In deze regels wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Suwâld
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat
in het GML-bestand NL.IMRO.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee
gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten
aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
constructie aan een oever of
kade, in of op het water, die hoofdzakelijk dient voor het aanleggen en
ligplaats innemen van vaartuigen;
een bedrijf dat in nauwe relatie staat tot het
agrarisch bedrijf, waarvan de werkzaamheden in hoofdzaak bestaan uit het
verlenen van diensten aan derden in de vorm van het houden van dieren en/of het
telen en bewerken van gewassen;
een bedrijf dat is gericht op het
voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt
daaronder begrepen) en/of het houden van dieren;
een
bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter
productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische
bedrijven;
een
bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is
gericht op het telen van (consumptie)gewassen in de volle grond;
een gebied waar zich in de bodem met het oog op de
bewoningsgeschiedenis beschermingswaardige voorwerpen of sporen van vroegere
samenlevingen bevinden;
de waarden die
verband houden met het zich in de bodem bevinden van voorwerpen of bewoningssporen
van vroegere samenlevingen, die wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de
wetenschap of hun cultuurhistorische waarde van algemeen belang zijn;
een horecabedrijf
waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding
verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende
de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit
voltrekt;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen
zijnde;
een in het plan
aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat
maximaal mag worden bebouwd, dit met inbegrip van de oppervlakte van
(overdekte) bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor
(het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar in aantoonbare relatie
staat tot de bestemming van het gebouw of het terrein;
een object
waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde
voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden
gehouden;
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, genoemd
in bijlage 2 dan wel een
naar de aard of invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen activiteit,
die in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend op een zodanige wijze dat:
a.
het woonhuis
in overwegende mate de woonfunctie behoudt;
b.
de
ruimtelijke uitwerking of uitstraling van die activiteit met de woonfunctie in
overeenstemming is, waarbij:
-
het uiterlijk
van de betreffende woning niet wordt aangetast;
-
het
beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de
woning;
-
het niet gaat
om vormen van detailhandel en/of horeca;
-
er geen
onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreedt;
de totale (bruto) vloeroppervlakte van de ruimte
die wordt gebruikt voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, een
(dienstverlenend) bedrijf en/of een dienstverlenende instelling, inclusief
opslag- en administratieruimten en dergelijke;
a.
ten aanzien
van bouwwerken, werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
-
bestaand ten
tijde van de eerste ter inzage legging van het ontwerp van dit plan;
b.
ten aanzien
van het overige gebruik:
-
bestaand ten
tijde van het van kracht worden van dit plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een agrarisch aanverwant bedrijf dat is gericht op
het fokken, het africhten, het opleiden en trainen, alsmede het opvangen en
stallen van paarden en/of pony's;
een voorziening
ten behoeve van de uitoefening van een specifieke vorm van (sportieve)
recreatie;
het
plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen en het
vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend
gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte
liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane
grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten
stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende
bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn
aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen,
metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is
verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is
gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het
algemeen gespreide bezoekersfrequentie gedurende de dag en een hoge
bezoekersfrequentie gedurende de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk
binnen de lokaliteit voltrekt;
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden (gronden
ten behoeve van houtteelt daaronder begrepen) met uitzondering van bosgronden;
waarden van een gebied en/of de
daarin voorkomende bebouwing, elementen en structuren, die uitdrukking geven
aan de beschavingsgeschiedenis en/of het gebruik door de mens in de loop van
die geschiedenis;
een gebied met een toegekende waarde ontstaan door
het gebruik van dat gebied in de loop van de geschiedenis door de mens en dat
behouden dient te worden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder
begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen
aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders
dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Met bedrijfsmatige activiteiten worden
gelijkgesteld structureel hobbymatige activiteiten, zoals meer dan incidentele
/ min of meer permanente detailhandel door particulieren (bijvoorbeeld in
gebruikte goederen);
een bedrijf of
instelling, waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten op
administratief, adviesgevend, financieel, informatietechn(olog)isch,
intermediair, juridisch, (lichaams)verzorgend, ontwerptechnisch, (para-/
sociaal-)medisch, therapeutisch of daarmee gelijk te stellen terrein, alsmede
uitzend- en/of detacheringsbedrijven, uitleen- en/of verhuurbedrijven in
kleinschalige roerende goederen, zoals video- of bibliotheken, één en ander
evenwel met uitzondering van een seksinrichting, uitleen- en verhuurbedrijven
in grootschalige roerende goederen, zoals transportmiddelen, machines of
werktuigen en reparatie- en herstelbedrijven, waaronder een garagebedrijf;
een door de mens (oorspronkelijk) als perceelsscheiding
opgeworpen, langgerekte aarden wal (wallichaam) met een aaneengesloten beplanting,
bestaande uit bomen, struiken en een kruidenlaag.
Onder
dykswâl wordt tevens verstaan een langerekte aarden wal, of een gedeelte
daarvan, met een aaneengesloten beplanting, die is gerealiseerd als vervanging
en/of compensatie van een legaal of gelegaliseerd verwijderde dykswâl of
gedeelte daarvan;
de bouwlaag op de
begane grond;
het binnen de (woon)bestemming en tuinbestemming
gelegen gedeelte van het bouwperceel, met uitzondering van het binnen het
bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel;
een
hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een woonhuis op de eerste bouwlaag, bouwkundig bestaande uit een “lichte” constructie met
een overwegend transparante uitstraling;
een
vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen
en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een
seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
een vorm van recreatief medegebruik inhoudende een
publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere
gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de openlucht of in tijdelijke
onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak,
waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of
sportieve, of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten,
braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten,
festivals, e.d.;
de teelt of het kweken van fruit aan
houtige gewassen;
het gemeentelijk woningbouwbeleid zoals neergelegd
in de Structuurvisie ‘Finster op romte’ en de Woonvisie ‘Finster op wenjen’
(beiden vastgesteld in januari
elk bouwwerk, dat
een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt;
de mogelijkheden
om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te
gebruiken;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein
en/of een spoorweg;
de geluidsbelasting op een bepaalde plaats,
veroorzaakt door de gezamenlijk op een militaire luchthaven landende en
opstijgende luchtvaartuigen, uitgedrukt in Kosteneenheden, zoals bedoeld in de
Wet luchtvaart en het Besluit militaire luchthavens;
woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen,
zoals bedoeld in de Wet luchtvaart en het Besluit militaire luchthavens;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere
geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Luchtvaartwet en het Besluit
geluidsbelasting grote luchtvaart;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere
geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder
en/of het Besluit Geluidhinder;
een inrichting,
bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een
bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze
rechtstreeks kan worden afgeleid uit het Besluit militaire luchthavens.
een agrarische bedrijfsvoering waarbij het gebruik
van cultuurgrond noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
een erker die aan twee gevels van een woonhuis is gebouwd;
een bij een
bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van
geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in
een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder
en/of het Besluit Geluidhinder;
een bedrijf, waar
bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden
verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al
dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een
erotisch getinte vermaaksfunctie;
een complementair
horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van
(niet- of licht- alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan
bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals
een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom,
ijssalon, petit- restaurant, snackbar, snack-kiosk, tearoom, traiteur, en/of
een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen
horecabedrijf;
een horecabedrijf
met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat
voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische)
dranken, zoals een bar, (grand)café, eetcafé, restaurant, café-restaurant en/of
een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen
horecabedrijf, al dan niet in combinatie met
logiesvertrekking of een zalencentrum;
een horecabedrijf
dat voornamelijk is gericht op het ’s avonds en/of ‘s nachts verstrekken van
(alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of
vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-/dancing, discotheek, nachtclub, en/of
een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen
horecabedrijf;
een horecabedrijf dat in hoofdzaak is gericht op
het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel, pension,
en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen
bedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een caférestaurant;
de oppervlakte van de ruimte binnen een
horecabedrijf, die wordt gebruikt voor de verstrekking van dranken, etenswaren of
logies, waaronder terrassen (exclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en
administratieruimten, e.d.);
een horecabedrijf waar tegen vergoeding, naast logies ook maaltijden en dranken kunnen
worden verstrekt;
een
bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden
die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe
vrijstelling is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel
een eenmalig, niet periodiek terugkerend
evenement;
gebouwen met een tussenruimte
van ten hoogste
gebouwen met een tussenruimte van ten hoogste
haven met de daarbij behorende grond waar
overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd
houden van recreatie- of pleziervaartuigen;
a.
een tent, een
tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
b.
enig ander
onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan,
voorzover geen bouwwerk zijnde;
één en ander voor zover deze onderkomens of
voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of
opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief
nachtverblijf;
een terrein ter beschikking gesteld voor het
plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
een winkel ten behoeve van de
gebruikers van een kampeerterrein of een andere verblijfsrecreatieve
voorziening;
een restauratieve voorziening ten dienste van een
bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van etenswaren, eenvoudige
maaltijden en/of dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die
instelling;
een gebouw zonder of met een
ondergeschikte publieksgerichte functie, dat dient voor de uitoefening van
administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen
functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard
daarmee gelijk te stellen dienstverlenende bedrijven en instellingen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw met een zekere
helling;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of
grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot
het kweken van vruchten, bloemen of planten;
voortbrengsel van
de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een bouwwerk, geen
gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele
doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of
aquaduct of een sluis dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe
Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand
tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
waarden in verband met de verschijningsvorm van
een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in
dat gebied.
De landschappelijke waarden van het woudengebied
(coulisselandschap) bestaan in het bijzonder uit de relatief kleinschalige
verkaveling (regelmatig verkavelingspatroon) en de aanwezigheid van beplanting
op of langs perceelsscheidingen in de vorm van hout- of boomsingels (meestal
elzen bij sloten) en/of dykswâlen, veelal in combinatie met een fijnmazig
netwerk van wegen en paden (deels onverhard) en streekeigen bebouwing
(boerderijen en wâldhúskes). Daarnaast kan de aanwezigheid van bospartijen,
landgoederen, essen, pingoruïnes, poelen en dobben bepalend zijn voor de
landschappelijke waarden.
In het open landschap is naast de openheid en de
beperkte aanwezigheid van bebouwing met name de verkavelingsrichting en het
kavelpatroon belangrijk. Tevens worden de landschappelijke waarden bepaald door
de eventuele aanwezigheid van open waterpartijen, sloten, vaarten, rietvelden,
moerasbosjes en terpen;
een
horecabedrijfsactiviteit, die enkel of in hoofdzaak is gericht op het tegen
vergoeding verstrekken van logies en waarbij de logieseenheden zijn ingericht
als nachtverblijf, zoals een hotel, pension of kampeerboerderij;
een voorziening met een
publieksgericht karakter, waar gelegenheid wordt geboden voor het berijden en
verzorgen van paarden en/of pony's (waaronder begrepen het stallen, het lesgeven,
de verhuur, het dresseren en trainen, alsmede het organiseren van wedstrijden
en/of andere hippische evenementen) eventueel in combinatie met daaraan
gerelateerde en ondergeschikte detailhandel;
een
door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van
lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens;
een eetgelegenheid voor leerlingen of studenten;
de grootste, voor een bepaald
bedrijfstype in acht te nemen (richtlijn)afstand tot een milieugevoelige
functie in verband met door dat bedrijfstype veroorzaakte hinder door geluid,
gevaar, geur, licht, stof en/of trilling;
de waarde van een gebied in
milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen
milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op
het voorkómen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar,
licht en/of trilling;
een bouwwerk met
wieken, dat is bedoeld om door middel van windvang mechanische kracht op te
wekken, bijvoorbeeld voor het fijnmalen van stoffen (zoals graan) of het
bemalen van polders;
de abiotische en biotische waarden van een gebied;
de aan een gebied toegekende
waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen
voorkomende in dat gebied;
een
agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt en die als
zodanig niet afhankelijk is van open cultuurgrond als productiemiddel;
het doorlopend
gedeelte van een gebouw, begrensd door op gelijke of bij benadering gelijke
hoogte liggende vloeren of balklagen, dat geheel of grotendeels is gelegen
beneden het peil;
plaats waar van elders komende
personen (met name vluchtelingen en/of
thuis- en daklozen) opgevangen en voorlopig gehuisvest en verzorgd
worden;
elk bouwwerk, geen
gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste
één wand;
a.
indien op of
in het land wordt gebouwd:
-
de hoogte van
het afgewerkte omliggende terrein ter plaatse van het bouwwerk, met dien
verstande dat, indien het bouwwerk zal worden gebouwd op een nog onbebouwd
perceel, deze hoogte ten hoogste
-
indien de
hoogte van het afgewerkte terrein niet aan alle zijden van het bouwwerk gelijk
is, wordt het peil gerekend vanaf het laagste punt van het omliggende
afgewerkte terrein, incidenteel aangebrachte en ondergeschikte ophogingen en
verdiepingen buiten beschouwing gelaten;
b.
indien op of
in het water wordt gebouwd:
-
het ter
plaatse door het waterschap ten tijde van de eerste ter inzage legging van het bestemmingsplan vastgestelde
waterpeil;
een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van
logies voor langere of kortere tijd, met als nevenactiviteiten het verstrekken
van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten, één en ander zonder
vermaaksfunctie;
een evenement dat in min of meer dezelfde vorm met
een zekere regelmaat (bijvoorbeeld wekelijks, maandelijks of (half)jaarlijks)
wordt gehouden;
dienstverlening gericht op het persoonlijk
welbevinden, de gezondheid en/of op het uiterlijk van personen, zoals een kappersbedrijf,
een schoonheidsssalon en/of een (para-)medische praktijk;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast
in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de
productiefunctie;
het zich
beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een
ander tegen vergoeding;
een recreatief
gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming
waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend-
en/of verblijfsrecreatie;
een gebouw dat naar de aard en
inrichting bedoeld is voor recreatieve bewoning, niet zijnde een stacaravan of chalet
een woonschip dat naar de aard en inrichting bedoeld is
voor recreatieve bewoning;
een voorziening
ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van
(eenvoudige) spijzen en dranken aan de medewerkers van dat bedrijf of die
instelling, zoals een bedrijfskantine;
een risicovolle
inrichting, een transportroute gevaarlijke stoffen of een buisleiding ten
behoeve van het transport van gevaarlijke stoffen;
een inrichting,
bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde,
een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden
bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare
objecten;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte
waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele
handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard
plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval
verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een
seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan
niet in combinatie met elkaar;
de teelt van opgaande sier- en tuinbeplanting als
bomen, struiken, heesters, planten en aanverwante gewassen, bloembollenteelt
daaronder niet begrepen;
een winkel in alcoholhoudende
dranken voor het gebruik elders dan ter plaatse;
een caravan die als een gebouw valt aan te merken;
de waarde van een gebied in stedenbouwkundige zin
die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in
het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte,
een goede hoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de
samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar
georiënteerd is;
een bedrijf waarbinnen bedrijfsmatig bomen,
heesters en andere siergewassen worden gekweekt en/of waarbinnen detailhandel
in tuininrichtingsartikelen plaatsvindt;
specifieke
artikelen voor de inrichting en het onderhoud van particuliere tuinen en de
daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals genoemd in bijlage 3;
de waarde van een
gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van
overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en
uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige
inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
een bouwkundige constructie van enige omvang,
zoals een chalet of stacaravan, die direct maar niet duurzaam met de aarde verbonden
is;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke
(afgebakende) winkelruimte ten behoeve van detailhandel;
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf het peil;
gronden waarop niet-bedrijfsmatige teelt van
groente en/of fruit en het kweken van siergewassen wordt uitgeoefend;
detailhandel in goederen die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot
oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto’s, boten,
caravans, woning- en tuininrichtingsartikelen, bouwmaterialen, keukens en
sanitair;
zie voorgevelrooilijn;
de
naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met
meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de
situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden
aangemerkt;
de bij een
bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van
geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de
Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een bedrijf dat in
hoofdzaak is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de
handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk, en/of de daarvoor benodigde
stoffen;
alle voor het
openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen
de daarin gelegen kunstwerken, de tot de wegen of paden behorende bermen en
zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeergelegenheden;
een bouwwerk dat
is bedoeld om met een draailichaam (rotor) door middel van windvang elektrische
energie op te wekken en waarvan de rotor om een horizontale dan wel om een
verticale as draait (horizontale respectievelijk verticale windturbine);
een gebouw dat een
ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor
de detailhandel;
een complex van
ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk
huishouden c.q. een daarmee gelijk te stellen samenhangende groep van personen;
een accomodatie met bijbehorende
voorzieningen voor het huisvesten van personen die bij hun normale, dagelijkse
functioneren, huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische
begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals (niet zelf redzame) bejaarden of
gehandicapten;
een gebouw, dat meerdere naast
elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat
qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een gebouw, dat één woning omvat dan wel twee of
meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen
omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan
worden;
een zich in het water bevindend object, dat dient als woning;
de waarde van een gebied voor de woonfunctie die
wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en
bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het
uitzicht, de mate van privacy en het voorkómen of beperken van hinder;
een voor bewoning bestemd
gebouw/bouwwerk dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in
delen kan worden verplaatst;
Bij
toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
(Ten aanzien van de wijze van meten op de digitale
verbeelding geldt dat het hart van een lijn moet worden aangehouden.)
1. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale
vlak;
2. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de
druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
3. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de
buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de
buitenzijde van daken en dakkapellen;
4. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met
uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes,
en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
5. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse
gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op
het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het
bouwwerk. Onderdelen van het bouwwerk gemeten op meer dan
6. de lengte, breedte en diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde
van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren);
7. het bebouwde oppervlak:
de som van de oppervlakken van alle op een bouwperceel staande gebouwen en overkappingen;
8. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:
de kortste afstand vanaf enig punt tot de
zijdelingse bouwperceelgrens;
9. de hoogte van een molen:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de kap dan wel, bij
het ontbreken daarvan, de draaias van de molen;
10. de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de as van
de windturbine.
Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten
aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van
meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor
toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte
betekenis moet worden aangemerkt.
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a. tuinen;
b. erkers;
met daaraan ondergeschikt:
c. groenvoorzieningen;
d. parkeervoorzieningen;
e. speelvoorzieningen;
f. wegen, straten en paden;
g. water;
h. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
i. erven en verhardingen;
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende
regels:
a.
een erker zal
ten hoogste
b.
de afstand
van een erker tot de zijdelingse bouwperceelgrens zal ten minste
1.
er sprake is
van twee aaneen te bouwen erkers voor twee afzonderlijke, aaneen gebouwde
woonhuizen;
2.
er sprake is
van een hoekerker of een erker aan de zijgevel van een gebouw, in welk geval de
afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste
c.
een erker zal
ten hoogste over
d.
de
oppervlakte van de erker zal ten hoogste
3.2.2 Bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van de in lid
a.
de bouwhoogte
van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste
b.
de bouwhoogte
van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste
1.
de bouwhoogte
van masten, niet zijnde antennemasten, en palen ten hoogste
2.
de bouwhoogte
van antennemasten ten hoogste
tenzij de aanduiding "maximale
bouwhoogte" is aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, ten hoogste de in die aangegeven bouwhoogte zal bedragen.
Tot een gebruik strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel
a.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden;
b.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
c.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken als horecabedrijf.
Burgemeester en wethouders kunnen het
bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming(en)
‘Wonen - A
1.
de
wijzigingsbevoegdheid met betrekking tot het aanbrengen van nieuwe bouwvlakken
uitsluitend betrekking heeft op een wijziging van de oorsponkelijke
voorbouwgrens ten behoeve van een veranderende situering van het woonhuis;
2.
de
oppervlakte van het bouwvlak niet groter wordt dan ten hoogste de oppervlakte
van het oorspronkelijke bouwvlak;
3.
gebouwen en
overkappingen die buiten een bouwvlak mogen worden gebouwd, niet voor de
voorbouwgrens worden gebouwd;
4.
de
gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen buiten een bouwvlak per
bouwperceel ten hoogste
5.
de afstand
ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste
6.
de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende
voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
7.
rekening wordt gehouden met de structuur en
het karakter van de omgeving (dorpskern, dorpsuitlopers of landelijk gebied) en
de op-pervlakte, de ligging en de afmetingen van de gebouwen op de aangrenzende
bouwpercelen.
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven
aan de in lid 3.4.2. bedoelde
wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan
aan:
1.
het
straat- en bebouwingsbeeld;
2.
de
milieusituatie;
3.
de
woonsituatie;
4.
de
landschappelijke waarden;
5.
de
cultuurhistorische waarden;
6.
de
archeologische waarden;
7.
de
natuurwaarden;
8.
de
verkeersveiligheid;
9.
de
ontsluitingssituatie;
10. de parkeersituatie;
11. de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden.
Artikel
De voor ‘Wonen - A
a.
gebouwen en
overkappingen ten behoeve van het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte
voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
1.
het wonen, al
dan niet in combinatie met ruimte voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan
huis;
2.
het wonen in
combinatie met:
a.
winkels, ter
plaatse van de aanduiding “detailhandel”;
b.
bedrijven die
zijn genoemd in bijlage
waarbij, ter plaatse van de aanduiding
“karakteristiek”, de bestaande karakteristieke hoofdvorm zoveel mogelijk in
stand wordt gehouden;
met daaraan ondergeschikt:
b. groenvoorzieningen;
c. parkeervoorzieningen;
d. speelvoorzieningen;
e. wegen, straten en paden;
f. water;
g. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
h. tuinen, erven en verhardingen;
i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.1 Bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak
Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak
gelden de volgende regels:
a.
het aantal
woonhuizen zal per bouwvlak ten hoogste één bedragen;
b.
de gebouwen
zullen met ten minste
c.
de goot- en
bouwhoogte zal ten hoogste
-
de goothoogte
binnen een afstand van
4.2.2 Bouwen van gebouwen en overkappingen buiten
een bouwvlak
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen
buiten een bouwvlak gelden de volgende regels:
a.
de goot- en
bouwhoogte van niet-vrijstaande gebouwen zal ten hoogste
1.
de goothoogte
van gebouwen binnen een afstand van
2.
de goothoogte
van gebouwen binnen een afstand van
b.
de goot- en
bouwhoogte van een vrijstaand gebouw zal ten hoogste
c.
de bouwhoogte
van overkappingen zal ten hoogste
d.
de
gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen per bouwperceel zal
ten hoogste
e.
de oppervlakte
van een vrijstaand gebouw zal ten hoogste
4.2.3 Bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van de in lid
a.
de bouwhoogte
van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste
b.
de bouwhoogte
van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste
1.
de bouwhoogte
van masten, niet zijnde antennemasten, en palen ten hoogste
2.
de bouwhoogte
van antennemasten ten hoogste
tenzij de aanduiding “maximale bouwhoogte” is
aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
ten hoogste de in die aanduiding aangegeven bouwhoogte zal bedragen.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a.
het gebruik
van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak als zelfstandige woning;
b.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij de gronden
ter plaatse zijn aangeduid als "detailhandel";
c.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden, tenzij de
gronden ter plaatse zijn aangeduid als “bedrijf tot en met categorie
d.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken als horecabedrijf;
e.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroeps- of bedrijfsactiviteit
aan huis, zodanig dat de beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt
dan
-
-
Burgemeester en wethouders kunnen het
bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a.
de bestemming
wordt gewijzigd in de bestemming(en) ‘Bedrijf –
1.
deze
wijzigingsbevoegdheid uitsluitend van toepassing is ten behoeve van een
functieverandering van het gehele oorspronkelijke boerderijpand welke gelegen
is in een dorpsuitloper of binnen het landelijk gebied;
2.
de
uitoefening van de betreffende functie plaatsvindt binnen de bestaande
oppervlakte aan gebouwen en het bijbehorende erf;
3.
de
betreffende functie qua aard en schaal is afgestemd op de verzorgingsfunctie
van de omringende kernen;
4.
vestiging
niet leidt tot een duurzame ontwrichting van het in het betrokken gebied
bestaande voorzieningenpatroon in de desbetreffende sector, die niet door een
dringende reden wordt gerechtvaardigd;
5.
de bestaande
woonfunctie bij het bedrijf gehandhaafd blijft;
6.
het geen
geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of
vuurwerkbedrijven betreft;
b.
de bestemming
wordt gewijzigd in de bestemming(en) ‘Wonen – A
c.
de bestemming
wordt gewijzigd in de bestemming(en) ‘Wonen – B
1.
de
oppervlakte van het bouwvlak ten minste
2.
de te bouwen
tweede woning in overeenstemming is met het vigerende gemeentelijk en
provinciaal woningbouwbeleid;
3.
de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende
voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
4.
het parkeren
ten behoeve van de woningen op het eigen erf plaatsvindt;
5.
de woningen
op een adequate wijze worden ontsloten;
d.
de
oppervlakte van een aangegeven bouwvlak in combinatie met de oppervlakte van
gebouwen en overkappingen buiten een bouwvlak wordt vergroot, mits:
1.
de
oppervlakte van het bouwvlak ten hoogste
2.
het
bebouwingspercentage van het erf ten hoogste
3.
de
oppervlakte van een vrijstaand gebouw ten hoogste
4.
de afstand
ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste
5.
geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van
het gebied, waarbij met name rekening wordt gehouden met de structuur en het
karakter van de omgeving (dorpskern, dorpsuitlopers of landelijk gebied) en de
oppervlakte, de ligging en de afmetingen van de gebouwen op de aangrenzende
bouwpercelen;
6.
de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende
voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
e.
de ligging
van een aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd, mits:
1.
de
oppervlakte van het bouwvlak niet groter wordt dan ten hoogste
2.
de afstand
ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste
3.
de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende
voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
f.
de aanduiding
“karakteristiek” wordt aangebracht, indien door verbeterwerkzaamheden dan wel
door veranderde inzichten een niet als karakteristiek aangeduid gebouw (weer)
karakteristiek wordt;
g.
de aanduiding
“karakteristiek” geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, mits:
1.
de
karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende
wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
2.
de karakteristieke hoofdvorm in zijn geheel
redelijkerwijs niet te handhaven is in
relatie tot de functie die het gebouw moet of uitsluitend nog kan vervullen.
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven
aan de in lid 4.4.1 bedoelde
wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan
aan:
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
2. de milieusituatie;
3. de woonsituatie;
4. de landschappelijke waarden;
5. de cultuurhistorische waarden;
6. de archeologische waarden;
7. de natuurwaarden;
8. de verkeersveiligheid;
9. de ontsluitingssituatie;
10. de parkeersituatie;
11. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende
gronden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het
toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden
gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De door het plan geboden ruimte ten aanzien van de
situering en de maatvoering van bouwwerken, kan nader worden ingevuld door de
in artikel
Er zullen geen windturbines
worden gebouwd, tenzij de gronden bestemd zijn als 'Bedrijf -
6.3.1 Omgevingsvergunningplicht
Ter plaatse van de aanduiding
"karakteristiek" is het verboden zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning van het bevoegd gezag gebouwen geheel of gedeeltelijk te
slopen.
6.3.2 Uitzonderingen op vergunningplicht
Het bepaalde in lid 6.3.1
is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden die:
a. het normale onderhoud betreffen;
b.
reeds in
uitvoering of vergund zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het
plan.
De in lid 6.3.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend mits:
a.
de
karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende
wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
b.
de
karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven;
c.
het delen van
gebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken,
en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke
hoofdvorm plaatsvindt.
Artikel
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven
bestemmingen, zoals bedoeld in artikel
a.
het gebruik
van de gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
b.
het gebruik
van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders
dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming(en) toegelaten
bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
c.
het gebruik
van de gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik
onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ten behoeve van de
uitvoering van krachtens de bestemming(en) toegelaten bouwactiviteiten en
werken en werkzaamheden;
d.
het gebruik
van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
e.
het gebruik
van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
Artikel
Burgemeester en wethouders kunnen het
bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a.
de bestemming
kan worden gewijzigd ten behoeve van het aanbrengen van een nieuw bouwvlak,
mits:
1.
de gronden op
de kaart zijn voorzien van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied
2.
het aantal te
bouwen woningen ten hoogste
3.
de te bouwen
woning in overeenstemming is met het, op moment van wijziging vigerende
gemeentelijk en provinciaal woningbouwbeleid;
4.
de
geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende
voorkeurswaarde of een verkregen hogere grenswaarde;
5.
rekening
wordt gehouden met de structuur en het karakter van de omgeving (dorpskern,
dorpsuitlopers of landelijk gebied) en de oppervlakte, de ligging en de
afmetingen van de gebouwde op de aangrenzende bouwpercelen.
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven
aan de in lid 8.1.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan :
Burgemeester en wethouders kunnen het
bestemmingsplan in die zin wijzigen dat:
a.
de gronden
die ter plaatse zijn aangeduid als “Wro-zone – wijzigingsgebied
-
winkels,
indien de gronden ter plaatse worden aangeduid als “detailhandel”;
-
bedrijven die
zijn genoemd in bijlage
-
dienstverlenende
bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, indien de gronden ter plaatse
worden aangeduid als “dienstverlening”;
mits:
1.
de
betreffende functie qua aard en schaal is afgestemd op de verzorgingsfunctie
van de omringende kernen;
2.
vestiging
niet leidt tot een duurzame ontwrichting van het in het betrokken gebied
bestaande voorzieningenpatroon in de desbetreffende sector, die niet door een
dringende reden wordt gerechtvaardigd;
3.
er voldoende
parkeergelegenheden in het gebied aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven
aan de in lid 8.2.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
2. de milieusituatie;
3. de woonsituatie;
4. de landschappelijke waarden;
5. de cultuurhistorische waarden;
6. de archeologische waarden;
7. de natuurwaarden;
8. de verkeersveiligheid;
9. de ontsluitingssituatie;
10. de parkeersituatie;
11. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende
gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het
bestemmingsplan in die zin wijzigen dat:
a.
de gronden
die ter plaatse zijn aangeduid als “Wro-zone – wijzigingsgebied
1.
ten hoogste
2.
de
geluidbelasting van de geluidgevoelige gebouwen niet hoger is dan de geldende
voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde;
3.
de
oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste
4.
de goothoogte
van een bedrijfswoning ten hoogste
5.
de bouwhoogte
van een bedrijfswoning ten hoogste
6.
de dakhellen
van een bedrijfswoning ten hoogste
7.
de goothoogte
van andere gebouwen ten dienste van de bedrijfswoonfunctie ten hoogste
8.
de bouwhoogte
van de andere gebouwen ten dienste van de bedrijfswoonfunctie ten hoogste
9.
de bouwhoogte
van overkappingen ten dienste van de bedrijfswoonfunctie ten hoogste
10. de gezamenlijke oppervlakte van andere gebouwen en
overkappingen ten dienste van de bedrijfswoonfunctie ten hoogste
11. de oppervlakte van een vrijstaand gebouw ten
dienste van de bedrijfswoonfunctie ten hoogste
12. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven
aan de in lid 8.3.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan
Artikel
Burgemeester en Wethouders kunnen het
bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a.
in een aanduiding “maximale bouwhoogte” een
grotere bouwhoogte voor het bouwen van antennemasten wordt aangegeven, mits:
-
de bouwhoogte
van antennemasten ten hoogste
b.
de
dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ wordt aangebracht, indien:
1.
wordt voldaan
aan de regels uit de van toepassing zijnde wettelijke regels;
2.
hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de
milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische
waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende gronden;
c.
de dubbelbestemming ‘Leiding –
Hoogspanningsverbinding’ wordt aangebracht, indien:
-
hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de
milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische
waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende gronden;
d.
de
dubbelbestemming ‘Leiding – Overig’ wordt aangebracht, indien:
1.
wordt voldaan
aan de regels uit de van toepassing zijnde wettelijke regels;
2.
hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de
milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische
waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van
de aangrenzende gronden;
e.
de
dubbelbestemming ‘Leiding – Water’ wordt aangebracht, indien:
-
hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de
milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische
waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende gronden;
f.
de
dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ wordt aangebracht, indien:
-
door
onderzoek archeologische waarden van gronden naar voren komen;
g.
de dubbelbestemming
‘Waarde – Cultuurhistorie’ wordt aangebracht, indien:
-
door
onderzoek cultuurhistorische en (cultuur)landschappelijke waarden van gronden
naar voren komen;
h.
de
dubbelbestemming ‘Waarde – Landschap’ wordt aangebracht, indien:
-
door
aanvullend onderzoek (cultuur)landschappelijke waarden van gronden naar voren
komen;
i.
de
dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterstaatkundige functie’ wordt aangebracht,
indien:
-
dit
noodzakelijk is ten behoeve van de bescherming, ophoging en verbetering van de
gronden met een waterkerende en/of waterregulerende (neven)functie;
j.
de
gebiedsaanduiding “milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied” wordt
aangebracht, indien:
-
een wijziging
van het beloop en/of een verandering in de omvang en de begrenzing van
milieubeschermingsgebieden in de Provinciale Milieuverordening daartoe
aanleiding geeft.
Verwijzingsregel
wijzigingsbevoegdheden en/of uit te werken bestemmingen.
Voorzover in de bestemmingsregels,
dubbelbestemmingsregels en/of de overige regels wordt verwezen naar
bestemmingen die daarin niet rechtstreeks zijn opgenomen, zijn de
bestemmingsregels en/of de dubbelbestemmingsregels van het bestemmingsplan
Suwâld
HOOFDSTUK
a.
Een bouwwerk
dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in
uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan,
mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1.
gedeeltelijk
worden vernieuwd of veranderd;
2.
na het teniet
gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits
de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee
jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b.
Burgemeester
en wethouders eenmalig in afwijking van
het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten
van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal
c.
Sublid a. is
niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd
met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat
plan.
a.
Het gebruik
van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van
het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b.
Het is
verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a.,
te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig
gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt
verkleind.
c.
Indien het
gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het
plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden
dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d.
Sublid a. is
niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen
geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat
plan.
Artikel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan
'Suwald
Aldus vastgesteld
d.d.
Lijst met beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan
huis
BEROEPS- EN
BEDRIJFSACTIVITEITEN AAN HUIS
Uitoefening
van (para-)medische beroepen, waaronder:
individuele praktijk voor huisarts,
psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer,
lichaamsverzorging, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, dierenarts,
alternatieve geneeswijzen enz.
Stoffeerderijbedrijven,
waaronder:
(maat)kledingmakerij,
kledingverstelbedrijf, meubelstoffeerderij, woningstoffeerderij, waarbij detailhandel in stoffen en
stofferingen in ieder geval is uitgesloten.
Kantoorfunctie
voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals:
schoonmaakbedrijf,
schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook voor bijvoorbeeld een detail-
of groothandelsbedrijf of een aannemersbedrijf.
Reparatiebedrijfjes,
waaronder:
schoen-/lederwarenreparatiebedrijf,
uurwerkreparatiebedrijf, goud- en zilverwerkreparatiebedrijf, reparatie van
kleine (elektrische) gebruiksgoederen, reparatie van muziekinstrumenten,
computerservice- en informatietechnologiebedrijf, enz.
In ieder
geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd.
Horeca:
logiesverstrekking in de vorm van bêd
en brôchje (bieden logies- en ontbijtgelegenheid).
Advies- en
ontwerpbureaus, waaronder:
reclameontwerp, grafisch ontwerp,
tuinontwerp- en advies, (binnenhuis)architect, (steden)bouwkundig ontwerp,
juridisch advies, financieel advies, milieukundig advies, enz.
(Zakelijke)
dienstverlening, waaronder:
notaris, advocaat, accountant,
assurantie-/ verzekeringsbemiddeling, administratiekantoor, vertaalbureau, exploitatie en handel in
onroerende zaken, enz.
Overige
dienstverlening, waaronder:
kappersbedrijf, schoonheidssalon,
fotograaf, foto– en filmontwikkelbedrijf, kinderopvang (i.c. gastouder of
kindercentrum met een capaciteit van <
Onderwijs,
waaronder:
autorijschool, onderwijs, niet in te
delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium.