Artikel 20 Wonen - 4

 

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen – 4’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen in gestapelde woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis of bedrijf aan huis zoals opgenomen in milieucategorie 1 van de Lijst van bedrijven, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis en/of bedrijf aan huis, met een maximum van 50 m²;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - duiker' een duiker;

met de daarbijbehorende:

  1. tuinen en erven;

  2. parkeervoorzieningen, waarbij de parkeernormen van toepassing zijn zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage Parkeernormen, waarnaast ruimte dient te worden gereserveerd voor minimaal 1 parkeerplaats ten behoeve van het beroep aan huis en/of bedrijf aan huis;

  3. waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

20.2 Bouwregels

 

20.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;

  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';

  3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.

 

20.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  1. de bijgebouwen mogen uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd;

  2. de minimale afstand tot de voorgevellijn bedraagt 3 meter;

  3. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter;

  4. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter.

 

20.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen;

 

  1. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen.

 

20.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. het wonen in vrijstaande bijgebouwen;

  2. kamerbewoning;

  3. seksinrichtingen.