Artikel
Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a. in een aanduiding ‘maximale bouwhoogte’ een grotere bouwhoogte voor het bouwen van antennemasten wordt aangegeven, mits:
- de
bouwhoogte van antennemasten ten hoogste
b. de dubbelbestemmingen
‘Leiding - Gas
c. de dubbelbestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ wordt aangebracht, indien:
- hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
d. de dubbelbestemming ‘Leiding - Riool’ wordt aangebracht, indien:
e. de dubbelbestemming ‘Leiding - Water' wordt aangebracht, indien:
- hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
f. de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ wordt aangebracht, indien:
- door onderzoek archeologische waarden van terreinen naar voren komen;
g. de dubbelbestemming ‘Waarde - Cultuurhistorie’ wordt aangebracht, indien:
- door onderzoek cultuurhistorische en (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;
h. de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap (Open landschap) wordt aangebracht, indien:
- door aanvullend onderzoek (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;
i. de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap (Woudenlandschap)' wordt aangebracht, indien:
- door aanvullend onderzoek (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;
j. de dubbelbestemming ‘Waterstaat - Waterstaatkundige functie’ wordt aangebracht, indien:
- dit noodzakelijk is ten behoeve van de bescherming, ophoging en verbetering van de gronden met een waterkerende en/of waterregulerende (neven)functie;
k. de gebiedsaanduiding ‘Veiligheidszone - externe veiligheid’ wordt aangebracht, indien:
2. de ligging van de zone moet worden afgestemd op de risicocontouren ingevolge de van toepassing zijnde wettelijke regels.