Gemeente:
Vlissingen
Plannaam:
Binnenstad - Eiland
Status:
Vastgesteld

Artikel 21 Waarde - Cultuurhistorie

 

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, herstel en bevordering van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing, zoals deze staan beschreven in de toelichting bij het aanwijzingsbesluit tot beschermd stadsgezicht d.d. 31 juli 1975.

 

21.2 Bouwregels

 

21.2.1 Bebouwing

Op de voor deze bestemming aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd, indien de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht niet worden aangetast en vooraf advies is ingewonnen bij de monumentencommissie, mits:

a. de situering, gevelindeling, kaprichting en afmetingen van de gebouwen niet afwijken van de situatie, zoals die bestond op de dag van terinzagelegging van het plan en zoals deze staan aangegeven op de bij deze regels behorende bijlage 1 en bijlage 2, bestaande uit respectievelijk straatwandtekeningen en een luchtfoto, beiden gedateerd 1 maart 2012, tenzij op de verbeelding een aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' of een aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' staat aangegeven;

b. de bebouwing is toegestaan ingevolge de ter plaatse voorkomende andere bestemmingen.

 

21.3 Afwijken van de bouwregels

 

21.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 21.2.1, indien:

a. geen onevenredige schade wordt toegebracht dan wel herstel of bevordering is verzekerd van het historische karakter van het beschermd stadsgezicht

of

b. de historische en ruimtelijke waarden in redelijkheid niet te handhaven zijn

en

c. vooraf, in de gevallen genoemd onder a en b, advies is ingewonnen bij de monumentencommissie.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

21.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken of werkzaamheden uit te (laten) uitvoeren:

1. het wijzigen van het profiel van de straten, daaronder begrepen het wijzigen van het bestratingsmateriaal, het aanbrengen of wegnemen van stoepen, stoepranden en stoeppalen;

2. het graven en/of dempen van waterlopen en waterpartijen, havens daaronder begrepen;

3. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.

 

21.4.2 Uitzonderingen

Dit verbod is niet van toepassing op:

1. normale onderhoudswerkzaamheden en normaal beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming;

2. werken of werkzaamheden, die reeds op basis van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd;

3. werken of werkzaamheden, die reeds in uitvoering zijn op het moment van inwerkingtreding van het plan.  

 

21.4.3 Voorwaarden voor de omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijke karakter van het beschermd stadsgezicht en vooraf advies is ingewonnen bij de monumentencommissie.

 

21.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

 

21.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:

1. het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen;

2. het geheel of gedeeltelijk slopen van bruggen, sluizen, kademuren en aanlegsteigers.

 

21.5.2 Uitzonderingen

Dit verbod is niet van toepassing op:

1. normale onderhoudswerkzaamheden;

2. sloopwerkzaamheden, die al op basis van de Wet algemene bepalinigen omgevingsrecht zijn beschermd;

3. sloopwerkzaamheden, die al in uitvoering zijn op het moment van inwerkingtreding van het plan.

 

21.5.3 Voorwaarden voor de omgevingsvergunning

Het slopen is slechts toelaatbaar, indien:

a. geen onevenredige schade wordt toegebracht dan wel herstel of bevordering is verzekerd van het historische en ruimtelijke karakter van het beschermd stadsgezicht

of

b. de te slopen objecten in redelijkheid niet te handhaven zijn

en

c. vooraf, in de gevallen genoemd onder a en b, advies is ingewonnen bij de monumentencommissie.