8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsrecreatie,
b. ondergeschikte detailhandel en ondersteundende horeca als nevenactiviteit;
c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': uitsluitend voor kampeerterrein, met dien verstande dat ten hoogste 95 kampeermiddelen, waarvan ten hoogste 10 stacaravans, zijn toegestaan;
d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend voor parkeerterrein;
e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens voor één bedrijfswoning;
f. evenementen;
g. bij de bestemming horende erven, tuinen, groen-, verkeer- en parkeervoorzieningen, water, en andere, bij de bestemming behorende, voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, sanitaire voorzieningen etc.;
h. aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
b. de maximale bouwhoogte van de gebouwen staat aangegeven op de verbeelding;
c. het totale oppervlak van gebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage van het bouwperceel;
d. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 200 m² en de inhoud mag ten hoogste 750 m3 bedragen;
e. stacaravans mogen buiten het bouwvlak worden geplaatst.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van nutsvoorzieningen en terreinafscheidingen, bedraagt ten hoogste 5 meter;
b. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 meter.
8.3 Nadere eisen
8.3.1 Nadere eisen omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
b. een goede woonsituatie;
c. de verkeersveiligheid;
d. de sociale veiligheid;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, mits het ruimtelijk en stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde in sublid 8.2.1, onder a, tot ten hoogste 5 meter buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
b. het bepaalde in sublid 8.2.1, onder c, tot ten hoogste 10%.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Specifiek gebruik
Met betrekking tot het gebruik geldt:
a. seksinrichtingen niet zijn toegestaan;
b. het gebruik van het onbebouwde gedeelte van een bouwperceel voor de opslag van materialen en goederen is niet toegestaan, met uitzondering daarvan ter realisering van de bestemming;
|