Plan: Ginneken
Idn: NL.IMRO.0758.BP2009029001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Ginneken.

Artikel 6 Detailhandel

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. detailhandel al dan niet met ondergeschikte horeca op de begane grond;

  2. wonen;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is tevens op de verdieping detailhandel al dan niet met ondergeschikte horeca toegestaan;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn tevens op de verdieping kantoren toegestaan;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is wonen niet toegestaan;

 

met daarbij behorend:

  1. groen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. parkeren.

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Gebouwen

  1. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ worden gebouwd;

  2. het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;

  3. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 60%, tenzij op de verbeelding ter
    plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' anders is aangegeven;

  4. voor winkels tot 1.000 m² bedrijfsvloeroppervlak (bvo) mag maximaal 25% van het bvo worden benut voor ondersteunende horeca; voor winkels groter dan 1.000 m² bvo mag dit 20% van het bvo bedragen.

  5. de goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 6 en 10 meter bedragen, tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’, ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)' en/of 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage %' anders is aangegeven;

  6. de bouwdiepte van de verdiepingen, gerekend vanaf de voorgevelrooilijn mag maximaal 15 meter bedragen;

  7. indien de bestaande maatvoering van het pand afwijkt van hetgeen is bepaald onder c en d, mag deze afwijkende maatvoering worden gehandhaafd.

 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel(s) of het verlengde daarvan maximaal 1 meter mag bedragen, met uitzondering van hoekpercelen waar de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen, mits deze erf- en terreinafscheidingen minimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;

  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.