Regels
Bestemmingsplan
Langeweg 2012


Artikel 19 Algemene aanduidingsregels

 

19.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

De voor 'Milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende onderliggende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkvoorziening.

 

Voor de grondwaterbescherming is de Provinciale Milieuverordening van toepassing. De verordening bevat regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden.

 

19.2 Overig - IHCS

Ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS' (met nummer) geldt ten behoeve van het obstakelvrije start- en landingsvlak met zijkanten een bouwverbod voor bouwwerken met een hogere bouwhoogte dan:

  1. 56 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 1';

  2. 60 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 2';

  3. 65 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 3';

  4. 70 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 4';

  5. 75 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 5';

  6. 80 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 6';

  7. 85 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 7';

  8. 90 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 8';

  9. 95 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 9';

  10. 100 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'Overig - IHCS - 10';

 

in verband met het beschermingsgebied van de in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen van en naar de vliegbasis Woensdrecht.

 

19.3 Vrijwaringszone - radar

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - radar 5' geldt ten einde verstoring van het radarbeeld te voorkomen een bouwverbod voor bouwwerken met hogere bouwhoogte dan 65 meter boven NAP.

 

Het bevoegd gezag kan onder de volgende voorwaarden bij omgevingsvergunning afwijken van het hierboven genoemde verbod:

  1. de grotere hoogte is in overeenstemming met de overige bouwregels die gelden voor de betreffende bestemming(en);

  2. de werking van de radar wordt niet in onaanvaardbare mate negatief beinvloed;

  3. voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning is schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van het radarverstoringsgebied.