Regels
Bestemmingsplan
Wouwseweg e.o.


Deel

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

 

plan: het bestemmingsplan "Wouwseweg e.o." van de gemeente Bergen op Zoom, bestaande uit deze regels en het hieronder bedoelde kaartblad;

 

bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0748.BP0089 met de bijbehorende regels.

 

Overige begrippen in alfabetische volgorde:

A.

  1. aanbouw: een aan een hoofdgebouw, een afzonderlijke ruimte zijnde, dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;

  2. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

  3. aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

  4. afvalinzamelsysteem: geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken/ voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke;

  5. ambachtelijk/verzorgend bedrijf:

                1. een bedrijf voor de uitoefening van producerende en/ of verzorgende ambachten, met uitzondering van detailhandelsambachten, garagebedrijven en andere autoverzorgende bedrijven, waar – voor een belangrijk deel in handwerk– goederen worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt, geïnstalleerd of hersteld, voornamelijk direct ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker en/ of verbruiker en welke wordt gekenmerkt door hetgeen is vermeld onder 2;

                2. een bedrijf waarvan de uitoefening plaats heeft onder (één van) de volgende omstandigheden:

  • het productieproces, wordt grotendeels "met de hand" of althans niet in hoofdzaak gemechaniseerd of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven, uitgevoerd; voorzover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid;

  • bedrijven welke zich richten op persoonlijke of zakelijke dienstverlening;

  1. ambachtelijke bedrijvigheid: het bedrijfsmatig vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen geheel of overwegend door middel van handwerk, alsook – in verband hiermee en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang – het verkopen van en/ of leveren van goederen;

  2. ander bouwwerk: een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

  3. ander werk: een werk, geen bouwwerk zijnde;

  4. archeologische waarde: de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

 
B.

b1. bebouwing: één of meer gebouwen en / of andere bouwwerken;

b2. bebouwingspercentage: een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald;

b3. bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning: het bedrijfsmatig verlenen van diensten – geen

dienstverlenend bedrijf zijnde – en ambachtelijke bedrijvigheid in tegenstelling tot beroepsmatige activiteiten als bedoeld onder het begrip “beroepsmatige activiteiten in of bij de woning”, geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang in de activiteiten in een woning en / of de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend:

b4. bedrijfs- of dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor een huishouden waarvan is aangetoond dat huisvesting daar, gelet op de bedrijfsvoering, in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is;

b5. bedrijfsvloeroppervlakte: de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;

b6. beeldbepalend pand: pand en/of object dat niet onder monumentenwet c.q. verordening valt, maar gekoppeld is aan de Nota Welstand en aan het bestemmingsplan;

b7. belwinkel: een ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken al dan niet geplaatst in belcabines, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan een belwinkel, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip “belwinkel”;

b8. beroepsmatige activiteiten in of bij een woning: een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en / of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;

b9. beroepsmatige of bedrijfsmatige werkruimten: werkruimten waarbinnen beroeps- of bedrijfsmatig diensten worden verricht op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee naar aard gelijk te stellen gebied, dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;

  1. bestaande bebouwing: bebouwing aanwezig op de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening;

  2. Besluit externe veiligheid inrichtingen: besluit van 27 mei 2004 (Stb. 250), houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer, zoals dit luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan;

  3. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;

  4. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

  5. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

  6. bouwgrens: de grens van een bouwvlak;

  7. bouwlaag: een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw, zolder of vliering;

  8. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

  9. bouwperceelsgrens: een grens van een bouwperceel;

  10. bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken zijn toegelaten;

  11. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  12. brutovloeroppervlakte (b.v.o.): de totale horizontale vloeroppervlakte van bedrijfsruimten, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;

  13. bijgebouw: een vrijstaand gebouw dat een functionele eenheid vormt met en dienstbaar is aan een woning of een ander hoofdgebouw, en dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw, waaronder in ieder geval begrepen een huishoudelijke bergruimte, garage of hobbyruimte;

  14. bijzondere woonvormen: met het wonen enigszins vergelijkbare huisvesting, zoals al dan niet zelfstandige woonruimten voor andere groepen dan een gezin of daarmee vergelijkbare vorm van een vast samenlevingsverband, zoals gezinsvervangende woningen, aanleunwoningen en woonverblijven die mede afhankelijk zijn van binnen het complex aangeboden voorzieningen, waaronder in ieder geval een hospice wordt verstaan, alsmede bejaardentehuizen en verzorgingstehuizen.

C.

    1. consumentenvuurwerk: vuurwerk voor particulier gebruik

    2. cultuurhistorische waarde:

  1. het cultuurpatroon van een gebied, dat kenmerkend is voor het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van de gronden gemaakt heeft, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de kavelindeling, de waterhuishouding, het bodemreliëf, de beplanting en de bebouwing;

  2. de aan een bouwwerk eigen zijnde waarde in verband met de herkenbaarheid van de in het verleden ontstane elementen van het bouwwerk in relatie tot de geschiedkundige ontwikkeling van het gebied; architectonische waarden worden hieronder mede begrepen;

  3. D.

    d1. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/ of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde een horecabedrijf. Afhaalzaken en broodjeszaken worden niet hieronder begrepen;

    d2. detailhandel in dagelijkse goederen: detailhandel in voedings- en genotmiddelen (foodsector) en ondergeschikt detailhandel in dagelijkse (huishoudelijke) gebruiksartikelen;

      1. detailhandel in niet-dagelijkse goederen (non-food sector): detailhandel in duurzame en / of gebruiksgoederen, zoals kleding en schoeisel, elektrische artikelen, huishoudelijke artikelen en overige goederen, voorover geen detailhandel in dagelijkse goederen;

      2. detailhandel in volumineuze goederen: een detailhandelsbedrijf in goederen die vanwege de omvang van die goederen dan wel de aard van die goederen een grotere bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging rechtvaardigen, zoals een detailhandelsbedrijf in meubelen, badkamers en keukens, auto's caravans en aanverwante artikelen; detailhandelsbedrijven als bedoeld onder detailhandel en detailhandel in dagelijkse goederen worden hier niet onder begrepen;

      3. dienstruimtes: niet voor publiek toegankelijke ruimtes, zoals kantine, opslagruimte bij een bedrijf of ondergeschikt kantoor;

      4. dienstverlening: met detailhandelsvestigingen vergelijkbare vestigingen voor de verrichting van diensten aan het publiek, zoals een apotheek, atelier, bank (met baliefunctie), kapsalon, makelaarskantoor, postkantoor, reisbureau, schoenmakers, schoonheidssalon, sleutelspecialisten, uitzendbureau en verzorgende beroepen;

      5. dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein, bestemd voor het huishouden waarvan is aangetoond dat de huisvesting daar, gelet op de bedrijfsvoering in overeenstemming met de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

    E.

    e1. erf: een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, waarop ingevolge de regels van het plan geen hoofdbebouwing is toegestaan en wat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst;

    G.

    g1. gebouw: een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

    g2. geluidsgevoelige gebouwen: gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;

    g3. geluidzoneringsplichtige inrichting: een inrichting, als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder, artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

    g4. gestapelde woning: een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven en/of naast elkaar gelegen woningen bevat;

    g5. gevoelige objecten: woningen van derden, bedrijven uit de voedings- en genotmiddelenindustrie, detailhandel in voedings- en genotmiddelen en hotels, restaurants en kantoorgebouwen met meer dan 50 werknemers;

    g6. groothandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en / of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan personen of instellingen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

    g7. grootschalige detailhandel: een vestiging van detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen, of vanwege de gevoerde formule, een groot oppervlak nodig heeft, met een minimum- verkoopvloeroppervlakte van 1500m2, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en detailhandel in volumineuze goederen.

    H.

    h1. handel:

    - detailhandel zie begrip detailhandel;

    - groothandel zie begrip groothandel;

    h2. hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

    h3. horeca: een bedrijf dat in zijn algemeenheid gericht is op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en / of ter plaatse nuttigen van voedsel en / of dranken en / of het exploiteren van zaalaccommodatie, broodjeszaak, afhaalzaak. Een en ander met inachtneming van de bij deze regels behorende Staat van Horeca-activiteiten.

    h4. hospice: verblijfhuis voor terminale patiënten;

    h5. hoveniersbedrijf: een bedrijf gericht op de aanleg, inrichting, verfraaiing en het onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen, met de daarbij noodzakelijke hulpmaterialen met uitzondering van detailhandel;

    h6. huishouden: de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur of een bijzondere woonvorm, van een woning.

    K.

    k1. kamerverhuur: bedrijfsmatig (nacht) verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurders ter plaatse het hoofdverblijf hebben;

    k2. kantoor: een ruimte welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve, juridische, medische, therapeutische, ontwerptechnische en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, of hiermee gelijk te stellen gebieden;

    k3. kap: een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie, ten minste 30% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken; hieronder wordt ook begrepen een kap waarvan de kap/nokrichting evenwijdig loopt met de voorgevel van het gebouw en de kap een hellend voordakvlak en achterdakvlak heeft; een hellend achterdakvlak van de kap mag ook worden uitgevoerd met een achterdakgevel mits deze minimaal 1,5 m is teruggeplaatst ten opzichte van het daaronder gelegen buitenwerkse achtergevelvlak;

    M.

    m1. maatschappelijke voorzieningen: bibliotheken, cultuur, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening, openbare orde en veiligheid, religie, verenigingsleven, volksgezondheid, zorg en welzijn en daarmee gelijk te stellen sectoren;

    N.

    n1. natuurlijke waarde: de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;

    O.

    o1. onderbouw: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.50 m boven peil is gelegen;

    o2. ondersteunende horeca: gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair gericht is op horeca-activiteiten, maar ter ondersteuning en ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit;

    o3. ontheffing: een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

    o4. opslag: het opslaan van goederen als dan niet in een gebouw met daarbij behorende kantoorruimte van ondergeschikte afmeting;

    P.

    p1. peil:

    a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

    S.

    s1. speelvoorzieningen: al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van het spelen door kinderen, zoals: huisjes, klimrekken, schommels, speelhutten, ballenvangers;

    s2. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

    s3. straatmeubilair: al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals:

    - verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, alsmede

    - telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede

    - kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een hoogte van ten hoogste 2.7 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen alsmede

    - afvalinzamelsystemen.

    U.

    u1. uitbouw: een uitbreiding van het hoofdgebouw, waarvan de bestemming overeenkomt met de bestemming van het hoofdgebouw, dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;

     

    V.

    v1. vuurwerkbesluit: Vuurwerkbesluit zoals gepubliceerd in Stb. 2002, 33

    W.

    w1. welstands- en monumentencommissie: de door de gemeenteraad ingestelde commissie voor advies (ex artikel 92, lid 1, Gemeentewet), met als taak de werkzaamheden die beschreven zijn in de gelijknamige verordening regelende de taak, samenstelling en werkwijze van bedoelde commissie;

    w2. wijziging: een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

    w3. woning: een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van een zelfstandig persoon of een samenwonende groep, niet zijnde kamerverhuur of een bijzondere woonvorm;

    w4. woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

    Z.

    z1. zendmast: ander bouwwerk, waarop antenne-installaties worden geplaatst.

     

    Artikel 2 Wijze van meten

     

    2.1 Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

                1. lengte, breedte en diepte van een gebouw:
                  tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren);

                2. oppervlakte van een gebouw:
                  tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren;

                3. bouwhoogte van een bouwwerk:

    vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een ander bouwwerk; met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

                1. goothoogte van een bouwwerk:
                  vanaf het peil tot de bovenkant van de goot- c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

                2. inhoud van een bouwwerk:
                  tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

                3. afstand tot zijdelingse perceelsgrens:
                  tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is;

                4. oppervlakte van een bouwwerk:
                  tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

                5. bedrijfsvloeroppervlakte:
                  binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

                6. afstand tussen hoofdgebouwen:
                  tussen de hoofdgebouwen, waar die afstand het kortst is.

                7. de dakhelling:
                  langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

                8. de hoogte van een windturbine:

    vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

     

    2.2 Specifieke regels

    De regels als bedoeld in artikel 2.1 worden als volgt toegepast:

                1. bij toepassing van een dakkapel of dakopbouw met een (al dan niet gezamenlijke) breedte van meer dan 70% van de breedte van het dakvlak waarin de dakkapel of dakopbouw is gelegen, dan wordt de snijlijn van het dakvlak van de dakkapel of dakopbouw met het gevelvlak van de betreffende dakkapel of dakopbouw als goothoogte aangemerkt;

                2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag worden overschreden door antennes, schoorstenen, hekwerken, zonnecollectoren, schotelantennes en daarmee gelijk te stellen constructies en ondergeschikte dakopbouwen zoals ruimten ten behoeve van centrale verwarmings-, luchtbehandelings- en liftinstallaties, tot een oppervlakte van ten hoogste 25% van het grondoppervlak van de bouwlaag, waarop de dakopbouwen zich bevinden, niet meegerekend.

    Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

     

    Artikel 3 Bedrijf (B)

     

    3.1 Bestemmingsomschrijving

     

    3.1.1 De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

                1. bedrijven behorende tot categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten of bedrijfsactiviteiten behorende tot categorie 1 en 2, met dien verstande dat niet zijn toegestaan:

    1. detailhandel;

    2. zelfstandige kantoren;

    3. geluidszoneringsplichtige inrichtingen

    4. risicovolle inrichtingen, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

                1. ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 1”: uitsluitend bedrijven behorende tot categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten I;

                2. ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 2”: bedrijven behorende tot categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten I;

                3. ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 3”: bedrijven behorende tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

                4. ter plaatse van de aanduiding “nutsvoorziening”: uitsluitend voor nutsvoorzieningen;”

                5. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”: een bedrijfswoning;

                6. ter plaatse van de aanduiding “geluidsscherm”: tevens een geluidsscherm;

                7. bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, boven- en ondergrondse parkeervoorzieningen, groen en water.

     

    3.2 Bouwregels

     

    3.2.1 Op de in artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat artikel bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:

                1. hoofdgebouwen en bedrijfswoningen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het bouwvlak;

                2. gebouwen worden gebouwd op een afstand van ten minste 3 m uit de perceelsgrens;

                3. de afstand tussen bedrijfsgebouwen niet minder mag bedragen dan 5 m;

                4. het bebouwingspercentage per bouwvlak niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingspercentage’ aangegeven; indien geen bebouwingspercentage is opgenomen mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;

                5. het bebouwingspercentage per perceel niet meer mag bedragen dan 80%.

                6. de goothoogte en / of bouwhoogte van de hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" respectievelijk "maximale bouwhoogte" aangegeven;

                7. ter plaatse van de functie aanduiding “geluidsscherm” is met betrekking tot het bouwen toegestaan: een geluidsscherm met een hoogte van minimaal 2,25 meter en maximaal 4 meter;

                8. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3m;

                9. ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”: de op de verbeelding maximaal aantal bedrijfswoningen per bouwvlak;

                10. in de eigen parkeerbehoefte op het perceel dient te worden voorzien;

                11. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” een bedrijfswoning mag worden opgericht met een inhoud van ten hoogste 600 m3; de goothoogte en / of bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" respectievelijk "maximale bouwhoogte" is aangegeven, de afstand van de bedrijfswoning tot de bestemming Verkeer mag niet meer bedragen dan 10 m.

    3.2.2 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

                1. Ter plaatse van de aanduiding “erf" mogen bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en overkappingen worden opgericht, tevens ten behoeve van de in het bouwvlak al dan niet specifiek aangeduide functies waarbij:

                  1. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen, en overkappingen niet meer dan 50% van de als “erf” aangeduide gronden mag bedragen, de gronden met de aanduiding “specifieke vorm van wonen - garageboxen” hiertoe niet meegerekend, tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50 m²;

                  2. de goothoogte van een aan- of uitbouw of aangebouwde overkapping mag ten hoogste 0, 25 m hoger zijn dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 4 m;

                  3. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw, of overkapping mag niet meer bedragen dan 5 m;

                  4. de goothoogte van een bijgebouw of vrijstaande overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m.;

                  5. voor zover de gebouwen worden afgedekt met een kap, de dakhelling ten hoogste 45° mag bedragen;

                2. ter plaatse van de gronden met de aanduiding “vrijstaand”:

                  1. de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder mag bedragen dan 3 m.;

     

    3.3 Ontheffing van de bouwregels

     

    3.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.1fh voor de bouw van andere bouwwerken tot een bouwhoogte van maximaal m, zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is;

     

    3.3.2 Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan artikel dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 16.1 (Algemene procedureregels).

     

    3.4 Ontheffing van de gebruiksregels

     

    3.4.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:

                1. artikel 3.1.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd in artikel 3.1.1 onder a t/m d, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

                2. artikel 3.1.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten I zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten I;

                3. artikel 3.1.1 voor de uitoefening van detailhandel indien het detailhandel als een ondergeschikt en niet zelfstandig deel van de bedrijfsvoering betreft, waarbij per bedrijfsperceel het aantal m² bedrijfsvloeroppervlakte voor detailhandel niet meer dan 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen;

    met dien verstande dat:

    • geluidszoneringsplichtige en Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;

    • benzineservicestations met LPG-verkoop voor zover voorkomend in categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten niet zijn toegestaan;

    3.4.2 Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan artikel dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 16.1 (Algemene procedureregels).

     

    3.5 Wijzigingsbevoegdheid

     

    3.5.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf te wijzigen in de bestemming Verkeer, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

                1. aangetoond dient te zijn dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake verkeersstructuur, groenstructuur en / of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte;

                2. planwijziging wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming “Bedrijf” gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

                3. een besluit tot wijziging mag niet eerder worden genomen dan nadat is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie;

                4. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan artikel 3.4.12 dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 16.2 (Algemene procedureregels).

     

    Artikel 4 Gemengd (GD)

     

    4.1 Bestemmingsomschrijving

     

    4.1.1 De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

                1. bedrijven behorende tot categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten of bedrijfsactiviteiten behorende tot categorie 1 en 2, met dien verstande dat niet zijn toegestaan:

    1. detailhandel;

    2. geluidszoneringsplichtige inrichtingen

    3. risicovolle inrichtingen, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

                1. dienstverlening;

                2. kantoren;

                3. maatschappelijke voorzieningen;

                4. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”: een bedrijfswoning;

                5. ter plaatse van de aanduiding “verkeer”: tevens verkeer;

                6. ter plaatse van ‘supermarkt’ is uitsluitend detailhandel in dagelijkse goederen toegestaan met een maximum brutovloeroppervlakte van 1.500 m2;

                7. ter plaatse van ‘detailhandel grootschalig (dhg)’ is uitsluitend grootschalige detailhandel toegestaan met een maximum brutovloeroppervlakte van 2.000 m2;

                8. bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, boven- en ondergrondse parkeervoorzieningen, groen en water.

     

    4.2 Bouwregels

     

    4.2.1 Op de in artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat artikel bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

                1. de gebouwen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het bouwvlak;

                2. gebouwen waar bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden dienen in verband met milieuaspecten op voldoende afstand van gevoelige gebouwen (woningen) worden opgericht;

                3. de oppervlakte van kantoren en dienstverlenende bedrijven niet meer mag bedragen dan 1.000 m2;

                4. de goothoogte en / of bouwhoogte van de hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" respectievelijk "maximale bouwhoogte" aangegeven;

                5. het bebouwingspercentage per bouwvlak niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingspercentage’ is aangegeven; indien geen bebouwingspercentage is opgenomen mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;

                6. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” een bedrijfswoning mag worden opgericht met een inhoud van ten hoogste 600 m3; de goothoogte en / of bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" respectievelijk "maximale bouwhoogte" is aangegeven, de afstand van de bedrijfswoning tot de bestemming Verkeer mag niet meer bedragen dan 10 m;

                7. ter plaatse van de functie aanduiding “geluidsscherm” is met betrekking tot het bouwen toegestaan: een geluidsscherm met een minimum hoogte van 1,80 meter en maximum van 4 meter;

                8. de hoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

                9. gebouwen worden gebouwd op een afstand van ten minste 3 m uit de perceelsgrens;

                10. het oprichten van nieuwe dienst- c.q. bedrijfswoningen niet is toegestaan;

                11. ter plaatse van de gebiedsaanduiding “milieuzone-geurzone” is met betrekking tot het bouwen uitsluitend toegestaan: in een zone van 25 meter vanaf de perceelsgrens van Industrieweg 1 kunnen uitsluitend gebouwen met een dove gevel worden gebouwd;

                12. in de eigen parkeerbehoefte op het perceel dient te worden voorzien.

     

    4.3 Ontheffing van de bouwregels

     

    4.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:

                1. artikel 4.2.1.c voor het bebouwen van het bouwperceel tot een maximum oppervlakte van 2.000 m2, uitsluitend op percelen met een oppervlakte van meer dan 3.000 m2;

    4.3.2 Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan artikel dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 16.1 (Algemene procedureregels).

     

    4.4 Wijzigingsbevoegdheid

     

    4.4.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Gemengd te wijzigen in de bestemming Verkeer, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

                1. aangetoond dient te zijn dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake verkeersstructuur, groenstructuur en / of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte;

                2. planwijziging wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming “Gemengd” gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

                3. een besluit tot wijziging mag niet eerder worden genomen dan nadat is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie;

                4. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan artikel 3.4.1 dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 16.2 (Algemene procedureregels).

     

    Artikel 5 Groen (G)

     

    5.1 Bestemmingsomschrijving

     

    5.1.1 De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

                1. (openbaar) groen, plantsoen en andere groenvoorzieningen;

                2. speelvoorzieningen;

                3. waterpartijen;

                4. kunstobjecten;

                5. voet- en fietspaden;

                6. ontsluitingspaden ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen met de daarbij behorende andere bouwwerken.

     

    5.2 Bouwregels

     

    5.2.1 Op de in artikel 5.1.1.bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen staatmeubilair, met dien verstande dat:

                1. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag ten hoogste 6 m bedragen;

                2. de bouwhoogte van kunstobjecten mag ten hoogste 15 m bedragen;

                3. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3m.

     

    5.3 Wijzigingsbevoegdheid

     

    5.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ”Groen” te wijzigen in de bestemming “Wonen”, met de bedoeling percelen of perceelsgedeelten behoren-de bij woningen te kunnen vergroten in het kader van uitgifte van openbare ruimte, met dien verstande dat:

     

    Artikel 6 Tuin (T)

     

    6.1 Bestemmingsomschrijving

     

    6.1.1 De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

                1. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, met de daarbij behorende bouwwerken;

                2. erkers;

                3. bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, boven- en ondergrondse parkeervoorzieningen, groen en water.

     

    6.2 Bouwregels

     

    6.2.1 Op de in artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat artikel bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

                1. een erker aan de oorspronkelijke voor- of zijgevel van het hoofdgebouw mag worden gebouwd, waarbij:

                  1. de diepte gemeten uit de voor- of zijgevel niet meer mag bedragen dan 1,5 m;

                  2. de afstand tot de openbare weg niet minder mag bedragen dan 2 m;

                  3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;

                2. de bouwhoogte van erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied niet meer mag bedragen dan 1 m;

                3. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders niet meer mag bedragen dan 2 m;

                4. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m.

     

    Artikel 7 Verkeer (V)

     

    7.1 Bestemmingsomschrijving

     

    7.1.1 De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

                1. een gebiedsontsluitingsweg bestaande uit ten hoogste twee rijbanen;

                2. wegen deel uitmakend van een verblijfsgebied bestaande uit ten hoogste twee rijstroken;

                3. groenvoorzieningen;

                4. speelvoorzieningen;

                5. kunstobjecten;

                6. parkeervoorzieningen;

                7. voet- en fietspaden;

                8. andere verkeersvoorzieningen met de daarbij behorende bouwwerken, zoals geluidwerende voorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, water, reclame-uitingen en boven- en ondergrondse parkeervoorzieningen.

     

    7.2 Bouwregels

     

    7.2.1 Op de in artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de in dat artikel bedoelde bestemmingen, waaronder begrepen straatmeubilair en geluidafschermende voorzieningen, worden gebouwd, met dien verstande dat:

                1. ter plaatse van de aanduiding “spoorweg”: bouwwerken ten behoeve van een spoorweg mogen worden opgericht met een bouwhoogte van ten hoogste 9m.

                2. de bouwhoogte van speelvoorzieningen ten hoogste 6 m mag bedragen;

                3. de bouwhoogte van kunstobjecten ten hoogste 15 m mag bedragen;

                4. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 3 meter bedragen.

     

    7.3 Wijzigingsbevoegdheid

     

    7.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ”Verkeer” te wijzigen in de bestemming “Wonen”, met de bedoeling percelen of perceelsgedeelten behoren-de bij woningen te kunnen vergroten in het kader van uitgifte van openbare ruimte, met dien verstande dat:

     

    Artikel 8 Wonen (W)

     

    8.1 Bestemmingsomschrijving

     

    8.1.1 De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

                1. wonen in een woning;

                2. overige bij wonen behorende voorzieningen, zoals behorende bouwwerken, paden, tuinen, boven- en ondergrondse parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, erven, water en nutsvoorzieningen.

     

    8.2 Bouwregels

    Op de in artikel 8.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat artikel bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

    8.2.1 Hoofdgebouwen

                1. de hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het bouwvlak;

                2. ter plaatse van de aanduiding “vrijstaand” zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;

                3. ter plaatse van de aanduiding “twee-aaneen” zijn zowel vrijstaande als twee-aaneengebouwde woningen toegestaan;

                4. ter plaatse van de aanduiding “aaneengebouwd” zijn zowel vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen toegestaan;

                5. ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”: de op de verbeelding maximaal aantal woningen per bouwvlak;

                6. de goothoogte en / of bouwhoogte van de hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" respectievelijk "maximale bouwhoogte" aangegeven;

                7. de hoofdgebouwen mogen worden afgedekt met een kap;

                8. de gezamenlijke oppervlakte van beroepsmatige werkruimten in woningen niet meer mag bedragen dan 30% van de woning tot een maximum van 50 m²;

    8.2.2 Bijgebouwen

                1. Ter plaatse van de aanduiding “erf" mogen bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en overkappingen worden opgericht, tevens ten behoeve van de in het bouwvlak al dan niet specifiek aangeduide functies waarbij:

                  1. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen, en overkappingen niet meer dan 50% van de als “erf” aangeduide gronden mag bedragen, de gronden met de aanduiding “specifieke vorm van wonen - garageboxen” hiertoe niet meegerekend, tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50 m²;

                  2. de goothoogte van een aan- of uitbouw of aangebouwde overkapping mag ten hoogste 0, 25 m hoger zijn dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 4 m;

                  3. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw, of overkapping mag niet meer bedragen dan 5 m;

                  4. de goothoogte van een bijgebouw of vrijstaande overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m.;

                  5. voor zover de gebouwen worden afgedekt met een kap, de dakhelling ten hoogste 45° mag bedragen;

                2. ter plaatse van de gronden met de aanduiding “vrijstaand”:

                  1. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder mag bedragen dan 3 m.;

    8.2.3 Andere bouwwerken

                1. andere bouwwerken zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;

                2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:

                  1. op gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel 1 m;

                  2. ten behoeve van nutsvoorzieningen: 2,5 m.

                  3. voor het overige 2 m;

                3. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;

                4. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, gelegen achter de naar een openbare weg gekeerde gevel, niet meer mag bedragen dan 3 m.;"

     

    8.3 Ontheffing van de bouwregels

     

    8.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 8.2.1h ten behoeve van beroepsmatige werkruimten in bijgevouwen, aan- en uitbouwen enof bedrijfsmatige werkruimten in woningen enof bijgebouwen, aan- en uitbouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden

     

    8.3.2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van het be-paalde in artikel 8.2.2.a1 , tot een gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan en uitbouwen tot ten hoogste 75 m2, mits het bij de woning behorende erf voor niet meer dan 50% wordt bebouwd.

     

    8.3.3 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van artikel 8.1 ten behoeve van bijzondere woonvormen en/of kamerverhuur, met inachtne-ming van de volgende voorwaarden:

                1. er dient sprake te zijn van een woonvorm die verwantschap heeft met bewoning door een gezin of een vorm van een vast samenlevingsverband, met dien verstande dat de samenstelling van personen mag wisselen;

                2. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving, waarbij aangetoond dient te worden dat de betreffende woonvorm geen beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen en overconcentratie dient te worden voorkomen;

                3. er dient te worden voorzien in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;

                4. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;

                5. bij kamerverhuur kan uitsluitend ontheffing worden verleend voor bewoning door maximaal 4 personen per woning;

     

    8.3.4

    Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan artikel 8.3 dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 16.1 (Algemene procedureregels).

     

    Artikel 9 Leiding - Gas

     

    9.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor “Leiding-Gas” aangewezen gronden zijn ter plaatse en binnen een afstand van 4 meter aan weerszijden van de aanduiding, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een gasleiding en de belangen van de gasleiding bestaande uit een ongestoorde nuts- en energievoorziening en de veiligheid.

     

    9.2 Bouwregels

    Op de in lid 9.1 bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende regels niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals meet- en regelkasten, die noodzakelijk zijn voor een doelmatig beheer van de aangegeven leiding.

     

    9.3 Ontheffing van de bouwregels

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 9.2 ten behoeve van bouwwerken, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van leidingen en de veiligheid daarvan;

    b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leidingen omtrent het onder in lid a gestelde.

     

    9.4 Specifieke gebruiksregels

    De bestemming “Leiding -Gas” alsmede de voorschriften onder 9.2. en 9.3 zijn slechts van toepassing indien en voor zover de aangeduide leiding in functie is.

     

    9.5 Aanlegvergunning

     

    9.5.1 Aanlegverbod zonder vergunning

    Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

    a. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen ;

    b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;

    c. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen;

    d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;

    e. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;

    f. het vellen of rooien van houtgewas;

    g. het graven van sloten en het leggen van (drainage)leidingen;

    h. het ontginnen, ontgronden, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of legaliseren.

     

    9.5.2 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

    Een vergunning als bedoeld in lid 9.5.1 is slechts toelaatbaar indien daardoor de belangen in verband met de leiding niet worden geschaad.

     

    9.5.3 Uitzonderingen op het aanlegverbod

    Het onder 9.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke worden uitgevoerd in het kader van het normale onderhoud en beheer van de aanwezige leiding.

     

    9.5.4 Adviesprocedure aanlegvergunning

    Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 9.5 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.

     

    Artikel 10 Waarde - Archeologie

     

    10.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden, zijn behalve voor de ander daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische waarde.

     

    10.2 Bouwregels

    Op de in lid 10.1 bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende regels toegestaan.

     

    10.3 Aanlegvergunning

     

    10.3.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burge-meester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende andere werken en / of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren dieper dan 0,5 m en over een oppervlakte groter dan 100 m2:

     

    10.3.2 Het bepaalde in artikel 10.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke uit een oogpunt van het te beschermen archeologische waarde van ondergeschikte betekenis zijn.

     

    Sublid 10.3.3 Een vergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 is slechts toelaatbaar indien door de werken of werkzaamheden de archeologische waarde van de gronden niet in one-venredige mate wordt aangetast, dan wel de mogelijkheden voor behoud van die waarde niet onevenredig wordt verkleind.

     

    10.3.4 Het in lid 10.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaam-heden welke uit een oogpunt van het te beschermen archeologische waarde van ondergeschikte betekenis zijn. Hieronder worden in ieder geval werken of werk-zaamheden bedoeld die niet dieper worden uitgevoerd dan 0,5 m en een opper-vlakte kleiner dan 100 m2 betreffen.

     

    10.3.5 Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de stadsar-cheoloog van de gemeente Bergen op Zoom.

     

    10.4 Wijzigingsbevoegdheid

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na overleg met de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom, de in lid 10.1 bedoelde bestemming te laten vervallen indien uit onderzoek is gebleken dat, hetzij door archivering van de aanwezige waarden, het zij anderszins, geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn die handhaving van de bestemming rechtvaardigen.

    Hoofdstuk 3 Algemene regels

     

    Artikel 11 Anti-dubbeltelregel

    Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

     

    Artikel 12 Algemene bouwregels

     

    12.1 Bescherming van het plan

     

    12.1.1 Geen bouwwerk mag worden opgericht, indien hierdoor op enig terrein of bouwperceel een toestand zou ontstaan waardoor aan deze regels niet langer meer zou worden voldaan, dan wel een reeds bestaande afwijking van deze regels zou worden vergroot.

     

    12.2 Bestaande maten

    Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:

                1. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;

                2. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;

                3. in geval van herbouw is dit lid onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;

                4. met toepassing van het bepaalde onder a en b worden de daar genoemde afwijkingen geacht in overeenstemming te zijn met het bestemmingsplan; op deze afwijkingen is het overgangsrecht bouwwerken als bedoeld in Artikel 17 niet van toepassing.

     

    12.3 Bouwgrenzen

     

    12.3.1 De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, maatvoeringsaanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

                1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 2,5 m bedraagt;

                2. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding niet meer dan 2,5 m bedraagt;

                3. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;

                4. antennes, kunstwerken, lichtmasten, vlaggenmasten tot een bouwhoogte van 10 m;

     

    12.4 Percentages

    Een in een maatvoeringsaanduiding aangegeven percentage geeft aan hoeveel van het bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in hoofdstuk 2 anders is geregeld.

     

    Artikel 13 algemene aanduidingsregels

     

    13.1 Geluidszone

    Ter plaatse van de aanduiding “geluidzone” is op deze gronden gelegen binnen deze zone het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming, in overeenstemming met het bepaalde elders in de regels in dit plan, uitsluitend toegestaan indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van de gebouwen met deze geluidsgevoelige bestemming niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

    13.1.1 Wijzigingsbevoegdheid

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in lid 13.1 bedoelde aanduiding te laten vervallen indien uit milieu onderzoek is gebleken dat er geen sprake meer is van een geluidszone, danwel dat de hinder veroorzakende activiteiten zijn gestaakt.

     

     

    13.2 Veiligheidszone

     

    13.2.1 Bouwregels

    Op de gronden, ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone”, zijn geen beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten toegestaan.

    13.2.2 Ontheffing van de bouwregels

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 13.3.1 ten behoeve van bouwwerken als bedoeld in lid 13.3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    a. het bouwwerk brengt enkel een beperkte toename van de normering van het groepsrisico met zich mee;

    b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de milieudeskundige over het onder in lid a gestelde.

    13.2.3 Wijzigingsbevoegdheid

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in lid 13.3 bedoelde aanduiding te laten vervallen indien uit milieu onderzoek is gebleken dat er geen sprake meer is van een veiligheidszone, danwel dat de hinder veroorzakende activiteiten zijn gestaakt.

     

    Artikel 14 Algemene ontheffingsregels

     

    14.1 Algemene ontheffingsregel

     

    14.1.1 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van het plan voor:

                1. de bouw ten dienste van het openbaar nut van:

                  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut waarbij de inhoud ten hoogste 75 m3 en de goothoogte ten hoogste 2.25 m mag bedragen, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;

                  2. andere bouwwerken, zoals standbeelden, uitingen van kunst en dergelijke tot een maximale hoogte van 10 m.

    Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de ontheffing dient in de belangenafweging eveneens te worden gelet op de effecten met betrekking tot de verkeersveiligheid (voldoende ruimte voor voetgangers en / of bedienend verkeer);

                1. het in geringe mate aanpassen van het plan, zoals een bouwgrens, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze nadere regel of aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is, waarbij:

                  1. de grenzen met niet meer dan 2 m mogen worden verschoven;

                2. het afwijken van de voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken, indien in verband met ingekomen bouwplannen deze wijzigingen nodig zijn, waarbij van de maatvoeringen met ten hoogste 10% mag worden afgeweken; met betrekking tot deze ontheffing geldt, dat:

                  1. geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de stedenbouwkundige hoofdopzet;

                  2. die ontheffing slechts mag worden toegepast op primaire bouwnormen (normen welke "als recht" zijn toegestaan); cumulatieve toepassing van deze regel op een eerder verleende ontheffing ten aanzien van de bouwnorm is niet toegestaan;

                3. het oprichten van andere bouwwerken voor telecommunicatiedoeleinden:

                  1. met een hoogte van ten hoogste 40 m;

                  2. met een hoogte van ten hoogste 10 m meer dan de toegestane hoogte van bouwwerken indien het bouwwerk op een gebouw wordt geplaatst;

                  3. op voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige hoofdopzet ter plaatse. Bij het verlenen van ontheffing kunnen door burgemeester en wethouders voorwaarden en / of (nadere) eisen worden gesteld aan:

                  4. de stedenbouwkundige inpassing;

                  1. de combinatie van aanbieders van telecomdiensten op masten;

                  2. het oprichten van andere bouwwerken van geringe oppervlakte, zoals antenne installaties, vlaggenmasten, windmolens en verlichtingsarmaturen, tot een bouwhoogte van ten hoogste 15 m.

    14.1.2 Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan artikel 14.1.1 onder b en e dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 16.1 (Algemene Procedureregels).

     

    Artikel 15 Algemene wijzigingsregels

     

    15.1 Algemene wijzigingsregels

     

    15.1.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:

                1. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere nutsgebouwtjes met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, welke in het kader van de nutsvoorzieningen nodig zijn, zulks voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 14.1.1a, niet kunnen worden gebouwd;

                2. een enigszins andere situering en / of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, bestemmingsvlakken, bouwpercelen, dan wel bouwvlak, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken, dat verschuivingen in verband met ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, dan wel bouwvlak niet meer dan 10% zal worden gewijzigd;

                3. het wijzigen van het plan in dier voege dat bouwwerken welke op grond van nader onderzoek, cultuurhistorische waarde bezitten waarbij handhaving, versterking en / of herstel van die waarde gerechtvaardigd wordt geacht; voor de hier bedoelde bebouwing geldt alsdan dat de op het tijdstip van het wijzigingsbesluit bestaande grondoppervlakte, goothoogte, dakhelling en / of hoogte niet mag worden gewijzigd, behoudens ontheffing;

                4. het afwijken van de voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken, indien in verband met ingekomen bouwplannen deze wijzigingen nodig zijn, waarbij van de maatvoeringen met ten hoogste 30% mag worden afgeweken, op voorwaarde, dat geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de stedenbouwkundige hoofdopzet; de wijzigingsbevoegdheid slechts mag worden toegepast op primaire bouwnormen (normen welke "als recht" zijn toegestaan); cumulatieve toepassing van deze regel op een eerder verleende ontheffing en / of wijzigingsregel ten aanzien van de bouwnorm is niet toegestaan.

     

    15.2 Specifieke wijzigingsregels

     

    15.2.1 Wijzigingsbevoegdheid wijzigingsgebied 1 (zone Kastanjelaan)

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding “wijzigingsgebied 1” de bestemming Bedrijf te wijzigen in Groen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    1. planwijziging is gericht op herstructurering en versterking van de ruimtelijk-functionele kwaliteit van de locatie;

    2. de groenstructuur dient te passen in het ruimtelijk functioneel patroon en mag de aanwezige samenhang niet verstoren;

    3. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;

    4. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in lid 2 van artikel 16.

     

     

    15.2.2 Wijzigingsbevoegdheid wijzigingsgebied 2 (Buurtweg 162a)

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding “wijzigingsgebied 2 de bestemming Bedrijf te wijzigen in Wonen of Tuin indien de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd dan wel het gebruik tenminste 1 jaar is gestaakt, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    1. de nieuwe woningen dienen te passen in het bestaande ruimtelijk functioneel patroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren;

    2. de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw dient aan te sluiten op de voorgevelrooilijn van de bestaande hoofdgebouwen op aangrenzende percelen;

    3. de hoogte van de bebouwing dient aan te sluiten op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; een extra bouwlaag is toelaatbaar indien dit door een passende architectuur niet beeldbepalend wordt; in ieder geval zijn tenminste twee bouwlagen toegestaan;

    4. vooraf dient inzicht te zijn verkregen in de milieuaspecten en gebleken moet zijn dat er geen belemmeringen voort komen uit deze milieuaspecten;

    5. ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s moet in voldoende mate worden voorzien in relatie tot de bestemming en de ter plaatse aanwezige parkeercapaciteit;

    6. Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in lid 2 van artikel 16.

     

    15.2.3 Wijzigingsbevoegdheid wijzigingsgebied 3 (Bedrijfsbeindiging Wouwseweg)

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding “wijzigingsgebied 3” de bestemming Bedrijf te wijzigen in Wonen, Verkeer of Tuin indien de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd dan wel het gebruik tenminste 1 jaar is gestaakt, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    1. de nieuwe woningen dienen te passen in het bestaande ruimtelijk functioneel patroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren;

    2. de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw dient aan te sluiten op de voorgevelrooilijn van de bestaande hoofdgebouwen op aangrenzende percelen;

    3. de hoogte van de bebouwing dient aan te sluiten op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; een extra bouwlaag is toelaatbaar indien dit door een passende architectuur niet beeldbepalend wordt; in ieder geval zijn tenminste twee bouwlagen toegestaan;

    4. vooraf dient inzicht te zijn verkregen in de milieuaspecten en gebleken moet zijn dat er geen belemmeringen voort komen uit deze milieuaspecten;

    5. ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s moet in voldoende mate worden voorzien in relatie tot de bestemming en de ter plaatse aanwezige parkeercapaciteit;

    6. Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in lid 2 van artikel 16.

     

    15.2.4 Wijzigingsbevoegdheid wijzigingsgebied 4 (Nijverheidsweg 3)

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding “wijzigingsgebied 4” de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf-3” voor Nijverheidsweg 3 te wijzigen in Gemengd, en de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf-3” te verwijderen indien de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd dan wel het gebruik tenminste 1 jaar is gestaakt, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    1. ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s moet in voldoende mate worden voorzien in relatie tot de bestemming en de ter plaatse aanwezige parkeercapaciteit;

    2. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het verblijfskarakter van de omgeving;

    3. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in lid 2 van artikel 16.

     

    15.2.5 Wijzigingsbevoegdheid wijzigingsgebied 5 (Industrieweg 1)

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding “wijzigingsgebied 5” voor het perceel Industrieweg 1 de bestemming te wijzigen in Verkeer, Groen of Gemengd indien de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd dan wel het gebruik tenminste 1 jaar is gestaakt, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    1. planwijziging is gericht op herstructurering en versterking van de ruimtelijk- functionele kwaliteit van de locatie;

    2. de nieuwe hoofdgebouwen dienen te passen in het ruimtelijk functioneel patroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren;

    3. ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s moet in voldoende mate worden voorzien in relatie tot de bestemming en de ter plaatse aanwezige parkeercapaciteit;

    4. vooraf dient inzicht te zijn verkregen in de milieuaspecten en gebleken moet zijn dat er geen belemmeringen voort komen uit deze milieuaspecten;

    5. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het verblijfskarakter van de omgeving;

    6. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in lid 2 van artikel 16.

     

    15.2.6 Wijzigingsbevoegdheid wijzigingsgebied 6 (Wouwseweg 5)

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding “wijzigingsgebied 6” voor het perceel Wouwseweg 5 de bestemming te wijzigen in Wonen en Tuin indien de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd dan wel het gebruik tenminste 1 jaar is gestaakt, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    1. planwijziging is gericht op herstructurering en versterking van de ruimtelijk-functionele kwaliteit van de locatie;

    2. de nieuwe hoofdgebouwen dienen te passen in het ruimtelijk functioneel patroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren;

    3. ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s moet in voldoende mate worden voorzien in relatie tot de bestemming en de ter plaatse aanwezige parkeercapaciteit;

    4. vooraf dient inzicht te zijn verkregen in de milieuaspecten en gebleken moet zijn dat er geen belemmeringen voort komen uit deze milieuaspecten;

    5. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het verblijfskarakter van de omgeving;

    6. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in lid 2 van artikel 16.

     

     

    Artikel 16 Algemene procedureregels

     

    16.1 Procedure bij ontheffing

                1. Het ontwerpbesluit tot verlening van ontheffing ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken voor een ieder ter inzage.

                2. Burgemeester en wethouders maken de nederlegging tevoren in een of meer in de gemeente verspreid wordende dag- en / of nieuwsbladen en voorts op de gebruikelijke wijze bekend.

                3. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen tegen het ontwerpbesluit in te dienen bij burgemeester en wethouders.

                4. Burgemeester en wethouders nemen zo spoedig mogelijk een beslissing. De beslissing is, als tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, met reden(en) omkleed.

     

    16.2 Procedure bij wijziging of uitwerking

     

    Op de voorbereiding van een uitwerking of wijziging van dit bestemmingsplan is, conform artikel 3.6, lid 5, van de Wet ruimtelijke ordening, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

     

    Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

     

    Artikel 17 Overgangsregels

     

    17.1 Overgangsrecht bouwwerken

     

    17.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot

     

    17.1.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van artikel 17.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 17.1.1 met maximaal 10%.

     

    17.1.3 Artikel 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

     

    17.2 Overgangsrecht gebruik

     

    17.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

     

    17.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

     

    17.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

     

    17.2.4 Artikel 17.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

     

    Artikel 18 Slotregel

    Deze regels kunnen worden aangehaald als:

    "Regels van het bestemmingsplan Wouwseweg e.o. van de gemeente Bergen op Zoom"

     

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op Zoom van 31 maart 2011

     

    De griffier, De voorzitter,

    Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
    (categorie 1 t/m 4.2)

     

    Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten

    Niet toegestane bedrijven c.q bedrijfsactiviteiten (voor zover in de voorschriften niet anders is bepaald)

    - niet van toepassing of niet relevant

    < kleiner dan

    > groter

    = gelijk aan

    cat. categorie

    e.d. en dergelijke

    kl. klasse

    n.e.g. niet elders genoemd

    o.c. opslagcapaciteit

    p.c. productiecapaciteit

    p.o. productieoppervlak

    b.o. bedrijfsoppervlak

    v.c. verwerkingscapaciteit

    u uur

    d dag

    w week

    j jaar

    B bodemverontreiniging

    C continu

    D divers

    L luchtverontreiniging

    R risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)

    V Vuurwerkbesluit van toepassing

    Zonering op basis van Wet geluidhinder

     

    • buurt- en clubhuizen (SBI-code 9133.1);

    • buurt- en clubhuizen (SBI-code 9133.1); dansscholen (SBI-code 9234.1);

    • bioscopen (SBI-code 9213);

    • theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen (SBI-code 9232);

    • recreatiecentra, vaste kermis e.d. (SBI-code 9233);

    • muziek- en balletscholen (SBI-code 9234);

    • bibliotheken, musea, ateliers, e.d. (SBI-codes 9251, 9252);

    • dierentuinen (SBI-code 9253.1); zwembaden (SBI-code 9261.1);

    • sporthallen (SBI-code 9261.2);

    • bowlingcentra (SBI-code 9261.2);

    • overdekte kunstijsbanen (SBI-code 9261.2);

    • stadions en open-lucht-ijsbanen (SBI-code 9261.2);

    • maneges (SBI-code 9261.2);

    • tennisbanen (met verlichting) (SBI-code 9261.2);

    • veldsportcomplex (met verlichting) (SBI-code 9261.2);

    • golfbanen (SBI-code 9261.2);

    • kunstskibanen (SBI-code 9261.2);

    • schietinrichtingen (SBI-code 9262); skelterbanen (SBI-code 9262);

    • autocircuits, motorcrossterreinen e.d. (SBI-code 9262);

    • sportscholen, gymnastiekzalen (SBI-code 9262);

    • jachthavens met diverse voorzieningen (SBI-code 9262);

    • casino's (SBI-code 9271);

    • amusementshallen (SBI-code 9272.1);

    • modelvliegtuig-velden (SBI-code 9272.2);

     

     

    Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 4.2)

    SBI-code

    SBI-code 2008

    Nr.

    Omschrijving

    Cat.

      

      

     

      

     

    01

    01

    -

    Landbouw en dienstverlening t.b.v. de landbouw

     

    0111, 0113

    011, 012, 013

      

    Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)

    2

    0112

    011, 012, 013, 016

    0

    Tuinbouw:

      

    0112

    011, 012, 013

    1

    • bedrijfsgebouwen

    2

    0112

    011, 012, 013

    2

    • kassen zonder verwarming

    2

    0112

    011, 012, 013

    3

    • kassen met gasverwarming

    2

    0112

    0113

    4

    • champignonkwekerijen (algemeen)

    2

    0112

    0113

    5

    • champignonkwekerijen met mestfermentatie

    3.2

    0112

    0163

    6

    • bloembollendroog- en prepareerbedrijven

    2

    0112

    011

    7

    • witlofkwekerijen (algemeen)

    2

    0121

    0141, 0142

      

    Fokken en houden van rundvee

    3.2

    0122

    0143, 0145

    0

    Fokken en houden van overige graasdieren:

      

    0122

    0143

    1

    • paardenfokkerijen

    3.1

    0122

    0145

    2

    • overige graasdieren

    3.1

    0123

    0146

      

    Fokken en houden van varkens

    4.1

    0124

    0147

    0

    Fokken en houden van pluimvee:

      

    0124

    0147

    1

    • legkippen

    4.1

    0124

    0147

    2

    • opfokkippen en mestkuikens

    4.1

    0124

    0147

    3

    • eenden en ganzen

    4.1

    0124

    0147

    4

    • overig pluimvee

    3.2

    0125

    0149

    0

    Fokken en houden van overige dieren:

      

    0125

    0149

    1

    • nertsen en vossen

    4.1

    0125

    0149

    2

    • konijnen

    3.2

    0125

    0149

    3

    • huisdieren

    3.1

    0125

    0149

    4

    • maden, wormen e.d.

    3.2

    0125

    0149

    5

    • bijen

    2

    0125

    0149

    6

    • overige dieren

    2

    0130

    0150

      

    Akker- en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief)

    3.2

    014

    016

    0

    Dienstverlening t.b.v. de landbouw:

      

    014

    016

    1

    • algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²

    3.1

    014

    016

    2

    • algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²

    2

    014

    016

    3

    • plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²

    3.1

    014

    016

    4

    • plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²

    2

    0142

    0162

      

    KI-stations

    2

     

     

     

     

      

    02

    02

    -

    Bosbouw en dienstverlening t.b.v. bosbouw

      

    020

    021, 022, 024

      

    Bosbouwbedrijven

    3.1

     

     

     

     

      

    05

    03

    -

    Visserij- en visteeltbedrijven

      

    0501.1

    0311

      

    Zeevisserijbedrijven

    3.2

    0501.2

    0312

      

    Binnenvisserijbedrijven

    3.1

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0502

    032

    0

    Vis- en schaaldierkwekerijen

      

    0502

    032

    1

    • oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven

    3.2

    0502

    032

    2

    • visteeltbedrijven

    3.1

     

     

     

     

      

    10

    08

    -

    Turfwinning

      

    103

    089

      

    Turfwinningbedrijven

    3.2

     

     

     

     

      

    11

    06

    -

    Aardolie- en aardgaswinning

      

    111

    061, 062

    0

    Aardolie- en aardgaswinning:

      

    111

    061

    1

    • aardoliewinputten

    4.1

     

     

     

     

      

    14

    08

    -

    Winning van zand, grind, klei, zout, e.d.

      

    1421

    0812

    0

    Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):

      

    1421

    0812

    1

    • algemeen

    4.1

    144

    0893

      

    Zoutwinningbedrijven

    3.2

     

     

     

     

      

    15

    10, 11

    -

    Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken

      

    151

    101, 102

    0

    Slachterijen en overige vleesverwerking:

      

    151

    101, 102

    1

    • slachterijen en pluimveeslachterijen

    3.2

    151

    101

    3

    • bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval

    4.2

    151

    101

    4

    • vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²

    3.2

    151

    101

    5

    • vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²

    3.1

    151

    101

    6

    • vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²

    3.1

    151

    101, 102

    7

    • loonslachterijen

    3.1

    151

    108

    8

    • vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²

    3.1

    152

    102

    0

    Visverwerkingsbedrijven:

      

    152

    102

    2

    • conserveren

    4.1

    152

    102

    3

    • roken

    4.2

    152

    102

    4

    • verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²

    4.2

    152

    102

    5

    • verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²

    3.2

    152

    102

    6

    • verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²

    3.1

    1531

    1031

    0

    Aardappelprodukten fabrieken:

      

    1531

    1031

    1

    • vervaardiging van aardappelproducten

    4.2

    1531

    1031

    2

    • vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²

    3.1

    1532, 1533

    1032, 1039

    0

    Groente- en fruitconservenfabrieken:

      

    1532, 1533

    1032, 1039

    1

    • jam

    3.2

    1532, 1533

    1032, 1039

    2

    • groente algemeen

    3.2

    1532, 1533

    1032, 1039

    3

    • met koolsoorten

    3.2

    1532, 1533

    1032, 1039

    4

    • met drogerijen

    4.2

    1532, 1533

    1032, 1039

    5

    • met uienconservering (zoutinleggerij)

    4.2

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1541

    104101

    0

    Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

      

    1541

    104101

    1

    • p.c. < 250.000 t/j

    4.1

    1541

    104101

    2

    • p.c. >= 250.000 t/j

    4.2

    1542

    104102

    0

    Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

      

    1542

    104102

    1

    • p.c. < 250.000 t/j

    4.1

    1542

    104102

    2

    • p.c. >= 250.000 t/j

    4.2

    1543

    1042

    0

    Margarinefabrieken:

      

    1543

    1042

    1

    • p.c. < 250.000 t/j

    4.1

    1543

    1042

    2

    • p.c. >= 250.000 t/j

    4.2

    1551

    1051

    0

    Zuivelprodukten fabrieken:

      

    1551

    1051

    3

    • melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j

    3.2

    1551

    1051

    4

    • melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j

    4.2

    1551

    1051

    5

    • overige zuivelprodukten fabrieken

    4.2

    1552

    1052

    1

    Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²

    3.2

    1552

    1052

    2

    • consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²

    2

    1561

    1061

    0

    Meelfabrieken:

      

    1561

    1061

    1

    • p.c. >= 500 t/u

    4.2

    1561

    1061

    2

    • p.c. < 500 t/u

    4.1

    1561

    1061

      

    Grutterswarenfabrieken

    4.1

    1562

    1062

    0

    Zetmeelfabrieken:

      

    1562

    1062

    1

    • p.c. < 10 t/u

    4.1

    1562

    1062

    2

    • p.c. >= 10 t/u

    4.2

    1571

    1091

    0

    Veevoerfabrieken:

      

    1571

    1091

    3

    • drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water

    4.2

    1571

    1091

    5

    • mengvoeder, p.c. < 100 t/u

    4.1

    1571

    1091

    6

    • mengvoeder, p.c. >= 100 t/u

    4.2

    1572

    1092

      

    Vervaardiging van voer voor huisdieren

    4.1

    1581

    1071

    0

    Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

      

    1581

    1071

    1

    • v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens

    2

    1581

    1071

    2

    • v.c. >= 7500 kg meel/week

    3.2

    1582

    1072

      

    Banket, biscuit- en koekfabrieken

    3.2

    1584

    10821

    0

    Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:

      

    1584

    10821

    2

    • cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²

    3.2

    1584

    10821

    3

    • cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²

    2

    1584

    10821

    4

    • Suikerwerkfabrieken met suiker branden

    4.2

    1584

    10821

    5

    • Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²

    3.2

    1584

    10821

    6

    • suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²

    2

    1585

    1073

      

    Deegwarenfabrieken

    3.1

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1586

    1083

    0

    Koffiebranderijen en theepakkerijen:

      

    1586

    1083

    2

    • theepakkerijen

    3.2

    1587

    108401

      

    Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden

    4.1

    1589

    1089

      

    Vervaardiging van overige voedingsmiddelen

    4.1

    1589.1

    1089

      

    Bakkerijgrondstoffenfabrieken

    4.1

    1589.2

    1089

    0

    Soep- en soeparomafabrieken:

      

    1589.2

    1089

    1

    • zonder poederdrogen

    3.2

    1589.2

    1089

    2

    • met poederdrogen

    4.2

    1589.2

    1089

      

    Bakmeel- en puddingpoederfabrieken

    4.1

    1591

    110101

      

    Destilleerderijen en likeurstokerijen

    4.2

    1592

    110102

    0

    Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:

      

    1592

    110102

    1

    • p.c. < 5.000 t/j

    4.1

    1592

    110102

    2

    • p.c. >= 5.000 t/j

    4.2

    1593 t/m 1595

    1102 t/m 1104

      

    Vervaardiging van wijn, cider e.d.

    2

    1596

    1105

      

    Bierbrouwerijen

    4.2

    1597

    1106

      

    Mouterijen

    4.2

    1598

    1107

      

    Mineraalwater- en frisdrankfabrieken

    3.2

     

     

     

     

      

    16

    12

    -

    Verwerking van tabak

      

    160

    120

      

    Tabakverwerkende industrie

    4.1

     

     

     

     

      

    17

    13

    -

    Vervaardiging van textiel

      

    171

    131

      

    Bewerken en spinnen van textielvezels

    3.2

    172

    132

    0

    Weven van textiel:

      

    172

    132

    1

    • aantal weefgetouwen < 50

    3.2

    172

    132

    2

    • aantal weefgetouwen >= 50

    4.2

    173

    133

      

    Textielveredelingsbedrijven

    3.1

    174, 175

    139

      

    Vervaardiging van textielwaren

    3.1

    1751

    1393

      

    Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken

    4.1

    176, 177

    139, 143

      

    Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

    3.1

     

     

     

     

     

    18

    14

    -

    Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont

      

    181

    141

      

    Vervaardiging kleding van leer

    3.1

    182

    141

      

    Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

    2

    183

    142, 151

      

    Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont

    3.1

     

     

     

     

      

    19

    15

    -

    Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding)

      

    191

    151,152

      

    Lederfabrieken

    4.2

    192

    151

      

    Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)

    3.1

    193

    152

      

    Schoenenfabrieken

    3.1

     

     

     

     

      

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    20

    16

    -

    Houtindustrie en vervaardiging artikelen van hout, riet, kurk e.d.

      

    2010.1

    16101

      

    Houtzagerijen

    3.2

    2010.2

    16102

    0

    Houtconserveringsbedrijven:

      

    2010.2

    16102

    1

    • met creosootolie

    4.1

    2010.2

    16102

    2

    • met zoutoplossingen

    3.1

    202

    1621

      

    Fineer- en plaatmaterialenfabrieken

    3.2

    203, 204, 205

    162

    0

    Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout

    3.2

    203, 204, 205

    162

    1

    Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2

    3.1

    205

    162902

      

    Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

    2

     

     

     

     

      

    21

    17

    -

    Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren

      

    2111

    1711

      

    Vervaardiging van pulp

    4.1

    2112

    1712

    0

    Papier- en kartonfabrieken:

      

    2112

    1712

    1

    • p.c. < 3 t/u

    3.1

    2112

    1712

    2

    • p.c. 3 - 15 t/u

    4.1

    2112

    1712

    3

    • p.c. >= 15 t/u

    4.2

    212

    172

      

    Papier- en kartonwarenfabrieken

    3.2

    2121.2

    17212

    0

    Golfkartonfabrieken:

      

    2121.2

    17212

    1

    • p.c. < 3 t/u

    3.2

    2121.2

    17212

    2

    • p.c. >= 3 t/u

    4.1

     

     

     

     

     

    22

    58

    -

    Uitgeverijen, drukkerijen en reproduktie van opgenomen media

      

    221

    581

      

    Uitgeverijen (kantoren)

    1

    2221

    1811

      

    Drukkerijen van dagbladen

    3.2

    2222

    1812

      

    Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)

    3.2

    2222.6

    18129

      

    Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

    2

    2223

    1814

    A

    Grafische afwerking

    1

    2223

    1814

    B

    Binderijen

    2

    2224

    1813

      

    Grafische reproduktie en zetten

    2

    2225

    1814

      

    Overige grafische aktiviteiten

    2

    223

    182

      

    Reproduktiebedrijven opgenomen media

    1

     

     

     

     

     

    23

    19

    -

    Aardolie-/steenkoolverwerk. ind.; bewerking splijt-/kweekstoffen

      

    2320.2

    19202

    A

    Smeeroliën- en vettenfabrieken

    3.2

    2320.2

    19202

    B

    Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie

    4.2

    2320.2

    19202

    C

    Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.

    4.2

     

     

     

     

      

    24

    20

    -

    Vervaardiging van chemische produkten

      

    2412

    2012

      

    Kleur- en verfstoffenfabrieken

    4.1

     

     

     

     

     

    2413

    2012

    0

    Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:

      

    2413

    2012

    1

    • niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

    4.2

    2413

    2012

    2

    • vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

    5.2

    2414.1

    20141

    A0

    Organ. chemische grondstoffenfabrieken:

      

    2414.1

    20141

    A1

    • niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

    4.2

    2414.1

    20141

    B0

    Methanolfabrieken:

      

    2414.1

    20141

    B1

    • p.c. < 100.000 t/j

    4.1

    2414.1

    20141

    B2

    • p.c. >= 100.000 t/j

    4.2

    2414.2

    20149

    0

    Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):

      

    2414.2

    20149

    1

    • p.c. < 50.000 t/j

    4.2

    243

    203

      

    Verf, lak en vernisfabrieken

    4.2

    2441

    2110

    0

    Farmaceutische grondstoffenfabrieken:

      

    2441

    2110

    1

    • p.c. < 1.000 t/j

    4.2

    2442

    2120

    0

    Farmaceutische produktenfabrieken:

      

    2442

    2120

    1

    • formulering en afvullen geneesmiddelen

    3.1

    2442

    2120

    2

    • verbandmiddelenfabrieken

    2

    2451

    2041

      

    Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken

    4.2

    2452

    2042

      

    Parfumerie- en cosmeticafabrieken

    4.2

    2462

    2052

    0

    Lijm- en plakmiddelenfabrieken:

      

    2462

    2052

    1

    • zonder dierlijke grondstoffen

    3.2

    2464

    205902

      

    Fotochemische produktenfabrieken

    3.2

    2466

    205903

    A

    Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken

    3.1

    2466

    205903

    B

    Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.

    4.1

    247

    2060

      

    Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken

    4.2

     

     

     

     

      

    25

    22

    -

    Vervaardiging van produkten van rubber en kunststof

      

    2511

    221101

      

    Rubberbandenfabrieken

    4.2

    2512

    221102

    0

    Loopvlakvernieuwingsbedrijven:

      

    2512

    221102

    1

    • vloeropp. < 100 m2

    3.1

    2512

    221102

    2

    • vloeropp. >= 100 m2

    4.1

    2513

    2219

      

    Rubber-artikelenfabrieken

    3.2

    252

    222

    0

    Kunststofverwerkende bedrijven:

      

    252

    222

    1

    • zonder fenolharsen

    4.1

    252

    222

    2

    • met fenolharsen

    4.2

    252

    222

    3

    • productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen

    3.1

     

     

     

     

      

    26

    23

    -

    Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsprodukten

      

    261

    231

    0

    Glasfabrieken:

      

    261

    231

    1

    • glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j

    3.2

    261

    231

    2

    • glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j

    4.2

    261

    231

    3

    • glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j

    4.2

    2615

    231

      

    Glasbewerkingsbedrijven

    3.1

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    262, 263

    232, 234

    0

    Aardewerkfabrieken:

      

    262, 263

    232, 234

    1

    • vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

    2

    262, 263

    232, 234

    2

    • vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW

    3.2

    264

    233

    A

    Baksteen en baksteenelementenfabrieken

    4.1

    264

    233

    B

    Dakpannenfabrieken

    4.1

    2652

    235201

    0

    Kalkfabrieken:

      

    2652

    235201

    1

    • p.c. < 100.000 t/j

    4.1

    2653

    235202

    0

    Gipsfabrieken:

      

    2653

    235202

    1

    • p.c. < 100.000 t/j

    4.1

    2661.1

    23611

    0

    Betonwarenfabrieken:

      

    2661.1

    23611

    1

    • zonder persen, triltafels en bekistingtrille

    4.1

    2661.1

    23611

    2

    • met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d

    4.2

    2661.2

    23612

    0

    Kalkzandsteenfabrieken:

      

    2661.2

    23612

    1

    • p.c. < 100.000 t/j

    3.2

    2661.2

    23612

    2

    • p.c. >= 100.000 t/j

    4.2

    2662

    2362

      

    Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken

    3.2

    2663, 2664

    2363, 2364

    0

    Betonmortelcentrales:

      

    2663, 2664

    2363, 2364

    1

    • p.c. < 100 t/u

    3.2

    2663, 2664

    2363, 2364

    2

    • p.c. >= 100 t/u

    4.2

    2665, 2666

    2365, 2369

    0

    Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:

      

    2665, 2666

    2365, 2369

    1

    • p.c. < 100 t/d

    3.2

    2665, 2666

    2365, 2369

    2

    • p.c. >= 100 t/d

    4.2

    267

    237

    0

    Natuursteenbewerkingsbedrijven:

      

    267

    237

    1

    • zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²

    3.2

    267

    237

    2

    • zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²

    3.1

    267

    237

    3

    • met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j

    4.2

    2681

    2391

      

    Slijp- en polijstmiddelen fabrieken

    3.1

    2682

    2399

    A0

    Bitumineuze materialenfabrieken:

      

    2682

    2399

    A1

    • p.c. < 100 t/u

    4.2

    2682

    2399

    B0

    Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):

      

    2682

    2399

    B1

    • steenwol, p.c. >= 5.000 t/j

    4.2

    2682

    2399

    B2

    • overige isolatiematerialen

    4.1

    2682

    2399

    C

    Minerale produktenfabrieken n.e.g.

    3.2

    2682

    2399

    D0

    Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur

    4.1

    2682

    2399

    D1

    • asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur

    4.2

     

     

     

     

      

    27

    24

    -

    Vervaardiging van metalen

      

    273

    243

    0

    Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:

      

    273

    243

    1

    • p.o. < 2.000 m2

    4.2

    274

    244

    A0

    Non-ferro-metaalfabrieken:

      

    274

    244

    A1

    • p.c. < 1.000 t/j

    4.2

    2751, 2752

    2451, 2452

    0

    IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:

      

    2751, 2752

    2451, 2452

    1

    • p.c. < 4.000 t/j

    4.2

    2753, 2754

    2453, 2454

    0

    Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:

      

    2753, 2754

    2453, 2454

    1

    • p.c. < 4.000 t/j

    4.2

     

     

     

     

      

    28

    25, 31

    -

    Vervaard. en reparatie van produkten van metaal (excl. mach./transportmidd.)

      

    281

    251, 331

    0

    Constructiewerkplaatsen

      

    281

    251, 331

    1

    • gesloten gebouw

    3.2

    281

    251, 331

    1a

    • gesloten gebouw, p.o. < 200 m2

    3.1

    281

    251, 331

    2

    • in open lucht, p.o. < 2.000 m2

    4.1

    281

    251, 331

    3

    • in open lucht, p.o. >= 2.000 m2

    4.2

    2821

    2529, 3311

    0

    Tank- en reservoirbouwbedrijven:

      

    2821

    2529, 3311

    1

    • p.o. < 2.000 m2

    4.2

    2822, 2830

    2521, 2530, 3311

      

    Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels

    4.1

    284

    255, 331

    A

    Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven

    4.1

    284

    255, 331

    B

    Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.

    3.2

    284

    255, 331

    B1

    Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2

    3.1

    2851

    2561, 3311

    0

    Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:

      

    2851

    2561, 3311

    1

    • algemeen

    3.2

    2851

    2561, 3311

    10

    • stralen

    4.1

    2851

    2561, 3311

    11

    • metaalharden

    3.2

    2851

    2561, 3311

    12

    • lakspuiten en moffelen

    3.2

    2851

    2561, 3311

    2

    • scoperen (opspuiten van zink)

    3.2

    2851

    2561, 3311

    3

    • thermisch verzinken

    3.2

    2851

    2561, 3311

    4

    • thermisch vertinnen

    3.2

    2851

    2561, 3311

    5

    • mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)

    3.2

    2851

    2561, 3311

    6

    • anodiseren, eloxeren

    3.2

    2851

    2561, 3311

    7

    • chemische oppervlaktebehandeling

    3.2

    2851

    2561, 3311

    8

    • emailleren

    3.2

    2851

    2561, 3311

    9

    • galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)

    3.2

    2852

    2562, 3311

    1

    Overige metaalbewerkende industrie

    3.2

    2852

    2562, 3311

    2

    Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2

    3.1

    287

    259, 331

    A0

    Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:

      

    287

    259, 331

    A1

    • p.o. < 2.000 m2

    4.1

    287

    259, 331

    B

    Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.

    3.2

    287

    259, 331

    B

    Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2

    3.1

     

     

     

     

     

    29

    27, 28, 33

    -

    Vervaardiging van machines en apparaten

      

    29

    27, 28, 33

    0

    Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:

      

    29

    27, 28, 33

    1

    • p.o. < 2.000 m2

    3.2

    29

    27, 28, 33

    2

    • p.o. >= 2.000 m2

    4.1

    29

    28, 33

    3

    • met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW

    4.2

     

     

     

     

     

    30

    26, 28, 33

    -

    Vervaardiging van kantoormachines en computers

      

    30

    26, 28, 33

    A

    Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie

    2

     

     

     

     

      

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    31

    26, 27, 33

    -

    Vervaardiging van over. elektr. machines, apparaten en benodigdh.

      

    311

    271, 331

      

    Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie

    4.1

    312

    271, 273

      

    Schakel- en installatiemateriaalfabrieken

    4.1

    313

    273

      

    Elektrische draad- en kabelfabrieken

    4.1

    314

    272

      

    Accumulatoren- en batterijenfabrieken

    3.2

    315

    274

      

    Lampenfabrieken

    4.2

    316

    293

      

    Elektrotechnische industrie n.e.g.

    2

     

     

     

     

      

    32

    26, 33

    -

    Vervaardiging van audio-, video-, telecom-apparaten en -benodigdh.

      

    321 t/m 323

    261, 263, 264, 331

      

    Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie

    3.1

    3210

    2612

      

    Fabrieken voor gedrukte bedrading

    3.1

     

     

     

     

      

    33

    26, 32, 33

    -

    Vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten

      

    33

    26, 32, 33

    A

    Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie

    2

     

     

     

     

      

    34

    29

      

    Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers

      

    341

    291

    0

    Autofabrieken en assemblagebedrijven

      

    341

    291

    1

    • p.o. < 10.000 m2

    4.1

    341

    291

    2

    • p.o. >= 10.000 m2

    4.2

    3420.1

    29201

      

    Carrosseriefabrieken

    4.1

    3420.2

    29202

      

    Aanhangwagen- en opleggerfabrieken

    4.1

    343

    293

      

    Auto-onderdelenfabrieken

    3.2

     

     

     

     

      

    35

    30

    -

    Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto's, aanhangwagens)

      

    351

    301, 3315

    0

    Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:

      

    351

    301, 3315

    1

    • houten schepen

    3.1

    351

    301, 3315

    2

    • kunststof schepen

    3.2

    351

    301, 3315

    3

    • metalen schepen < 25 m

    4.1

    352

    302, 317

    0

    Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:

      

    352

    302, 317

    1

    • algemeen

    3.2

    352

    302, 317

    2

    • met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW

    4.2

    353

    303, 3316

    0

    Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:

      

    353

    303, 3316

    1

    • zonder proefdraaien motoren

    4.1

    354

    309

      

    Rijwiel- en motorrijwielfabrieken

    3.2

    355

    3099

      

    Transportmiddelenindustrie n.e.g.

    3.2

     

     

     

     

      

    36

    31

    -

    Vervaardiging van meubels en overige goederen n.e.g.

      

    361

    310

    1

    Meubelfabrieken

    3.2

    361

    9524

    2

    Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2

    1

     

     

     

     

     

    362

    321

      

    Fabricage van munten, sieraden e.d.

    2

    363

    322

      

    Muziekinstrumentenfabrieken

    2

    364

    323

      

    Sportartikelenfabrieken

    3.1

    365

    324

      

    Speelgoedartikelenfabrieken

    3.1

    3663.1

    32991

      

    Sociale werkvoorziening

    2

    3663.2

    32999

      

    Vervaardiging van overige goederen n.e.g.

    3.1

     

     

     

     

      

    37

    38

    -

    Voorbereiding tot recycling

      

    372

    383202

    A0

    Puinbrekerijen en -malerijen:

      

    372

    383202

    A1

    • v.c. < 100.000 t/j

    4.2

    372

    383202

    B

    Rubberregeneratiebedrijven

    4.2

    372

    383202

    C

    Afvalscheidingsinstallaties

    4.2

     

     

     

     

      

    40

    35

    -

    Produktie en distrib. van stroom, aardgas, stoom en warm water

      

    40

    35

    B0

    Bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:

      

    40

    35

    B1

    • covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie

    3.2

    40

    35

    B2

    • vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa

    3.2

    40

    35

    C0

    Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

      

    40

    35

    C1

    • < 10 MVA

    2

    40

    35

    C2

    • 10 - 100 MVA

    3.1

    40

    35

    C3

    • 100 - 200 MVA

    3.2

    40

    35

    C4

    • 200 - 1000 MVA

    4.2

    40

    35

    D0

    Gasdistributiebedrijven:

      

    40

    35

    D1

    • gascompressorstations vermogen < 100 MW

    4.2

    40

    35

    D3

    • gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A

    1

    40

    35

    D4

    • gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C

    2

    40

    35

    D5

    • gasontvang- en -verdeelstations, cat. D

    3.1

    40

    35

    E0

    Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:

      

    40

    35

    E1

    • stadsverwarming

    3.2

    40

    35

    E2

    • blokverwarming

    2

    40

    35

    F0

    windmolens:

      

    40

    35

    F1

    • wiekdiameter 20 m

    3.2

    40

    35

    F2

    • wiekdiameter 30 m

    4.1

    40

    35

    F3

    • wiekdiameter 50 m

    4.2

     

     

     

     

      

    41

    36

    -

    Winning en distributie van water

      

    41

    36

    A0

    Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:

      

    41

    36

    A2

    • bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling

    3.1

    41

    36

    B0

    Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:

      

    41

    36

    B1

    • < 1 MW

    2

    41

    36

    B2

    • 1 - 15 MW

    3.2

    41

    36

    B3

    • >= 15 MW

    4.2

     

     

     

     

      

    45

    41, 42, 43

    -

    Bouwnijverheid

      

    45

    41, 42, 43

    0

    Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²

    3.2

    45

    41, 42, 43

    1

    • bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²

    3.1

    45

    41, 42, 43

    2

    Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²

    3.1

    45

    41, 42, 43

    3

    • aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²

    2

     

     

     

     

      

    50

    45, 47

    -

    Handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations

      

    501,502,504

    451,452,454

     

    Reparatie en servicebedrijven (uitgezonderd handel)

    2

    501

    451

      

    Groothandel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)

    3.2

    5020.4

    45204

    A

    Autoplaatwerkerijen

    3.2

    5020.4

    45204

    B

    Autobeklederijen

    1

    5020.4

    45204

    C

    Autospuitinrichtingen

    3.1

    5020.5

    45205

      

    Autowasserijen

    2

    505

    473

    0

    Benzineservisestations:

      

    505

    473

    1

    • met LPG > 1000 m3/jr

    4.1

    505

    473

    2

    • met LPG < 1000 m3/jr

    3.1

    505

    473

    3

    • zonder LPG

    2

     

     

     

     

     

    51

    46

    -

    Groothandel en handelsbemiddeling

      

    511

    461

      

    Handelsbemiddeling (kantoren)

    1

    5121

    4621

    0

    Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders

    3.1

    5121

    4621

    1

    Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer

    4.2

    5122

    4622

      

    Grth in bloemen en planten

    2

    5123

    4623

      

    Grth in levende dieren

    3.2

    5124

    4624

      

    Grth in huiden, vellen en leder

    3.1

    5125, 5131

    46217, 4631

      

    Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen

    3.1

    5132, 5133

    4632, 4633

      

    Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën

    3.1

    5134

    4634

      

    Grth in dranken

    2

    5135

    4635

      

    Grth in tabaksprodukten

    2

    5136

    4636

      

    Grth in suiker, chocolade en suikerwerk

    2

    5137

    4637

      

    Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

    2

    5138, 5139

    4638, 4639

      

    Grth in overige voedings- en genotmiddelen

    2

    514

    464, 46733

      

    Grth in overige consumentenartikelen

    2

    5148.7

    46499

    0

    Grth in vuurwerk en munitie:

      

    5148.7

    46499

    1

    • consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton

    2

    5148.7

    46499

    2

    • consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton

    3.1

    5148.7

    46499

    5

    • munitie

    2

    5151.1

    46711

    0

    Grth in vaste brandstoffen:

      

    5151.1

    46711

    1

    • klein, lokaal verzorgingsgebied

    3.1

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    5151.2

    46712

    0

    Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:

      

    5151.2

    46712

    1

    • vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3

    4.1

    5151.2

    46712

    3

    • tot vloeistof verdichte gassen

    4.2

    5151.3

    46713

      

    Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)

    3.2

    5152.1

    46721

    0

    Grth in metaalertsen:

      

    5152.1

    46721

    1

    • opslag opp. < 2.000 m2

    4.2

    5152.2 /.3

    46722, 46723

      

    Grth in metalen en -halffabrikaten

    3.2

    5153

    4673

    0

    Grth in hout en bouwmaterialen:

      

    5153

    4673

    1

    • algemeen: b.o. > 2000 m²

    3.1

    5153

    4673

    2

    • algemeen: b.o. <= 2000 m²

    2

    5153.4

    46735

    4

    zand en grind:

      

    5153.4

    46735

    5

    • algemeen: b.o. > 200 m²

    3.2

    5153.4

    46735

    6

    • algemeen: b.o. <= 200 m²

    2

    5154

    4674

    0

    Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:

      

    5154

    4674

    1

    • algemeen: b.o. > 2.000 m²

    3.1

    5154

    4674

    2

    • algemeen: b.o. < = 2.000 m²

    2

    5155.1

    46751

      

    Grth in chemische produkten

    3.2

    5155.2

    46752

      

    Grth in kunstmeststoffen

    2

    5156

    4676

      

    Grth in overige intermediaire goederen

    2

    5157

    4677

    0

    Autosloperijen: b.o. > 1000 m²

    3.2

    5157

    4677

    1

    • autosloperijen: b.o. <= 1000 m²

    3.1

    5157.2/3

    4677

    0

    Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²

    3.2

    5157.2/3

    4677

    1

    • overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²

    3.1

    518

    466

    0

    Grth in machines en apparaten:

      

    518

    466

    1

    • machines voor de bouwnijverheid

    3.2

    518

    466

    2

    • overige

    3.1

    519

    466, 469

      

    Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.

    2

     

     

     

     

      

    5261

    4791

      

    Postorderbedrijven

    3.1

     

     

     

     

      

    60

    49

    -

    Vervoer over land

      

    601

    491, 492

    0

    Spoorwegen:

      

    601

    491, 492

    1

    • stations

    3.2

    601

    491, 492

    2

    • rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel)

    4.2

    6021.1

    493

      

    Bus-, tram- en metrostations en -remises

    3.2

    6022

    493

      

    Taxibedrijven

    2

    6023

    493

      

    Touringcarbedrijven

    3.2

    6024

    494

    0

    Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²

    3.2

    6024

    494

    1

    • Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²

    3.1

    603

    495

      

    Pomp- en compressorstations van pijpleidingen

    2

     

     

     

     

      

    61, 62

    50, 51

    -

    Vervoer over water / door de lucht

      

    61, 62

    50, 51

    A

    Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)

    1

     

     

     

     

      

    63

    52

    -

    Dienstverlening t.b.v. het vervoer

      

    6311.1

    52241

    0

    Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:

      

    6311.1

    52241

    2

    • stukgoederen

    4.2

    6311.1

    52241

    7

    • tankercleaning

    4.2

    6311.2

    52242

    0

    Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:

      

    6311.2

    52242

    1

    • containers

    4.2

    6311.2

    52242

    10

    • tankercleaning

    4.2

    6311.2

    52242

    2

    • stukgoederen

    3.2

    6311.2

    52242

    3

    • ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²

    4.2

    6311.2

    52242

    5

    • granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u

    4.2

    6311.2

    52242

    7

    • steenkool, opslagopp. < 2.000 m2

    4.2

    6312

    52102, 52109

    A

    Distributiecentra, pak- en koelhuizen

    3.1

    6312

    52109

    B

    Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)

    2

    6321

    5221

    1

    Autoparkeerterreinen, parkeergarages

    2

    6321

    5221

    2

    Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)

    3.2

    634

    5229

      

    Expediteurs, cargadoors (kantoren)

    1

     

     

     

     

      

    64

    53

    -

    Post en telecommunicatie

      

    641

    531, 532

      

    Post- en koeriersdiensten

    2

    642

    61

    A

    Telecommunicatiebedrijven

    1

     

     

     

     

     

    642

    61

    B0

    zendinstallaties:

      

    642

    61

    B1

    • LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)

    3.2

    642

    61

    B2

    • FM en TV

    1

    642

    61

    B3

    • GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)

    1

     

     

     

     

      

    71

    77

    -

    Verhuur van transportmiddelen, machines, andere roerende goederen

      

    711

    7711

      

    Personenautoverhuurbedrijven

    2

    712

    7712, 7739

      

    Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)

    3.1

    713

    773

      

    Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen

    3.1

    714

    772

      

    Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

    2

     

     

     

     

      

    72

    62

    -

    Computerservice- en informatietechnologie

      

    72

    58, 63

    B

    Datacentra

    2

     

     

     

     

      

    73

    72

    -

    Speur- en ontwikkelingswerk

      

    731

    721

      

    Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

    2

     

     

     

     

     

    74

    63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

    -

    Overige zakelijke dienstverlening

      

    747

    812

      

    Reinigingsbedrijven voor gebouwen

    3.1

    7481.3

    74203

      

    Foto- en filmontwikkelcentrales

    2

    7484.3

    82991

      

    Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten

    4.1

    7484.4

    82992

      

    Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

    1

     

     

     

     

      

    75

    84

    -

    Openbaar bestuur, overheidsdiensten, sociale verzekeringen

      

    7522

    8422

      

    Defensie-inrichtingen

    4.1

     

     

     

     

     

    7525

    8425

      

    Brandweerkazernes

    3.1

     

     

     

     

      

    90

    37, 38, 39

    -

    Milieudienstverlening

      

    9001

    3700

    A0

    RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:

      

    9001

    3700

    A1

    • < 100.000 i.e.

    4.1

    9001

    3700

    A2

    • 100.000 - 300.000 i.e.

    4.2

    9001

    3700

    B

    rioolgemalen

    2

    9002.1

    381

    A

    Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.

    3.1

    9002.1

    381

    B

    Gemeentewerven (afval-inzameldepots)

    3.1

    9002.1

    381

    C

    Vuiloverslagstations

    4.2

    9002.2

    382

    A0

    Afvalverwerkingsbedrijven:

      

    9002.2

    382

    A2

    • kabelbranderijen

    3.2

    9002.2

    382

    A4

    • pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)

    3.1

    9002.2

    382

    A5

    • oplosmiddelterugwinning

    3.2

    9002.2

    382

    A6

    • afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW

    4.2

    9002.2

    382

    A7

    • verwerking fotochemisch en galvano-afval

    2

    9002.2

    382

    B

    Vuilstortplaatsen

    4.2

    9002.2

    382

    C0

    Composteerbedrijven:

      

    9002.2

    382

    C1

    • niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr

    4.2

    9002.2

    382

    C3

    • belucht v.c. < 20.000 ton/jr

    3.2

    9002.2

    382

    C4

    • belucht v.c. > 20.000 ton/jr

    4.1

    9002.2

    382

    C5

    • GFT in gesloten gebouw

    4.1

     

     

     

     

      

    93

    96

    -

    Overige dienstverlening

      

    9301.1

    96011

    A

    Wasserijen en strijkinrichtingen

    3.1

    9301.1

    96011

    B

    Tapijtreinigingsbedrijven

    3.1

    9301.2

    96012

      

    Chemische wasserijen en ververijen

    2

    9301.3

    96013

    A

    Wasverzendinrichtingen

    2

    9303

    96032

    3

    • crematoria

    3.2

      

      

      

      

      

     

     

    Bijlage 3 Staat van Horeca-activiteiten

    Categorie 1 “lichte horeca”

    Bedrijven die in beginsel alleen overdag en ’s avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden.

    1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca

    • automatiek;

    • broodjeszaak;

    • cafetaria;

    • croissanterie;

    • koffiebar;

    • lunchroom;

    • ijssalon;

    • snackbar;

    • tearoom;

    • traiteur.

    1b. Overige lichte horeca

    • bistro;

    • restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);

    • hotel.

    1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking

    • bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m2;

    • restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, Mc Drives)

     

    Categorie 2 “middelzware horeca”

    Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:

    • bar;

    • bierhuis;

    • biljartcentrum;

    • café;

    • proeflokaal;

    • shoarma/grillroom;

    • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen).

     

    Categorie 3 “zware horeca”

    Bedrijven die voor een goed functioneren ook ’s nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:

    • dancing;

    • discotheek;

    • nachtclub;

    • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen).