Artikel 40 Algemene wijzigingsregels

 

Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

 

a.   in een aanduiding ‘maximale bouwhoogte’ een grotere bouwhoogte voor het bouwen van antennemasten wordt aangegeven, mits:

-    de bouwhoogte van antennemasten ten hoogste 25 m zal bedragen;

b.   de dubbelbestemmingen ‘Leiding - Gas 1’ of 'Leiding - Gas 2' wordt aangebracht, indien:

1.   wordt voldaan aan de regels uit de van toepassing zijnde wettelijke regels;

2.      hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

c.   de dubbelbestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ wordt aangebracht, indien:

-    hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

d.   de dubbelbestemming ‘Leiding - Riool’ wordt aangebracht, indien:

1.   wordt voldaan aan de regels uit de van toepassing zijnde wettelijke regels;

2.   hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid, de ontsluitingssituatie, de parkeersituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

e.   de dubbelbestemming ‘Leiding - Water' wordt aangebracht, indien:

-    hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

f.    de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ wordt aangebracht, indien:

-    door onderzoek archeologische waarden van terreinen naar voren komen;

g.   de dubbelbestemming ‘Waarde - Cultuurhistorie’ wordt aangebracht, indien:

-    door onderzoek cultuurhistorische en (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;

h.   de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap (Open landschap) wordt aangebracht, indien:

-    door aanvullend onderzoek (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;

i.    de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap (Woudenlandschap)' wordt aangebracht, indien:

-     door aanvullend onderzoek (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;

j.    de dubbelbestemming ‘Waterstaat - Waterstaatkundige functie’ wordt aangebracht, indien:

-    dit noodzakelijk is ten behoeve van de bescherming, ophoging en verbetering van de gronden met een waterkerende en/of waterregulerende (neven)functie;

k.   de gebiedsaanduiding ‘Veiligheidszone - externe veiligheid’ wordt aangebracht, indien:

1.   de hoedanigheid van een risicovolle functie is gewijzigd;

2.     de ligging van de zone moet worden afgestemd op de risicocontouren ingevolge de van toepassing zijnde wettelijke regels.