Plan: Buitengebied Teteringen, Galgestraat 12
Idn: NL.IMRO.0758.BP2010051003-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Buitengebied Teteringen, Galgestraat 12.

Artikel 5 Wonen

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor woondoeleinden met de daarbij behorende tuinen en erven.

 

5.2 Bouwregels

Op of in de tot Wonen bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van en noodzakelijk voor de genoemde bestemming worden gebouwd met dien verstande, dat:

  1. per bestemmingsvlak ten hoogste één woning aanwezig mag zijn c.q. mag worden gebouwd;

  2. een woning binnen het daarvoor aangegeven bouwvlak moet worden gebouwd met dien verstande dat de inhoud van de woning nooit meer zal mogen bedragen dan 1500 m³;

  3. de goothoogte niet meer dan 6 meter en de bouwhoogte niet meer dan 9 meter mag bedragen;

  4. bijgebouwen zowel vrijstaand als aangebouwd, mogen worden opgericht met dien verstande dat het gezamenlijke grondoppervlak van de vrijstaande bijgebouwen gezamenlijk maximaal 75 m² bedraagt en de goothoogte van bijgebouwen maximaal 3 meter en bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen en de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 3 meter moet bedragen;

  5. bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een hoogte van maximaal 3 meter met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.

 

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2:

  1. voor het toestaan en inrichten van een verblijfsrecreatieve voorziening in de woning of een bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast met dien verstande dat:

    1. de woning geschikt blijft voor zelfstandige bewoning;

    2. maximaal 400 m² bebouwing voor deze functie mag worden gebruikt met dien verstande dat de resterende bijgebouwen dienen te worden gesloopt voor zover dit geen cultuurhistorisch waardevolle bebouwing betreft;

    3. de woning of het bijgebouw ten behoeve van deze functie niet mag worden uitgebreid;

    4. voor zover de locatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding ‘functieverruiming’ maximaal 15 slaapplaatsen aanwezig mogen zijn en voor zover deze buiten een van de functieverruimingsgebieden is gelegen maximaal 6 slaapplaatsen;

    5. er geen cumulatie plaatsvindt met overige vormen van recreatie;

    6. de agrarische bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet worden beperkt;

    7. de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat geen aanvullende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn dan wel de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt.

  2. voor het verbouwen van een bijgebouw tot afhankelijke woonruimte in het kader van de mantelzorg met dien verstande dat:

    1. maximaal 75 m2 van de bijgebouwen hiervoor mag worden aangewend;

    2. het te verbouwen bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;

    3. de zorgvraag dient afgeleid te kunnen worden uit een indicatie in het kader van Wet maatschappelijke ondersteuning en dient beperkt te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;

    4. de afhankelijke woonruimte mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;

    5. er mag geen strijd ontstaan met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en mag geen belemmering opleveren in het kader van de bedrijfsvoering voor omliggende bedrijven;

    6. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd.

 

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 voor het gebruik van een bijgebouw voor een aan huis verbonden beroep met dien verstande dat:

    1. voor deze functie te gebruiken oppervlakte niet meer bedraagt dan 75 m2;

    2. de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat geen aanvullende verkeersmaatregelen, zoals de aanleg van extra parkeerruimte, noodzakelijk zijn in de openbare ruimte dan wel de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt.