Op deze pagina vindt u de toelichting behorende bij het plan Nieuw Wolfslaar, Klein Wolfslaar 20.
|
Artikel 3 Wonen
|
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
-
groen;
-
water;
-
parkeren;
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
-
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ mogen gebouwen worden gebouwd c.q. aanwezig zijn;
-
per bouwvlak is één vrijstaande woning toegestaan;
-
de woningen dienen in de naar de straat gekeerde bouwvlakgrens te worden gebouwd;
-
de aangegeven bouwgrenzen mogen slechts worden overschreden voor geringe uitbreidingen zoals erkers, entreepartijen en balkons met maximaal 1 meter diep over een breedte van maximaal de breedte van het hoofdgebouw minus 2 meter;
-
het bebouwingspercentage per perceel voor de vrijstaande woningen mag niet meer bedragen dan 40%, met een maximum van 400 m2.
3.2.2 Hoofdgebouwen
-
de diepte van het hoofdgebouw mag maximaal 15 meter bedragen;
-
de goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 7 en 12 meter bedragen;
3.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
-
dienen op minimaal 3 meter achter de voorgevel of het verlengde daarvan te worden gebouwd en mogen zowel tegen de zijgevel als de achtergevel worden gebouwd;
-
aan- en uitbouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak';
-
bijgebouwen zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan;
-
de goot- en bouwhoogte mag respectievelijk maximaal 3 en 5 meter bedragen;
-
de bijgebouwen mogen zowel aangebouwd als vrijstaand worden gebouwd met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 50 m2 bedraagt;
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak maximaal 1 meter mag bedragen;
-
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
artikel 6 voor het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat:
-
het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt;
-
het gebruik niet tot zodanige verkeersaantrekking mag leiden dat een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse ontstaat;
-
de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;
-
de activiteit niet-vergunningplichtig ingevolge de Wet milieubeheer mag zijn;
-
artikel 3, lid 3 voor het gebruik en/of (ver)bouwen van een bijgebouw bij een bestaande woning als:
-
maximaal 50m2 van het bijgebouw voor mantelzorg wordt aangewend;
-
de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indictie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en beperkt dient te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;
-
de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
-
er geen strijd ontstaat met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en geen belemmering ontstaan in het kader van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende bedrijven;
-
zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd.
|