Plan: Uitbreiding woongebied Ruitersbos e.o., sportcomplex Burg. De Manlaan
Idn: NL.IMRO.0758.BP2010031003-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Uitbreiding woongebied Ruitersbos e.o., sportcomplex Burg. De Manlaan.

HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Bedrijf

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening (nv)’ bestemd voor nutsvoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Algemeen

  1. de gronden gelegen binnen de aanduiding ‘nutsvoorziening (nv)’ mogen geheel worden bebouwd;

  2. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

Artikel 4 Groen

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groen, bermen, beplanting en plantsoenen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. verhardingen.

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Algemeen

de gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. de hoogte van lichtmasten mag maximaal 8 meter bedragen;

  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

Artikel 5 Natuur

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van het natuurgebied eigen zijnde natuur- en hydrologische waarden;

  2. waterhuishouding, waterberging, waterlopen;

  3. verhardingen in de vorm van voet- en fietspaden;

  4. extensief recreatief medegebruik.

 

5.2 Bouwregels

 

5.2.1 Voor het bouwen geldt de volgende algemene regel:

de gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hoogte van maximaal 1 meter ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik zoals zitgelegenheden.

 

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

      1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;

      2. het aanplanten of verwijderen van bomen en/of houtgewassen alsmede het aanleggen en/of aanplanten van landschapselementen;

      3. het vellen of rooien van houtgewas als bos, houtsingels, boomgroepen struwelen, alsmede het verwijderen van landschapselementen als poelen, moerasjes en ruigten;

      4. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;

      5. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik;

      6. het aanbrengen van drainage;

      7. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies.

  2. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

    1. het normale onderhoud betreffen;

    2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

  3. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke waarden van de gronden.

 

Artikel 6 Sport

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. sportvelden met daarbij behorende voorzieningen zoals een clubgebouwen, kantines, kleedruimtens, sanitaire voorzieningen, sporttoestellen en ander noodzakkelijke voorzieningen ten behoeve van de sportbeoefening, lichtmasten en tribunes;

  2. ondergeschikte horeca;

  3. ter plaatse van de specifieke functieaanduiding 'sport - kinderdagverblijf (ss-kdv)' is eveneens één kinderdagverblijf toegestaan tot een oppervlak van maximaal 250m²;

met daarbij behorend(e):

  1. parkeren;

  2. verhardingen;

  3. speelvoorzieningen;

  4. groen;

  5. water.

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Gebouwen

  1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag worden gebouwd;

  2. ter bouwvlakken mogen geheel worden bebouwd;

  3. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. bouwwerken geen gebouwen zijnde, behoudens tribunes mogen buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;

  2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;

  3. de hoogte van lichtmasten mag maximaal 18 meter bedragen;

  4. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen;

  5. de hoogte van sporttoestellen en ander noodzakkelijke voorzieningen ten behoeve van de sportbeoefening, mag maximaal 10 meter bedragen.

 

Artikel 7 Verkeer

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen, straten en paden.

 

7.2 Bouwregels

 

7.2.1 Algemeen

de gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. de hoogte van lichtmasten mag maximaal 8 meter bedragen;

  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

 

Artikel 8 Water

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor doeleinden ten dienste van de waterhuishouding in brede zin.

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1 Algemeen

de gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.

 

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

 

Artikel 9 Waarde - archeologie

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.

 

9.2 Bouwregels

in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming ‘Waarde - Archeologie’, met uitzondering van:

  1. gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd en ook de situering gelijk blijft en waarbij bijbehorende grondwerkzaamheden niet dieper gaan dan 0,50 meter ten opzichte van het bestaand maaiveld;

  2. de bouw of uitbreiding van bouwwerken tot een oppervlakte van maximaal 100 m².

 

9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels van het bepaalde in lid 9.2 indien op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarde veilig te stellen, zoals het aanbrengen van een beschermingslaag, het opgraven van de archeologische artefacten, het documenteren van de archeologische waarde of anders met het bevoegd gezag overeengekomen maatregelen.

 

9.4 Aanlegvergunning

  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren mits deze een oppervlakte betreffen van meer dan 100 m²:

    1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;

    2. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;

    3. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen mits dieper dan 0,50 meter wordt ontgraven;

    4. het aanleggen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;

    5. het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse leidingen;

    6. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en
      overige waterpartijen;

    7. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;

    8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein.

  2. Aan een vergunning als onder lid a. bedoeld, kunnen voorwaarden worden verbonden indien uit voorafgaand archeologisch onderzoek de aanwezigheid van archeologische waarden is vastgesteld en het om zwaarwichtige redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel te behouden.

  3. Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is vereist indien uit voorafgaand archeologisch onderzoek is gebleken dat geen archeologische waarden aanwezig zijn en geen archeologische waarden worden aangetast.