3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn:
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste tot en met categorie 2', bestemd voor bedrijven in de milieucategorie 1 en 2, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste tot en met categorie 3', bestemd voor bedrijven in de milieucategorie 1 tot en met 3, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
met daarbij behorend(e):
-
groen;
-
parkeren;
-
water.
met uitzondering van:
-
zelfstandige kantoren;
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
-
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen gebouwen worden gebouwd;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste tot en met categorie 2' mag de bouwhoogte maximaal 10 meter bedragen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste tot en met categorie 3' mag de bouwhoogte maximaal 15 meter bedragen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste tot en met categorie 2' mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan 70%;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste tot en met categorie 3' is het bebouwingspercentage 100%;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste tot en met categorie 2' dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 2,5 meter te bedragen;
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
de hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen;
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
-
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
artikel 3.2.1, onder c, ten behoeve van het bouwen op één zijdelingse bouwperceelgrens in verband met het koppelen van twee bedrijfsgebouwen tot een bedrijfspand met dien verstande dat:
-
dit vanuit stedebouwkundig oogpunt aanvaardbaar is of noodzakelijk is in verband met de voorgestane ruimtelijke kwaliteit;
-
dit vanuit een oogpunt van de brandveiligheid aanvaardbaar is;
-
het bedrijf blijft voldoen aan het bepaalde in artikel 18.1, ten aanzien van parkeren;
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor een inrichting, bedrijf of bedrijfsactiviteit die niet vermeld is in bijlage 1 bij deze regels of een activiteit die valt in een hogere milieucategorie dan aangegeven in bijlage 1, maar die naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de in deze planregels direct toegelaten activiteiten, met dien verstande dat dit niet geldt voor de vestiging van:
-
-
detailhandelsbedrijven;
-
zelfstandige kantoren;
-
horecabedrijven;
-
bedrijven welke vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
-
risicovolle bedrijven als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
|