12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Wonen'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
-
ter plaatse van de aanduiding ''bedrijf aan huis'' voor inrichtingen, bedrijven of bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in de als bijlage 1 bij deze voorschriften opgenomen Staat van inrichtingen en bedrijven onder de milieucategorieþbn 1 en 2 met een maximale totale vloeroppervlakte van 400 mû2;
-
ter plaatse van de aanduiding ''opslag'' voor bedrijfsactiviteiten op het gebied van caravanstalling;
-
verspreid liggende legale bebouwing zoals die aanwezig is ten tijde van het als ontwerp ter inzage leggen van dit plan;
-
behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn aangewezen als rijksmonument of gemeentelijk monument als is opgenomen in de bij deze regels als bijlage 2 gevoegde lijst.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen
-
de ten tijde van het van kracht worden van het plan bestaande bebouwing mag, met inachtneming van hetgeen in de volgende leden is gesteld, worden gehandhaafd, hersteld, veranderd, uitgebreid en vervangen;
-
als de maatvoering van bebouwing ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan afwijkt van hetgeen in de volgende leden is aangegeven, mag deze afwijkende maatvoering, ook bij gehele vervanging, worden gehandhaafd;
-
het aantal woningen mag niet worden vermeerderd, tenzij in deze regels anders is bepaald;
-
de woning Seminarieweg 27 mag worden gesplitst in 2 woningen;
-
gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
de aangegeven bouwgrenzen mogen niet door bebouwing worden overschreden tenzij deze regels het uitdrukkelijk toestaan en ten behoeve van uitbreidingen zoals erkers en balkons met ten hoogste 1 meter over een breedte van maximaal de breedte van het hoofdgebouw minus 2 meter.
12.2.2 Hoofdgebouwen
-
de goothoogte en de bouwhoogte mogen maximaal respectievelijk 4,5 meter en 9 meter bedragen, tenzij anders is aangeduid;
-
de inhoud van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 750 m3.
12.2.3 Aan- en uitbouwen
-
de goothoogte mag maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning bedragen;
-
de bouwhoogte mag maximaal 5,5 meter bedragen.
12.2.4 Bijgebouwen
-
bijgebouwen mogen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 75 mû2 en bij percelen die groter zijn dan 1000 mû2 tot een gezamenlijke oppervlakte van 100 mû2;
-
de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal respectievelijk 3 en 5,5 meter bedragen;
-
de goothoogte van aangebouwde bijgebouwen mag maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning bedragen;
-
de bouwhoogte van aangebouwde bijgebouwen mag maximaal 5,5 meter bedragen.
12.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
carports en overkappingen dienen achter de voorgevel of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vÿ3ÿ3r de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
-
de goot- en bouwhoogte van carports en overkappingen mag maximaal respectievelijk 3 en 5,5 meter bedragen;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
12.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de bouwregels:
-
het bepaalde in lid 12.2.2 onder a voor het ophogen van de goot- en bouwhoogte met maximaal 1 meter ter verbetering van de bruikbaarheid van de ruimte onder de kap;
-
voor de splitsing van het hoofdgebouw in maximaal 2 woningen met dien verstande dat:
-
het slechts mogelijk is voor bebouwing die is aangewezen als rijksmonument of gemeentelijke monument en is opgenomen in de bij deze regels als bijlage 2 gevoegde lijst;
-
de splitsing niet mag leiden tot vergroting van de bestaande inhoud van de bebouwing;
-
het cultuurhistorische karakter van de bebouwing behouden moet blijven.
-
voor het verbouwen van een bijgebouw tot afhankelijke woonruimte in het kader van de mantelzorg met dien verstande dat:
-
maximaal 75 m2 van het bijgebouw hiervoor mag worden aangewend;
-
het te verbouwen bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
-
de zorgvraag dient afgeleid te kunnen worden uit een indicatie in het kader van Wet maatschappelijke ondersteuning en dient beperkt te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;
-
de afhankelijke woonruimte mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
-
er mag geen strijd ontstaan met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en mag geen belemmering opleveren in het kader van de bedrijfsvoering voor omliggende bedrijven;
-
zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beþbindigd.
-
van het bepaalde in 12.2.1 onder d. voor de herbouw van een woning buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
-
er aantoonbaar sprake is van een noodzaak daartoe, dan wel er sprake is van een aanmerkelijke kwaliteitsverbetering vanuit een oogpunt van landschappelijke, stedenbouwkundige, verkeerskundige, bedrijfsmatige en/of milieuhygiþbnische inpassing.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Onder een gebruik van de gronden strijdig met de bestemmingsomschrijving als bedoeld in artikel 16
juncto artikel 12.1 wordt in ieder geval verstaan:
-
het gebruik van bijgebouwen bij woningen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte, tenzij in deze regels anders is bepaald;
-
het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit, tenzij in deze regels anders is bepaald.
12.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 12.4
-
voor het gebruik van een bijgebouw voor een aan huis verbonden beroep met dien verstande dat:
-
degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning dient te zijn;
-
geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de omgeving;
-
gelet op de ligging, omvang en uitoefening geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan het woonmilieu;
-
het gebruik niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse, zoals de noodzaak tot aanleg van extra parkeervoorzieningen in de openbare ruimte.
-
voor het gebruik van een bijgebouw voor afhankelijke woonruimte in het kader van de mantelzorg met dien verstande dat:
-
maximaal 75 m2 van het bijgebouw hiervoor mag worden aangewend;
-
het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
-
de zorgvraag dient afgeleid te kunnen worden uit een indicatie in het kader van Wet maatschappelijke ondersteuning en dient beperkt te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;
-
de afhankelijke woonruimte mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
-
er mag geen strijd ontstaan met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en mag geen belemmering opleveren in het kader van de bedrijfsvoering voor omliggende bedrijven;
-
zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beþbindigd.
|