Regels
Bestemmingsplan
Het Fort-Zeekant 2012


Artikel 4 Bos

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. behoud van het aanwezige bos;

  2. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke -, cultuurhistorische - en natuurwaarden;

  3. extensief recreatief medegebruik;

  4. waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de in dat lid bedoelde bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de hoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m.

 

4.3 Omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

 

4.3.1 Verbod

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden) op de in lid 4.1 genoemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;

  2. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;

  3. het vellen of rooien van houtopstanden of het verrichten van werkzaamheden, die de dood of ernstige beschadiging van de houtopstanden ten gevolge kunnen hebben.

  4. het graven, ophogen en egaliseren van de bodem.

 

4.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  1. die uit een oogpunt van het te beschermen belang van ondergeschikte betekenis zijn, zoals het periodiek afzetten van de bomen en normaal spitwerk;

  2. waarvoor op het tijdstip van het inwerking treden van het bestemmingsplan een vergunning geldt;

  3. die ten tijde van het inwerking treden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;

  4. die het normale onderhoud betreffen.

 

4.3.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

 

4.3.4 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de groenbeheerder.