien verstande, dat:
3.2.1 Algemeen
-
binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak mogen maximaal 2 vrijstaande of geschakelde woningen worden gebouwd;
-
het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 35%.
-
de bouwhoogte mag maximaal 4 meter bedragen;
-
binnen de aanduiding (g) is geen bebouwing toegestaan.
3.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
-
Aan- en uitbouwen dienen 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd, met uitzondering van:
-
carports en overkappingen, die achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan mogen worden gebouwd;
-
geringe uitbreidingen zoals erkers, entreepartijen en balkons met maximaal 1 meter diep over een breedte van maximaal de breedte van het hoofdgebouw minus 2 meter.
-
de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag maximaal 4 meter bedragen;
-
vrijstaande bijgebouwen mogen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd worden, waarbij de maximale bouwhoogte 3 meter mag bedragen.
-
de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 60 m2 bedraagt;
-
aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen tegen de bouwperceelgrens worden gebouwd dan wel op een afstand van minimaal 1 meter.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak maximaal 1 meter mag bedragen;
-
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6 voor:
-
voor het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat:
-
maximaal 60m2 van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt;
-
het gebruik niet tot zodanige verkeersaantrekking mag leiden dat een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse ontstaat;
-
de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;
-
de activiteit niet-vergunningplichtig ingevolge de Wet milieubeheer mag zijn;
-
voor het gebruik en/of (ver)bouwen van een bijgebouw bij een bestaande woning als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:
-
-
maximaal 60m2 van het bijgebouw voor mantelzorg mag worden aangewend;
-
de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indicatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en beperkt dient te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;
-
de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
-
er geen strijd ontstaat met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en geen belemmering ontstaan in het kader van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende bedrijven;
-
zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd.
|