Gemeente:
Vlissingen
Plannaam:
Boulevard
Status:
Vastgesteld

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

 

Artikel 1 Begrippen

 

plan

het bestemmingsplan Boulevard met identificatienummer NL.IMRO.0718.BPBO01-VG01 van de

Gemeente Vlissingen.

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels,

regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.

aaneengebouwde woning

een woning, die, op het moment van inwerkingtreding van het plan, deel uitmaakt van een blok van

meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan tenminste één zijde aan het op het

aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.

aan huis verbonden beroep of bedrijf

a. een beroep op medisch of therapeutisch gebied, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt;

b. een bedrijf, gericht op zakelijke, administratieve, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische,

maatschappelijke of lichaamsverzorgende dienstverlening of op het aanbieden van bed & breakfast,

waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in of bij een

woning worden uitgeoefend, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende

activiteiten een ruimtelijke uitstraling hebben, die in overeenstemming zijn met de woonfunctie.

achtergevel

de gevel aan de achterzijde van een gebouw.

afhankelijke woonruimte

een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin

een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

archeologisch onderzoek

onderzoek, verricht door of namens een dienst, die over een opgravingsvergunning beschikt.

archeologische waarden

de aan een gebied toegekende waarde dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge

verwachtingswaarde ten aanzien van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bed & breakfast

kleinschalige overnachtingsruimte in een woning, gericht op het aanbieden van een toeristisch en

kortdurend recreatief verblijf al dan niet in combinatie met het serveren van ontbijt.

bedrijf

een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, opslaan, herstellen, installeren of inzamelen

van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel ondergeschikt

daaraan detailhandel plaatsvindt, uitsluitend als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de

vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan

wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

bedrijfsvloeroppervlak

het totale vloeroppervlak van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende

magazijnen en overige dienstruimten.

bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het

huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van

het gebouw of het terrein.

begane grond

de eerste bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt via het straatniveau.

beperkt kwetsbaar object

een object, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het

risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden, zoals:

a. 1. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per

hectare, en

2. bedrijfswoningen van derden;

b. kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object’, onder c vallen;

c. hotels en restaurants voor zover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object, onder c, vallen;

d. winkels, voor zover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object’, onder c, vallen;

e. sporthallen, zwembaden en speeltuinen;

f. sport- en kampeerterreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het

begrip ‘kwetsbaar object’, onder d, vallen:

g. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object’, onder d, vallen;

h. objecten, die met de onder a t/m e en g genoemde gelijkgesteld kan worden uit hoofde van de

gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin

doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die

objecten geen kwetsbare objecten zijn, en

i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een

gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke

stoffen, die bij een ongeval kan vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat

ongeval.

bestaande maten

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het

plan tot stand zijn gekomen of tot stand kan komen met inachtneming van het bepaalde bij of

krachtens de Woningwet of de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht.

bestaand (bebouwing en gebruik)

a. bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het

ontwerp-bestemmingsplan dan wel, zoals die mag worden gebouwd krachtens een op of voor dat

tijdstip aangevraagde vergunning;

b. het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het

bestemmingsplan.

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bevoegd gezag

het bevoegde bestuursorgaan als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend

hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk

met een dak.

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van

een bouwwerk.

bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte, of bij benadering gelijke

hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de eerste bouwlaag (begane

grond) en met uitsluiting van kelder, onderbouw/souterrain, kap, dakopbouw en/of zolder.

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende

bebouwing is toegelaten.

bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde

gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

consumentenvuurwerk

vuurwerk, dat is bestemd voor particulier gebruik.

cultuur en ontspanning

voorzieningen en instellingen, al dan niet bedrijfsmatig, gericht op kunst, cultuur, beschaving,

ontspanning en vermaak, niet zijnde seksinrichtingen.

cultuurhistorische waarde

de aan een object, gebouw, terrein, gebied of structuur toegekende waarde in verband met

ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in

de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

dagrecreatie

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, strandverblijf, vliegeren,

paardrijden, sportbeoefening, spelactiviteiten, vissen, kite-, wind- en bodysurfen, zwemmen, culturele

activiteiten, natuurobservatie en andere daarmee gelijk te stellen activiteiten, zonder dat daar

overnachting mee gepaard gaat.

dakopbouw

een gedeelte van een gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van een gebouw met een

oppervlakte van ten hoogste 60% van de oppervlakte van de bovenste bouwlaag en een afstand van

minimaal 1 meter tot de voorgevel.

deskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen

inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen

en/of leveren van goederen aan personen, die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of

aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

detailhandel in volumineuze goederen

detailhandel in:

a. goederen van grote omvang, die vanwege de aard en omvang, een groot oppervlak nodig hebben,

waaronder begrepen de branches:

1. auto's en motoren;

2. keukens;

3. badkamers en sanitair;

4. boten, campers en caravans;

5. landbouwwerktuigen;

6. grootschalige meubelen al dan niet in combinatiemet woninginrichting en stoffering en daarmee

rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accesoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en

materialen;

b. bouwmarkten;

c. tuincentra;

d. brand- en explosiegevaarlijke stoffen en goederen.

dienstverlening

het bedrijfsmatig aanbieden en verlenen van diensten, nader te onderscheiden in:

a. zakelijke dienstverlening: het verrichten van administratieve, financiële en daarmee gelijk te stellen

werkzaamheden al dan niet met daaraan ondergeschikte baliefunctie;

b. publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling, dat in hoofdzaak

baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, belwinkels en

internetcafés daaronder begrepen.

erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en

dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een

bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbiedt.

evenementen

grootschalige, periodieke en/of meerdaagse gebeurtenissen, gericht op een groot publiek met

betrekking tot kunst, sport, muziek, maatschappij, ontspanning en/of cultuur.

externe veiligheid

kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewenst voorval binnen

die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden

omsloten ruimte vormt.

geluidgevoelige objecten

woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel

1 van de Wet geluidhinder.

geluidhinderlijke inrichtingen

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die

in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken.

geschakelde woning

een woning, waarvan, op het moment van inwerkingtreding van het plan, het hoofdgebouw door

middel van een bijbehorend bouwwerk geschakeld is met tenminste één hoofdgebouw op een

aangrenzend bouwperceel.

 

gestapelde woning

een woning in een gebouw, dat, op het moment van inwerkingtreding van het plan, twee of meer

geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat.

grenswaarde

grens, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid

inrichtingen ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.

grens zone industrielawaai

de grens van de zone, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

groepsrisico

cumulatieve kansen per jaar, dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks

gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval

binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bedrijfsmiddel is betrokken.

groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen of

leveren van goederen aan wederverkopers, personen, bedrijven of instellingen ter aanwending in een

andere bedrijfsactiviteit.

hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in

een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit

grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs

wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.

hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de

geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het

perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming, het belangrijkst is.

horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig

exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, nader te

onderscheiden in:

a. lichte horeca, categorie 1a, aan detailhandel verwante en ondersteunende horeca: horecabedrijf

van relatief beperkte omvang, dat zich met name richt op het winkelend publiek en openingstijden

hanteert, die aansluiten op de openingstijden van de detailhandelsbedrijven en die bestaan uit

het aanbieden en verstrekken van geringe etenswaren, kleinere maaltijden en dranken, een

bezorg- en afhaalservice daaronder begrepen;

b. lichte horeca, categorie 1b: horecabedrijf van relatief beperkte omvang, dat zich in mindere mate

richt op het winkelend publiek en als regel ruimere openingstijden hanteert dan aan detailhandel

verwante horeca (categorie 1a) en dat bestaat uit het aanbieden en verstrekken van geringe

etenswaren, kleinere maaltijden en dranken, een bezorg- en afhaalservice daaronder begrepen;

c. lichte horeca, categorie 1c, maaltijd- en logiesverstrekkende horeca: horecabedrijf, gericht op het

in hoofdzaak aanbieden en verstrekken van volwaardige maaltijden voor consumptie ter plaatse,

een bezorg- en afhaalservice daaronder begrepen, en het aanbieden van nachtverblijf al dan niet

met congres- en vergaderaccommodatie;

d. middelzware horeca, categorie 2, drankenverstrekkende horeca: horecabedrijf van relatief

beperkte omvang, gericht op het in hoofdzaak aanbieden en verstrekken van dranken voor

consumptie ter plaatse en het, ondergeschikt daaraan verstrekken van geringe etenswaren en

kleine maaltijden;

e. zware horeca, categorie 3, vermaakaanbiedende horeca: horecabedrijf van grote omvang, gericht

op het structureel aanbieden van grootschalige feest-, muziek- en dansevenementen, die door hun

aard en omvang grote aantallen bezoekers trekken.

hotel-pensionbedrijf

horecabedrijf, gericht op het aanbieden van nachtverblijf en ontbijt al dan niet met het ondergeschikt

daaraan aanbieden van volwaardige maaltijden en congres- en vergaderaccommodatie.

internetverkoop, categorie 1

de, uitsluitend via internet plaatsvindende, bedrijfsmatige verkoop van goederen, waarbij ter plaatse

van de locatie van het webadres:

a. geen toonruimte/showroom aanwezig is;

b. geen verkoop en betaling van goederen plaatsvindt;

c. geen opslag-, afhaal- en/of verzend- aanwezig is.

internetverkoop, categorie 2

de, uitsluitend via internet plaatsvindende, bedrijfsmatige verkoop van goederen, waarbij ter plaatse

van de locatie van het webadres:

a. geen toonruimte/showroom aanwezig is;

b. geen verkoop en betaling van goederen plaatsvindt

c. uitsluitend een opslag-, afhaal- en/of verzendruimte aanwezig is.

invloedsgebied

gebied, waarin, op grond van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, personen worden meegeteld

voor de berekening van het groepsrisico.

kampeermiddelen

a. een tent, tentwagen, kampeerauto of (sta)caravan, dan wel

b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor

zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een

omgevingsvergunning vereist is, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

kampeerterrein

terrein of plaats geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop

gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van

recreatief nachtverblijf.

kantoor

een gebouw of gedeelte van een gebouw, dat, blijkens haar aard, indeling en inrichting kennelijk

dient voor het bedrijfsmatig aanbieden en uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten

behoeve van derden zonder of met een sterk ondergeschikte baliefunctie.

kap

de volledige, of nagenoeg volledige, afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met

een dakhelling van ten minste 30 en ten hoogste 75 graden.

kelder

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant op minder

dan 0,50 meter boven de aan de kelder aansluitende grond is gelegen.

kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken

ten behoeve van dagrecreatie.

kunstobject

voortbrengselen van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw of

overkapping zijnde.

kwetsbaar object

een object, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde

voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen

moet worden, zoals:

a. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld bij het begrip ‘beperkt kwetsbaar object’, onder a;

b. gebouwen, bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van

minderjarigen, zieken of gehandicapten, zoals:

1. ziekenhuizen, bejaardentehuizen en verpleeghuizen;

2. scholen, of

3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;

c. gebouwen, waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag

aanwezig zijn, zoals

1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m² per object of

2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto

vloeroppervlak meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer

dan 2000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt,

hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en

d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen

gedurende meerdere aaneengesloten dagen.

 

maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen en instellingen, gericht op het aanbieden en uitoefenen van activiteiten met betrekking

tot welzijn, volksgezondheid, religie en levenbeschouwing, onderwijs, openbare orde en veiligheid,

sociale, maatschappelijke en openbare dienstverlening, uitvaart, intramurale zorgverlening en

kinderopvang.

mantelzorg

het bieden van zorg aan een familielid in de 1e of 2e graad, die hulpbehoevend is op het fysieke,

psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

monumentencommissie

de gemeentelijke monumentencommissie als bedoeld in de Monumentenwet 1988.

natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezigheid van plant- en diersoorten of

andere waardevolle elementen in de natuur.

niet-permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie, waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen voor kampeermiddelen

gebruik wordt gemaakt.

nutsvoorzieningen

voorzieningen, al dan niet zijnde bouwwerken, ten behoeve van openbaar nut, zoals

transformatorhuisjes, bloembakken, kunstwerken, kunstobjecten, gasreduceerstations, schakelhuisjes,

duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, speeltoestellen, geldautomaten,

bergbezinkbassins, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, verkeersgeleiders,

verkeersborden, lichtmasten, zitbanken, abri's, reclameborden, oplaadvoorzieningen voor electrisch

aangedreven voertuigen en apparatuur voor telecommunicatie en andere daarmee vergelijkbare en

gelijk te stellen voorzieningen.

onderbouw/souterrain

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant op minder

dan 1.50 meter boven de aan de onderbouw/souterrain aansluitende grond is gelegen.

ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van) een bouwwerk, dat gelegen is op een diepte van meer dan twee meter beneden

peil.

ondergeschikte detailhandel

detailhandelsfunctie, waarbij deze een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit, maar daaraan

ondergeschikt is.

ondergeschikte kantoren

kantoor- en administratiefunctie, waarbij deze een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit, maar

daaraan ondergeschikt is.

ondersteunende horeca

horecafunctie, waabij deze ondersteunend is aan de hoofdactiviteit, maar daaraan ondergeschikt is.

overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de

aarde is verbonden.

pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid, die

direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

patiowoning

een, op met moment van inwerkingtreding van het plan, aaneengebouwde woning met een open

binnenplaats.

peil

a. de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw, indien de afstand tussen

het gebouw en de kant van de weg minder dan 5 meter bedraagt;

b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het,

op het moment van inwerkingtreding van het plan, aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse bij

voltooiing van de bouw.

plaatsgebonden risico

risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die

onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een

ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of

bestrijdingsmiddel betrokken is.

plaatsgebonden risicocontour 10-6/jaar

de risicocontour 10-6/jaar, ingevolge de artikelen 6, 7 en 8 van het Besluit externe veiligheid

inrichtingen, die aangeeft waar er een bepaalde effectkans van één op een miljoen is op een incident

met één of meer dodelijke slachtoffers.

prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen

vergoeding op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.

QRA

een Quantitative Risk Analysis (kwantitatieve risicoanalyse) voor activiteiten met gevaarlijke stoffen.

recreatieve voorzieningen

voorzieningen en instellingen, gericht op het, al dan niet bedrijfsmatig, aanbieden en uitoefenen van

activiteiten, gericht op de vrijetijdsbesteding van mensen.

recreatiewoning

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie

op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door gebruikers, die hun hoofdverblijf elders hebben,

gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond voor recreatief verblijf.

richtwaarde

richtwaarde, zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet milieubeheer, en zoals uitgewerkt in het Besluit

externe veiligheid inrichtingen, ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.

risicovolle inrichting

a. een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of

richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het

bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

b. een AMvB-inrichting, waarvoor krachtens de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op

de externe veiligheid, met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.

seizoensgebonden standplaats kampeermiddel

een standplaats, bestemd voor de plaatsing van kampeermiddelen uitsluitend gedurende het

zomerseizoen.

seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij

bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische

aard plaatsvinden of gelegenheid wordt geboden voor prostitutie dan wel voor detailhandel in seksen/

of pornoartikelen.

stacaravan

een kampeermiddel uit één niet-samengesteld geheel, die in zijn geheel (over de weg) vervoerd kan

worden met één bouwlaag en maximaal 3.50 meter hoog, gemeten vanaf peil.

standplaats voor een kampeermiddel

een gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere

kampeermiddelen, waarbij de standplaatsen voor kampeermiddelen nader zijn te onderscheiden in:

a. permanente standplaats: een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel en

twee bijzettentjes, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn ten behoeve van recreatief

nachtverblijf.

b. niet-permanente standplaats: een standplaats, bestemd voor het plaatsen van één of meerdere

kampeermiddelen, niet zijnde een stacaravan, ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

stedelijke bedrijvigheid

stedelijk verzorgende bedrijvigheid, uitgeoefend in een bedrijfs- of stallingsruimte, zoals opslag en

verhuur van goederen, reparatie, service, onderhoud, installatie, ambachtelijke bewerkingen en

daarmee verband houdende beperkte dienstverlening.

twee-aaneenwoning

een woning, die, op het moment van inwerkingtreding van het plan, deel uitmaakt van een blok van

twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel

gelegen hoofdgebouw is gebouwd.

veiligheidszone

de op de verbeelding aangegeven zone, die wordt gevormd door de plaatsgebonden risicocontour

10-6/jaar.

 

verblijfsmiddelen

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken, voer- en vaartuigen,

arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen

kampeermiddelen zijnde.

verblijfsrecreatie

tijdelijk, recreatief, nachtverblijf in kampeermiddelen, recreatiewoningen en stacaravans gedurende

korte perioden per jaar, niet zijnde het hoofdverblijf van de daarin verblijvende personen.

verkoopvloeroppervlak

het vloeroppervlak van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.

voorgevel

de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een

gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel, die

door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan

worden aangemerkt.

voorgevelrooilijn

een op de verbeelding aangegeven lijn, waarin de voorgevel van een gebouw is of moet worden

gebouwd.

voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet

geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit

grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.

vrijstaande woning

een woning, die met inbegrip van de bijbehorende bouwwerken, op het moment van inwerkingtreding

van het plan, los staat van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.

wet/wettelijke regelingen

indien in dit plan, de begrippen in de regels daaronder begrepen, wordt verwezen naar een wet, een

wettelijke regeling (Algemene Maatregel van Bestuur of ministeriële regeling), een keur of een

verordening dienen deze te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het

bestemmingsplan.

wonen

de zelfstandige, nagenoeg zelfstandige, dan wel onder (ambulante) begeleiding of zorgverlening

plaatsvindende huisvesting van personen met de daarbij behorende gemeenschappelijke

voorzieningen.

zakelijke dienstverlening

het verrichten van administratieve, financiële en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden al dan niet

met daaraan ondergeschikte baliefunctie.

zomerseizoen

de periode van 1 maart tot en met 31 oktober.

 

 

Artikel 2 Wijze van meten

 

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.

de bouwdiepte

vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk met uitzondering van de fundering of ondergeschikte bouwonderdelen van het bouwwerk.

de bouwhoogte van een antenne-installatie

tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie; indien de antennedrager aan de gevel van een bouwwerk wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt, waarop de antenne met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antennedrager.

de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

de breedte, lengte of diepte van een bouwwerk

tussen de bovengrondse buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.

de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel.

de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.