8.1 Afwijkingsbevoegdheid
8.1.1 Geringe afwijkingen en antennes
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
a. het afwijken van de in deze regels voorgeschreven breedte- en dieptematen, oppervlakten, afmetingen en bebouwingspercentages en/of de uitkomst daarvan, met uitzondering van de hoogteregels, tot ten hoogste 10%;
b. het afwijken tot ten hoogste 5 meter in de plaats, richting of afmetingen van bouwgrenzen ten behoeve van:
1. een geringe aanpassing van het tracé of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid of de verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
2. een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde situering van bouwwerken;
3. een aanpassing van de bij uitmeting van een terrein blijkende werkelijke toestand.
|