Regels bestemmingsplan
Paspoortstraat 2
plan
het bestemmingsplan Paspoortstraat 2 van de Gemeente
Vlissingen.
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0718.bpOS02-VG01 met de bijbehorende toelichting, regels, verbeelding en
bijlagen.
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden
zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van
het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.
aan huis verbonden
beroep of bedrijf
a. een beroep op medisch of therapeutisch gebied,
waarbij de woning haar woonfunctie behoudt;
b. een bedrijf, gericht op zakelijke,
administratieve, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische, maatschappelijke
of lichaamsverzorgende dienstverlening of op het aanbieden van bed & breakfast, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet
publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in of bij een woning wordt
uitgeoefend, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende
activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft, die in overeenstemming is met de
woonfunctie.
achtertuingebied
erf aan de achterkant en aan de niet naar openbaar
toegankelijk gebied gekeerde zijkant op meer dan
afhankelijke
woonruimte
een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke
eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een
oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
archeologisch
onderzoek
onderzoek, verricht door of namens een dienst of instelling,
die over een opgravingsvergunning beschikt.
archeologische
waarden
de aan een gebied toegekende waarden dan wel de aan een
gebied toegekende hoge of middelhoge verwachtingswaarde ten aanzien van de in
dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bed & breakfast
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie of ruimte in een woning , gericht
op het aanbieden van een toeristisch en kortdurend recreatief verblijf met het
serveren van ontbijt.
bedrijf
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken,
opslaan, herstellen, installeren of inzamelen van goederen dan wel op het
bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel ondergeschikt daaraan
detailhandel plaatsvindt, uitsluitend als niet zelfstandig onderdeel van de
onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde,
bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband
staan met de uitgeoefende handelingen.
bedrijfsgebouw
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf
bedrijfsvloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf
met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
begane grond
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt
via het straatniveau.
belwinkel
elke ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek
gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet in
daarvoor bestemde belcabines, het verzenden van faxen en het toegang bieden tot
het internet al dan niet in combinatie met de verkoop van daarmee rechtstreeks
verband houdende artikelen.
bestaande maten
afstands-, hoogte-, inhouds-
en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot
stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde
bij of krachtens de Woningwet of de Wet Algemene bepalingen omgevingrecht.
bestaand (bebouwing en
gebruik)
a. bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van
de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan
dan wel, zoals die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip
aangevraagde vergunning;
b. het gebruik van grond en opstallen, zoals
aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bijbehorend
bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een
zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet
tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
bijzondere
woonvoorziening
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient om te voorzien in
een aangepaste woonbehoefte ten behoeve van personen voor wie de normale
woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals personen met een
lichamelijke of verstandelijke beperking of andere verzorgingsbehoevenden.
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten,
vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel
of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke
hoogte, of bij benadering gelijke hoogte, liggende vloeren of balklagen is
begrensd, zulks met inbegrip van de eerste bouwlaag (begane grond) en met
uitsluiting van kelder, souterrain, onderbouw, kap of dakopbouw.
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een
zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel.
bouwvlak
een geometrisch
bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of
ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden,
hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
cultuur en
ontspanning
voorzieningen en instellingen, al dan niet bedrijfsmatig,
gericht op kunst, cultuur, beschaving, ontspanning en vermaak, niet zijnde
seksinrichtingen en prostitutie.
cultuurhistorische
waarde
de aan een object, gebouw, terrein, gebied of structuur
toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld
dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis
heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
dakopbouw
een gedeelte van gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag
van een gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 60% van de oppervlakte van
de bovenste bouwlaag en een afstand van minimaal
deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of
commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de
uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, aan personen,
die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de
uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit,.
detailhandel in
volumineuze goederen
detailhandel in:
a. goederen van grote omvang, die vanwege de aard
en omvang, een groot oppervlak nodig hebben, waaronder begrepen de branches:
1. auto’s en
motoren;
2. keukens;
3. badkamers en
sanitair;
4. boten, campers
en caravans;
5.
landbouwwerktuigen;
6. grootschalige
meubelbedrijven al dan niet in combinatie met woninginrichting en stoffering
en daarmee
rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen,
onderdelen en materialen;
b. bouwmarkten;
c. tuincentra;
d. brand- en explosiegevaarlijke stoffen en
goederen.
dienstverlening
het bedrijfsmatig
aanbieden en verlenen van diensten, nader te onderscheiden in:
a. zakelijke dienstverlening: het verrichten van
administratieve, financiële en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden al dan
niet met daaraan ondergeschikte baliefunctie;
b. publieksgerichte dienstverlening:
dienstverlening door een bedrijf of instelling, dat in hoofdzaak
baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het
publiek, belwinkels en
internetcafés daaronder begrepen.
evenementen
grootschalige, periodieke en/of meerdaagse gebeurtenissen,
gericht op een groot publiek met betrekking tot kunst, sport, muziek,
maatschappij, ontspanning en/of cultuur.
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte,
geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gestapelde
woning
een woning in een gebouw, dat, op het moment van inwerkingtreding
van het plan, twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen
omvat.
hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte darvan, dat
door zijn constructie, afmetingen of functie, gelet op de bestemming, als
belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
horeca, categorie
1
een bedrijf, gericht op het aanbieden en verstrekken van
voedsel en dranken voor consumptie
ter plaatse, dat uitsluitend overdag en in de avonduren
geopend is en daardoor geen of slechts beperkte hinder voor de omgeving
veroorzaakt, nader te onderscheiden in:
a. aan de detailhandelsfunctie verwante en
winkelondersteunende lichte horeca, zoals een automatiek, broodjeszaak,
cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, snackbar, tearoom,
traiteur;
b. in hoofdzaak maaltijdverstrekkende horeca,
zoals een bistro, restaurant, pizzeria, grillroom.
horeca, categorie
2
een bedrijf, gericht op het aanbieden en verstrekken van
voedsel en dranken voor consumptie
al dan niet ter
plaatse, dat overdag, in de avonduren en een deel van de nachturen geopend is
en daardoor potentiële hinder voor de omgeving kan veroorzaken, zoals een bar,
café, eetcafé, proeflokaal, zalenverhuur.
horeca, categorie
3
een bedrijf, gericht op het aanbieden en verstrekken van
voedsel en dranken voor consumptie
ter plaatse, dat
uitsluitend in de avond- en nachturen geopend is en een groot aantal bezoekers
aantrekt en daardoor hinder voor de omgeving kan veroorzaken, nader te
onderscheiden in:
a. in hoofdzaak op het dansen en vermaken van
personen gerichte horeca, zoals een dancing, discotheek, nachtclub;
b. in hoofdzaak op het aanbieden van
grootschalige feesten en muziek- en dansevenementen gerichte horeca, zoals een
feestzaal, partycentrum, partyboerderij.
horeca, categorie
4
een bedrijf,
gericht op het aanbieden en verstrekken van nachtverblijf en ontbijt al dan
niet in combinatie met zalenverhuur en/of het verstrekken van volwaardige
maaltijden, niet zijnde het verstrekken van logies met ontbijt door de
hoofdbewoner in een voor wonen bestemd gebouw, nader te onderscheiden in:
a. hotels;
b. pensions.
inrichting
elke door de mens bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij
bedrijfsmatig is, ondernomen bedrijvigheid, die binnen een zekere begrenzing
pleegt te worden verricht.
internetverkoop
de bedrijfsmatige verkoop van goederen uitsluitend via
internet, waarbij ter plaatse:
a. geen
toonruimte/showroom aanwezig is;
b. geen verkoop en
betaling van goederen plaatsvindt;
c. uitsluitend een voor
het publiek toegankelijke afhaalruimte aanwezig is;
kantoor
een gebouw of
gedeelte van een gebouw, dat, blijkens haar aard, indeling en inrichting
kennelijk dient voor het bedrijfsmatig aanbieden en uitoefenen van
administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden zonder of met een sterk
ondergeschikte baliefunctie, waaronder begrepen congres- en
vergaderaccommodatie.
kap
de volledige, of nagenoeg volledige, afdekking van een gebouw
in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling van tenminste 30 en ten hoogste
75 graden.
maatschappelijke
voorzieningen
voorzieningen en instellingen, gericht op het aanbieden en
uitoefenen van activiteiten met betrekking tot welzijn, volksgezondheid,
religie en levenbeschouwing, onderwijs, openbare orde
en veiligheid, sociale, maatschappelijke en openbare dienstverlening, daaronder
begrepen een bijzondere woonvoorziening, uitvaart en kinderopvang.
mantelzorg
het bieden van zorg
aan een familielid ini de 1e of 2e graad, die
hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige
basis en buiten organisatorisch verband.
monumentencommissie
de gemeentelijke monumentencommissie als bedoeld in de
Monumentenwet 1988.
nutsvoorzieningen
al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare
(nuts)voorzieningen, zoals transformatorhuisjes, bloembakken, kunstwerken,
kunstobjecten, gasreduceerstations, schakelhuisjes,
duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes,
telefooncellen, speeltoestellen, geldautomaten, bergbezinkbassins,
voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling,
verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken, abri's,
reclameborden, oplaadvoorzienigen voor electrisch aangedreven voertuigen en apparatuur voor
telecommunicatie.
ondergronds
bouwwerk
een (gedeelte van) een bouwwerk, dat gelegen is op een diepte
van meer dan twee meter beneden peil.
peil
a. de kruin van de weg ter plaatse van de
hoofdtoegang van het gebouw, indien de afstand tussen het gebouw en de kant van
de weg minder dan
b. bij ligging in het water: het gemiddelde
zomerpeil van het aangrenzende water;
c. in andere gevallen
en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het op het
moment van inwerkingtreding van het plan,aansluitende afgewerkte terrein ter
plaatse bij voltooiing van de bouw.
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele
handelingen met een ander persoon tegen vergoeding op een naar buiten toe
kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin
bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele
handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische
aard plaatsvinden of gelegenheid wordt geboden voor prostitutie dan wel voor
detailhandel in seks- en/of pornoartikelen.
verkoopvloeroppervlakte
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke
winkelruimten.
voorgevel
de naar de weg of
naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een
gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde
gevel, de gevel, die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de
uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
voorgevelrooilijn
een op de verbeelding aangegeven lijn, waarin de voorgevel
van een gebouw is of moet worden gebouwd.
voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze
rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit
grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden
binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
voortuingebied
erf, dat geen onderdeel is van het achtertuingebied.
vuurwerkbedrijf
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan
wet/wettelijke regelingen
indien in dit plan, de begrippen in de
regels daaronder begrepen, wordt verwezen naar een wet, een wettelijke regeling
(Algemene Maatregel van Bestuur of ministeriële regeling), een keur of een
verordening dienen deze te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip
van vaststelling van het bestemmingsplan.
wonen
de zelfstandige, of nagenoeg zelfstandige dan wel onder
geringe, ambulante of vrijblijvende begeleiding en/of zorgverlening
plaatsvindende, huisvesting van personen, daaronder begrepen een beschermde
woonvorm.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van
bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het
kleinst zijn.
bouwdiepte
vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk met
uitzondering van de fundering of ondergeschikte bouwonderdelen van het
bouwwerk.
bouwhoogte
van een antenne-installatie
tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van
de antenne-installatie; indien de antennedrager aan de gevel van een bouwwerk
wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt, waarop de antenne met
antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antennedrager.
bouwhoogte
van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte
bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te
stellen bouwonderdelen.
breedte,
lengte of diepte van een bouwwerk
tussen de bovengrondse buitenwerkse
gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.
dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
goothoogte
van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de
druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel.
hoogte
van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
inhoud
van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde
van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van
daken en dakkapellen.
oppervlakte
van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken
en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het
gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a. detailhandel;
b. dienstverlening;
c. wonen al
dan niet in combinatie met een aan huisgebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
d. horeca,
categorie 1 ;
e. bij de
bestemming behorende erven, tuinen, groen, verkeer- en parkeervoorzieningen,
laad- en losvoorzieningen en andere voorzieningen, zoals terrassen met daarbij
behorend meubilair, reclame-uitingen, artistieke kunstwerken en
straatmeubilair;
f. aan de
bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen.
Voor gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen,
gelden de volgende regels:
a. de
gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven
bestemmingsvlak worden gebouwd;
b. de maximale
bouwhoogte van de gebouwen staat aangegeven op de verbeelding;
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en
nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte
van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van
erf- en terreinafscheidingen en nutsvoorzieningen, bedraagt ten hoogste
b. de
bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste:
1.
2.
3.3.1 Nadere eisen
omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag kan
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten
behoeve van:
a. een
samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
b. een
goede woonsituatie;
c. de
verkeersveiligheid;
d. de
sociale veiligheid;
e. de
gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, mits het ruimtelijk en
stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast, bij een
omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde
in sublid 3.2.1, onder b, tot ten hoogste 20% van de op de verbeelding
aangegeven bouwhoogte;
b. het
bepaalde in sublid 3.2.2, onder a, tot ten hoogste
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1, lid 1,
sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt tot een gebruik strijdig met de
bestemming in ieder geval gerekend:
a. opslag
van consumentenvuurwerk;
b. risicovolle
en geluidhinderlijke inrichtingen;
c. seksinrichtingen
en prostitutie;
d. het gebruik van het onbebouwde gedeelte van
een bouwperceel voor de opslag van materialen en goederen met uitzondering
daarvan ter realisering van de bestemming.
Artikel 4 Waarde - Archeologie
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden
zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor
de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
1. op deze
gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de
bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste
2. ten
behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) en
dubbelbestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken
bestemming(en) en dubbelbestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend
worden gebouwd, indien:
a. het
bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige,
waaruit blijkt, dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving
van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
b. niet is
voldaan het bepaalde onder a:
1. de
aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de
archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van
burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
2. de
betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 1 genoemde rapport, door
de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden
voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het
behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan
wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
3. het
hiervoor bepaalde is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft
op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- vervanging,
vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte,
voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij
gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- een
bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste
- een bouwwerk,
dat niet dieper wordt gebouwd dan
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden, zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden uit te voeren:
1. het
uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan
2. het
ophogen van gronden met meer dan
3. het
verlagen of verhogen van het waterpeil;
4. het planten
of rooien van bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;
5. het
aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen, niet zijnde drainage, en
daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
Het verbod in sublid 4.3.1 is niet van toepassing
op de navolgende, indien:
a. de
werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan,
waarbij lid
b. de
werken of werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het in
werking treden van het plan;
c. de
werken of werkzaamheden ten dienste van archeologisch onderzoek worden
uitgevoerd;
d. de werken of werkzaamheden tot de normale
beheers- en onderhoudswerkzaamheden worden gerekend;
e. de werken
of werkzaamheden betrekking hebben op het uitvoeren van grondbewerkingen met
een oppervlakte van ten hoogste
f. de
werken of werkzaamheden betrekking hebben op het uitvoeren van grondbewerkingen
met een diepte van ten hoogste
g. burgemeester
en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologisch deskundige,
dat ten behoeve van de werken en werkzaamheden geen omgevingsvergunning als
bedoeld in sublid 4.3.1 nodig is.
4.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in sublid 4.3.1
zijn slechts toelaatbaar, indien:
a. de aanvrager van de
omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin wordt aangetoond, dat de
archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van
burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
b. de betrokken
archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden
geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de omgevingsvergunning
regels te verbinden, gericht op:
1. het behoud van archeologische resten in de
bodem;
2. het doen van opgravingen;
3. begeleiding van de activiteiten door de
archeologisch deskundige.
4.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Waarde
– Archeologie” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van
burgemeester en wethouders te slopen.
Het verbod als bedoeld in sublid 4.4.1 is niet van
toepassing, indien:
a. de
sloopwerkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan,
waarbij het bepaalde in lid
b. de
sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan;
c. de diepte, waar
bodemverstoringen door de sloopwerkzaamheden plaatsvinden ten hoogste
d.
de werken of werkzaamheden tot de normale beheers- en onderhoudswerkzaamheden worden
gerekend;
e. de oppervlakte, waar
bodemverstoringen door de sloopwerkzaamheden plaatsvinden ten hoogste
f. burgemeester en
wethouders beschikken over een verklaring van de archeologisch deskundige, dat
ten behoeve van de werken en werkzaamheden geen omgevingsvergunning als bedoeld
in sublid 4.4.1 nodig is.
4.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in sublid 4.4.1, kan
slechts worden verleend, indien:
a. de aanvrager van de
omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin wordt aangetoond, dat de
archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van
burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
b. de betrokken
archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden
geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de sloopvergunning regels
te verbinden, gericht op:
1. het behoud van archeologische resten in de
bodem;
2. begeleiding van de activiteiten door de
archeologisch deskundige.
Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij
het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden
gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
6.1 Bestaande afstanden en andere maten
Afstands-, hoogte-, inhouds- en
oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot
stand zijn gekomen, of tot stand kunnen komen, met inachtneming van het
bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
.
6.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
1. Voor een
bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een
omgevingsvergunning voor het bouwen, en dat in het plan ingevolge de bestemming
is toegelaten, maar waarvan de bestaande maten afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de
desbetreffende bestemming, gelden die afwijkende maten als bepalingen voor de
maatvoering, met dien verstande dat:
a. bestaande maten, die
meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste
toelaatbaar worden aangehouden;
b. bestaande
maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 voorgeschreven, mogen als ten
minste toelaatbaar worden aangehouden.
2. In geval
van herbouw is lid 6.2, onder 1, sub a en b, uitsluitend van toepassing, indien
de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
3. Op een
bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het overgangsrecht bouwwerken niet van
toepassing.
6.3 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, mogen in afwijking van deze
regels worden overschreden door:
a. tot
gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen,
hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda’s alsmede
andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer
dan
6.4 Uitsluiting
aanvullende werking Bouwverordening
De regels van stedenbouwkundige aard en de
bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend
van toepassing, voor zover het betreft:
a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer,
brandblusvoorzieningen;
b. brandweeringang;
c. bereikbaarheid van gebouwen voor
gehandicapten;
d. de ruimte tussen bouwwerken;
e. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden
bij of in gebouwen.
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de planregels voor :
a. het afwijken van de in
deze regels voorgeschreven breedte- en dieptematen, oppervlakten, afmetingen en
bebouwingspercentages en/of de uitkomst daarvan, met uitzondering van de
hoogteregels, tot ten hoogste 10%;
b. het
afwijken tot ten hoogste
1. een
geringe aanpassing van het tracé of het profiel van wegen of de aansluiting van
wegen onderling, indien de verkeersveiligheid of de verkeersintensiteit daartoe
aanleiding geeft;
2. een ruimtelijk
of technisch beter verantwoorde situering van bouwwerken;
3. een
aanpassing van de bij uitmeting van een terrein blijkende werkelijke toestand; .
Werking wettelijke
regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt
verwezen, gelden, zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het
plan.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
1. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel
gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en
afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt
vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of
veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een
calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de
omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk
is teniet gegaan.
2. Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een
omgevingsvergunning afwijken van het
eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het
eerste lid met maximaal 10%.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op
bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het
plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken, dat
bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee
in strijd is, mag worden voortgezet.
2. Het is verboden het met het
bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerst lid, te veranderen of
te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door
deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. Indien het gebruik, bedoeld in het
eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een
jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te
laten hervatten.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op
het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan,
daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de
naam “Regels van het bestemmingsplan Paspoortstraat 2 van de Gemeente
Vlissingen”.