Gemeente Wymbritseradiel

 

Bestemmingsplan Wymbritseradiel Zuidwest

Regels

 

Plan:

Wymbritseradiel Zuid-West

Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0683.wymbzuidwest-onhe

Artikel 1 Begripsbepalingen


In deze voorschriften wordt verstaan onder:
a. het plan:
het bestemmingsplan Wymbritseradiel-Zuidwest (Oudega en
Sandfirden) van de gemeente Wymbritseradiel;


b. de plankaart:
de kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen
van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen;


c. aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf:
een dienstverlenend beroep of -bedrijf dat op kleine schaal in
een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt
uitgeoefend, waar-bij de woning in overwegende mate haar
woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of
bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in
overeenstemming is met de woonfunctie;


d. aan- of uitbouw:
een onderdeel van een hoofdgebouw dat door de vorm daarvan
onderscheiden kan worden en dat door zijn ligging en/of in
architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;


e. aanleggen:
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een
vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of
op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte
voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die
daadwerkelijk gebruikt wordt voor een recreatief verblijf op of in
de omgeving van het vaartuig;


f. agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten
door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder
begrepen) en/of het houden van dieren;


g. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen
zijnde;


h. bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk
slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens
huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of
het terrein, noodzakelijk is;


i. beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid
inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand
is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;


j. beschermd dorpsgezicht:
het op de plankaart met "beschermd dorpsgezicht" aangegeven
gebied;


k. bestemmingsgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van
een bestemmingsvlak;


l. bestemmingsvlak:
een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;


m.
bijgebouw:
een op zichzelf staand gebouw dat gelet op de bestemming en
door zijn ligging en/of architectonische verschijningsvorm
ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen
hoofdgebouw;


n. bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen en het vergroten van een bouwwerk;


o. bouwgrens:

een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn;


p. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een
zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;


q. bouwvlak:
een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak;


r. bouwvormenkaart:
de kaart met de bijbehorende verklaring waarop de
bouwvormen van de binnen het beschermd dorpsgezicht
opgenomen gebouwen zijn aangegeven;


s. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of
ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond
verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;


t. café:
een horecabedrijf niet zijnde een discotheek of bar/dancing dat
tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en nietalcoholische
dranken voor consumptie ter plaatse, met als
nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan
niet ter plaatse bereid;


u. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte,
geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;


v. geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom
het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone
moet worden vastgesteld;


w. grondgebonden agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf, met een bedrijfsvoering waarbij in
hoofdzaak gebruik wordt gemaakt van open grond;


x. hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel architectonisch dan wel
gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te
merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen;


y. horecabedrijf:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of
etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of
waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;


z. indelingslijn:
een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn ten behoeve
van het indelen van het bouwvlak of bestemmingsvlak met het
oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;


aa. kampeergebouw:
een gebouw, geen kampeermiddel zijnde, van beperkte
omvang, dat dient voor het periodiek recreatief nachtverblijf,
waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;


bb. kampeermiddel:
- een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een
caravan mits:
- deze is voorzien van een as-/wielenstelsel en een
dissel;
- deze bestaat uit één geheel (dus geen gekoppelde
caravans en geen aangebouwde uitbreidingen);
- deze is voort te bewegen als aanhanger;
- deze een maximale hoogte heeft van 3,5 m en een
maximale oppervlakte van 55 m²;
- enig ander onderkomen of enig ander voertuig of
gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen
bouwwerk zijnde, mits deze een maximale hoogte heeft
van 3,5 m en een maximale oppervlakte heeft van 55 m²;
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of
gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of
opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor
recreatief nachtverblijf;


cc. kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid
inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand
is bepaald, die in acht moet worden genomen;


dd. ligplaats innemen:
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een
vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of
op een natuurlijke of een voor dat doel aangebrachte
voorziening of aan een ander vaartuig, anders dan voor
aanleggen;


ee. maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke,
sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen
ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook
ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze
voorzieningen;


ff. overkapping:
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en
niet, óf met ten hoogste twee wanden is omsloten;


gg. peil:
de bovenzijde van de afgewerkte begane grondvloer;
Indien deze bovenzijde meer dan 60 cm boven het straatpeil ligt
of komt te liggen, is 60 cm + het straatpeil het peil;
Indien deze bovenzijde meer dan 20 m van de straat of weg ligt
of komt te liggen én dan meer dan 10 cm boven het
aansluitende terrein ligt of komt te liggen, is 10 cm + het
aansluitende terrein het peil;


hh. recreatiewoning:

een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf, waarvan de
gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;


ii. restaurant:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van
maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit
het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;


jj. risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke het Besluit externe veiligheid
inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q.
een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het
bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare
objecten;


kk. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin
bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was,
seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van
erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een
seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop,
een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een
prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische
massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;


ll. straatpeil:
de
hoogte van de straat of weg op de plaats waar de
hoofdtoegang van een bouwwerk aan die straat of weg grenst;


mm. vaartuig:
naast het begrip vaartuig in gebruikelijke zin van het woord, een
vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een vaartuig in
aanbouw en een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of
drijven heeft verloren, dan wel overblijfselen daarvan;


nn. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de
huisvesting van één afzonderlijk huishouden.