Regels bestemmingsplan Paspoortstraat 2

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

 

Artikel 1 Begrippen

 

plan

het bestemmingsplan Paspoortstraat 2 van de Gemeente Vlissingen.

 

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0718.bpOS02-VG01 met de bijbehorende toelichting, regels, verbeelding en bijlagen.

 

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.

 

aan huis verbonden beroep of bedrijf

a.  een beroep op medisch of therapeutisch gebied, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt;

b.  een bedrijf, gericht op zakelijke, administratieve, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische, maatschappelijke of lichaamsverzorgende dienstverlening of op het aanbieden van bed & breakfast, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft, die in overeenstemming is met de woonfunctie.

 

achtertuingebied

erf aan de achterkant en aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant op meer dan 1.00 meter van de voorkant van het hoofdgebouw.

 

afhankelijke woonruimte

een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

 

archeologisch onderzoek

onderzoek, verricht door of namens een dienst of instelling, die over een opgravingsvergunning beschikt.

 

archeologische waarden

de aan een gebied toegekende waarden dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge verwachtingswaarde ten aanzien van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

 

bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

bed & breakfast

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie of ruimte in een woning , gericht op het aanbieden van een toeristisch en kortdurend recreatief verblijf met het serveren van ontbijt.

 

bedrijf

een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, opslaan, herstellen, installeren of inzamelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel ondergeschikt daaraan detailhandel plaatsvindt, uitsluitend als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

 

bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf

 

bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

 

begane grond

de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt via het straatniveau.

 

belwinkel

elke ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet in daarvoor bestemde belcabines, het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet al dan niet in combinatie met de verkoop van daarmee rechtstreeks verband houdende artikelen.

 

bestaande maten

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wet Algemene bepalingen omgevingrecht.

 

bestaand (bebouwing en gebruik)

a.  bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan dan wel, zoals die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;

b.  het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

 

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

 

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

 

bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

 

bijzondere woonvoorziening

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte ten behoeve van personen voor wie de normale woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of andere verzorgingsbehoevenden.

 

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

 

bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

 

 

bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte, of bij benadering gelijke hoogte, liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de eerste bouwlaag (begane grond) en met uitsluiting van kelder, souterrain, onderbouw, kap of dakopbouw.

 

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

 

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

 

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

 

cultuur en ontspanning

voorzieningen en instellingen, al dan niet bedrijfsmatig, gericht op kunst, cultuur, beschaving, ontspanning en vermaak, niet zijnde seksinrichtingen en prostitutie.

 

cultuurhistorische waarde

de aan een object, gebouw, terrein, gebied of structuur toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

 

dakopbouw

een gedeelte van gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van een gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 60% van de oppervlakte van de bovenste bouwlaag en een afstand van minimaal 1 meter tot de voorgevel.

 

deskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.

 

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, aan personen, die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit,.

 

detailhandel in volumineuze goederen

detailhandel in:

a.  goederen van grote omvang, die vanwege de aard en omvang, een groot oppervlak nodig hebben, waaronder begrepen de branches:

1. auto’s en motoren;

2. keukens;

3. badkamers en sanitair;

4. boten, campers en caravans;

5. landbouwwerktuigen;

6. grootschalige meubelbedrijven al dan niet in combinatie met woninginrichting en stoffering

en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;

b.  bouwmarkten;

c.  tuincentra;

d.  brand- en explosiegevaarlijke stoffen en goederen.

 

dienstverlening

het bedrijfsmatig aanbieden en verlenen van diensten, nader te onderscheiden in:

a.  zakelijke dienstverlening: het verrichten van administratieve, financiële en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden al dan niet met daaraan ondergeschikte baliefunctie;

b.  publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling, dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, belwinkels            en internetcafés daaronder begrepen.

 

evenementen

grootschalige, periodieke en/of meerdaagse gebeurtenissen, gericht op een groot publiek met betrekking tot kunst, sport, muziek, maatschappij, ontspanning en/of cultuur.

 

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

gestapelde woning

een woning in een gebouw, dat, op het moment van inwerkingtreding van het plan, twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat.

 

hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte darvan, dat door zijn constructie, afmetingen of functie, gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 

 

horeca, categorie 1

een bedrijf, gericht op het aanbieden en verstrekken van voedsel en dranken voor consumptie

ter plaatse, dat uitsluitend overdag en in de avonduren geopend is en daardoor geen of slechts beperkte hinder voor de omgeving veroorzaakt, nader te onderscheiden in:

a.  aan de detailhandelsfunctie verwante en winkelondersteunende lichte horeca, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, snackbar, tearoom, traiteur;

b.  in hoofdzaak maaltijdverstrekkende horeca, zoals een bistro, restaurant, pizzeria, grillroom.

 

horeca, categorie 2

een bedrijf, gericht op het aanbieden en verstrekken van voedsel en dranken voor consumptie

 al dan niet ter plaatse, dat overdag, in de avonduren en een deel van de nachturen geopend is en daardoor potentiële hinder voor de omgeving kan veroorzaken, zoals een bar, café, eetcafé, proeflokaal, zalenverhuur.

 

horeca, categorie 3

een bedrijf, gericht op het aanbieden en verstrekken van voedsel en dranken voor consumptie

ter plaatse, dat uitsluitend in de avond- en nachturen geopend is en een groot aantal bezoekers aantrekt en daardoor hinder voor de omgeving kan veroorzaken, nader te onderscheiden in:

a.  in hoofdzaak op het dansen en vermaken van personen gerichte horeca, zoals een dancing, discotheek, nachtclub;

b.  in hoofdzaak op het aanbieden van grootschalige feesten en muziek- en dansevenementen gerichte horeca, zoals een feestzaal, partycentrum, partyboerderij.

 

horeca, categorie 4

een bedrijf, gericht op het aanbieden en verstrekken van nachtverblijf en ontbijt al dan niet in combinatie met zalenverhuur en/of het verstrekken van volwaardige maaltijden, niet zijnde het verstrekken van logies met ontbijt door de hoofdbewoner in een voor wonen bestemd gebouw, nader te onderscheiden in:

a.  hotels;

b.  pensions.

 

inrichting

elke door de mens bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, ondernomen bedrijvigheid, die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.

 

internetverkoop

de bedrijfsmatige verkoop van goederen uitsluitend via internet, waarbij ter plaatse:

a.  geen toonruimte/showroom aanwezig is;

b.  geen verkoop en betaling van goederen plaatsvindt;

c.  uitsluitend een voor het publiek toegankelijke afhaalruimte aanwezig is;

 

kantoor

een gebouw of gedeelte van een gebouw, dat, blijkens haar aard, indeling en inrichting kennelijk dient voor het bedrijfsmatig aanbieden en uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden zonder of met een sterk ondergeschikte baliefunctie, waaronder begrepen congres- en vergaderaccommodatie.

 

kap

de volledige, of nagenoeg volledige, afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling van tenminste 30 en ten hoogste 75 graden.

 

maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen en instellingen, gericht op het aanbieden en uitoefenen van activiteiten met betrekking tot welzijn, volksgezondheid, religie en levenbeschouwing, onderwijs, openbare orde en veiligheid, sociale, maatschappelijke en openbare dienstverlening, daaronder begrepen een bijzondere woonvoorziening, uitvaart en kinderopvang.

 

mantelzorg

het bieden van zorg aan een familielid ini de 1e of 2e graad, die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

 

monumentencommissie

de gemeentelijke monumentencommissie als bedoeld in de Monumentenwet 1988.

 

 

nutsvoorzieningen

al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals transformatorhuisjes, bloembakken, kunstwerken, kunstobjecten, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, speeltoestellen, geldautomaten, bergbezinkbassins, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken, abri's, reclameborden, oplaadvoorzienigen voor electrisch aangedreven voertuigen en apparatuur voor telecommunicatie.

 

ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van) een bouwwerk, dat gelegen is op een diepte van meer dan twee meter beneden peil.

 

peil

a.  de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw, indien de afstand tussen het gebouw en de kant van de weg minder dan 5.00 meter bedraagt;

b.  bij ligging in het water: het gemiddelde zomerpeil van het aangrenzende water;

c.  in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het op het moment van inwerkingtreding van het plan,aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw.

 

prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.

 

seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden of gelegenheid wordt geboden voor prostitutie dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen.

 

verkoopvloeroppervlakte

de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.

 

voorgevel

de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel, die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

 

voorgevelrooilijn

een op de verbeelding aangegeven lijn, waarin de voorgevel van een gebouw is of moet worden gebouwd.

 

voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.

 

voortuingebied

erf, dat geen onderdeel is van het achtertuingebied.

 

vuurwerkbedrijf

inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is,.

 

 

wet/wettelijke regelingen

indien in dit plan, de begrippen in de regels daaronder begrepen, wordt verwezen naar een wet, een wettelijke regeling (Algemene Maatregel van Bestuur of ministeriële regeling), een keur of een verordening dienen deze te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan.

 

wonen

de zelfstandige, of nagenoeg zelfstandige dan wel onder geringe, ambulante of vrijblijvende begeleiding en/of zorgverlening plaatsvindende, huisvesting van personen, daaronder begrepen een beschermde woonvorm.


Artikel 2 Wijze van meten

 

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.

 

bouwdiepte

vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk met uitzondering van de fundering of ondergeschikte bouwonderdelen van het bouwwerk.

 

bouwhoogte van een antenne-installatie

tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie; indien de antennedrager aan de gevel van een bouwwerk wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt, waarop de antenne met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antennedrager.

 

bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

 

breedte, lengte of diepte van een bouwwerk

tussen de bovengrondse buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.

 

dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

 

goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel.

 

hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

 

inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

 

oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

 

 

 

 

 

 


HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

 

 

Artikel 3 Gemengd

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.  detailhandel;

b. dienstverlening;

c. wonen al dan niet in combinatie met een aan huisgebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

d. horeca, categorie 1 ;

e. bij de bestemming behorende erven, tuinen, groen, verkeer- en parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en andere voorzieningen, zoals terrassen met daarbij behorend meubilair, reclame-uitingen, artistieke kunstwerken en straatmeubilair;

f.   aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:

a.  de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak worden gebouwd;

b.  de maximale bouwhoogte van de gebouwen staat aangegeven op de verbeelding;

 

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:

a.  de bouwhoogte van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen en nutsvoorzieningen, bedraagt ten hoogste 3.00 meter;

b.  de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste:

1.   1.00 meter vòòr de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen;

2.   2.00 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen;

 

3.3 Nadere eisen

 

3.3.1 Nadere eisen omgevingsvergunning

 

 Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

a.  een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

b.  een goede woonsituatie;

c.  de verkeersveiligheid;

d. de sociale veiligheid;

e.  de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing.

 

3.4 Afwijken  van de bouwregels

 

3.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

 

 Het bevoegd gezag kan, mits het ruimtelijk en stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

a.  het bepaalde in sublid 3.2.1, onder b, tot ten hoogste 20% van de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;

b.  het bepaalde in sublid 3.2.2, onder a, tot ten hoogste 5.00 meter;

 

3.5 Specifieke gebruiksregels

 

3.5.1 Strijdig gebruik

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht  wordt tot een gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval gerekend:

a.  opslag van consumentenvuurwerk;

b.  risicovolle en geluidhinderlijke inrichtingen;

c.  seksinrichtingen en prostitutie;

d. het gebruik van het onbebouwde gedeelte van een bouwperceel voor de opslag van materialen en goederen met uitzondering daarvan ter realisering van de bestemming.

 

 

Artikel 4 Waarde - Archeologie

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Bebouwing

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

1.  op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2.00 meter;

2.  ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) en dubbelbestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) en dubbelbestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien:

a.  het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt, dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;

b.  niet is voldaan het bepaalde onder a:

1.  de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

2.  de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 1 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;

3.  het hiervoor bepaalde is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:

-    vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;

-    een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m²;

-    een bouwwerk, dat niet dieper wordt gebouwd dan 40 cm.

 

 

 

 

 

 

 

 

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

4.3.1 Verbod

Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

1.  het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm beneden het maaiveld, waartoe in ieder geval worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, grootschalig egaliseren en ontginnen, het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere waterpartijen;

2.  het ophogen van gronden met meer dan 2.00 meter;

3.  het verlagen of verhogen van het waterpeil;

4.  het planten of rooien van bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;

5.  het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen, niet zijnde drainage, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

 

4.3.2 Uitzonderingen

Het verbod in sublid 4.3.1 is niet van toepassing op de navolgende, indien:

a.  de werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan, waarbij lid 4.2 in acht is genomen;

b.  de werken of werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het in werking treden van het plan;

c.  de werken of werkzaamheden ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;

d. de werken of werkzaamheden tot de normale beheers- en onderhoudswerkzaamheden worden gerekend;

e. de werken of werkzaamheden betrekking hebben op het uitvoeren van grondbewerkingen met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2;

f.   de werken of werkzaamheden betrekking hebben op het uitvoeren van grondbewerkingen met een diepte van ten hoogste 40 cm onder het maaiveld;

g.  burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologisch deskundige, dat ten behoeve van de werken en werkzaamheden geen omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 4.3.1 nodig is.

 

4.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in sublid 4.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

a.  de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin wordt aangetoond, dat de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

b.  de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op:

     1. het behoud van archeologische resten in de bodem;

     2.  het doen van opgravingen;

     3.  begeleiding van de activiteiten door de archeologisch deskundige.

 

4.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

 

4.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Waarde – Archeologie” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders te slopen.

 

4.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in sublid 4.4.1 is niet van toepassing, indien:

a.  de sloopwerkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan, waarbij het bepaalde in lid 4.2 in acht is genomen;

b.  de sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;

c.  de diepte, waar bodemverstoringen door de sloopwerkzaamheden plaatsvinden ten hoogste 40 cm beneden het maaiveld bedraagt;

d. de werken of werkzaamheden tot de normale beheers- en onderhoudswerkzaamheden worden gerekend;

e.  de oppervlakte, waar bodemverstoringen door de sloopwerkzaamheden plaatsvinden ten hoogste 50 m2 bedraagt;

f.   burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologisch deskundige, dat ten behoeve van de werken en werkzaamheden geen omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 4.4.1 nodig is.

 

 

4.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in sublid 4.4.1, kan slechts worden verleend, indien:

a.  de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin wordt aangetoond, dat de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

b.  de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de sloopvergunning regels te verbinden, gericht op:

     1. het behoud van archeologische resten in de bodem;

     2.  begeleiding van de activiteiten door de archeologisch deskundige.

 


HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

 

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

 

Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 6 Algemene bouwregels

 

6.1 Bestaande afstanden en andere maten

 

Afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen, of tot stand kunnen komen, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

.

 

6.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten

 

1.  Voor een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande maten afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de desbetreffende bestemming, gelden die afwijkende maten als bepalingen voor de maatvoering, met dien verstande dat:

a.  bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;

b.  bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.

2.  In geval van herbouw is lid 6.2, onder 1, sub a en b, uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;

3.  Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het overgangsrecht bouwwerken niet van toepassing.

 

6.3 Overschrijding bouwgrenzen

 

De bouwgrenzen, mogen in afwijking van deze regels worden overschreden door:

a.  tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda’s alsmede andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt;.

 

6.4 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

 

De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:

a.  bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;

b.  brandweeringang;

c.  bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

d.  de ruimte tussen bouwwerken;

e.  parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.

 

 

 

 

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

 

 

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de planregels voor :

a.  het afwijken van de in deze regels voorgeschreven breedte- en dieptematen, oppervlakten, afmetingen en bebouwingspercentages en/of de uitkomst daarvan, met uitzondering van de hoogteregels, tot ten hoogste 10%;

b.  het afwijken tot ten hoogste 5.00 meter in de plaats, richting of afmetingen van bestemmings- en bouwgrenzen ten behoeve van:

1.  een geringe aanpassing van het tracé of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid of de verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;

2.  een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde situering van bouwwerken;

3.  een aanpassing van de bij uitmeting van een terrein blijkende werkelijke toestand; .

 

 

Artikel 8 Overige regels

 

Werking wettelijke regelingen

 

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden, zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

 


HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

 

Artikel 9 Overgangsrecht

 

9.1 Overgangsrecht bouwwerken

1.         Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a.         gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b.         na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

2.         Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken  van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

3.         Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

9.2 Overgangsrecht gebruik

1.         Het gebruik van grond en bouwwerken, dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

2.         Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerst lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

3.         Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

4.         Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 10 Slotregel

 

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de naam “Regels van het bestemmingsplan Paspoortstraat 2 van de Gemeente Vlissingen”.