Artikel
De voor ‘Verkeer – Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen, (woon)straten en pleinen;
b. paden;
c. parkeervoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
d. gebouwen ten behoeve van het verkeer en verblijf, zoals wachtruimten voor openbaar vervoer en/of stallingsruimten voor (brom)fietsen;
e. het recreatief medegebruik;
f. groenvoorzieningen;
g. speelvoorzieningen;
h. water;
i. tuinen, erven en terreinen;
j. terrassen;
k. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en kunstobjecten.
Voor het bouwen van de in lid 21.1 onder d. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste
c. de
oppervlakte van een gebouw zal ten hoogste
21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van de in lid 21.1 onder l. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
zal ten hoogste
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a. een nieuw bouwvlak wordt aangegeven, mits:
- de
oppervlakte ten hoogste
b. de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Bedrijf - Nutsbedrijf, nutsvoorziening’ ten behoeve van de bouw van transformatiehuisjes en gasdruk- en regelstations, mits:
- de
oppervlakte ten hoogste
c.
de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming
‘Verkeer -
d. een aangegeven bouwvlak wordt verwijderd;
e. in een aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ een grotere bouwhoogte voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt aangegeven, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 21.3.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: