15.1 geluidzone - industrie Binnen de op de verbeelding voor geluidzone – industrie aangeduide gronden, is het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 in dit plan, uitsluitend toegestaan, indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van de gebouwen met deze geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
15.2 veiligheidszone
15.2.1 Beperkingen In aanvulling op het bepaalde in deze regels gelden voor de gronden binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone de volgende beperkingen:
a. een bestaande risicovolle inrichting binnen de veiligheidszone mag worden voortgezet of worden gewijzigd, mits de plaatsgebonden risicocontour van PR 10-6/jaar van die inrichting valt binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone en op voorwaarde, dat de plaatsgebonden risicocontour van PR 10-6 /jaar niet wordt vergroot of wordt gewijzigd;
b. binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht.
15.2.2 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
a. ten behoeve van het vervallen van een gebiedsaanduiding ’veiligheidszone’, indien uit een actualisatie/revisie/wijziging of intrekking van de milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer blijkt, dat de risicovolle activiteiten van een risicovolle inrichting volgens het Besluit externe veiligheid (Bevi) en de Wet milieubeheer (Wm) niet meer zijn toegestaan;
b. ten behoeve van het verkleinen van een gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone’, indien uit een actualisatie/revisie/wijziging of intrekking van de milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer blijkt, dat de risicovolle activiteiten van een risicovolle inrichting volgens het Besluit externe veiligheid (Bevi) en de Wet milieubeheer (Wm) zijn verminderd;
c. ten behoeve van het verplaatsen van een gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone’, indien:
1. uit een actualisatie/revisie/wijziging of intrekking van de milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer de noodzaak tot verplaatsing van een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar blijkt;
2. voordat het wijzigingsplan wordt vastgesteld dient een QRA naar het plaatsgebonden risico en het groepsrisico te zijn uitgevoerd, tenzij er sprake is van een categoriale inrichting overeenkomstig het Bevi en het Revi;
3. er geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten en/of geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar aanwezig zijn;
4. het groepsrisico kan worden verantwoord.
15.2.3 Procedureregel Bij het toepassen van deze bevoegdheid gelden de algemene procedureregels in deze planregels.
|