Gemeente:
Goes
Plannaam:
Goes Zuid
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
16-01-2013

Artikel 12 Leiding - Gas

 

 

12.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor “Leiding - Gas” (L-G) aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere

bestemming(en), primair bestemd voor de instandhouding en bescherming van gasleidingen.

 

12.2 Bouwregels

 

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

12.2.1 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

 

12.2.2 Algemeen

Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag - met inachtneming van

de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het

bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken,

waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt

gemaakt van de bestaande fundering.

 

12.3 Afwijken van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen af te wijken van het bepaalde in lid 12.2, met inachtneming van

de volgende regels:

    1. de bij de betrokken bestemming behorende regels worden in acht genomen;

    2. het belang van de leiding wordt door de bouwactiviteiten niet geschaad;

    3. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 12.2.1 bedoeld, bedraagt ten hoogste 15 m² en de bouwhoogte ten hoogste 3.50 meter;

    4. alvorens omtrent een afwijking te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de leiding niet wordt geschaad.

 

12.4 Specifieke gebruiksregels

 

12.4.1 Verhouding tot andere dubbelbestemmingen

 

Voor zover de in lid 12.1 bedoelde dubbelbestemming samenvalt met één of meer andere

dubbelbestemmingen, worden - ook ten opzichte van de in lid 12.1 bedoelde dubbelbestemming- de

regels in acht genomen die bij deze andere dubbelbestemming(en) behoren.

 

12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden

 

12.5.1 Verbod voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden zonder vergunning

Het is verboden om zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders binnen de op de verbeelding aangegeven zone van de in lid 12.1 genoemde leidingen de navolgende werken en of werkzaamheden uit te voeren:

    1. het verrichten van graaf-, bagger-, ontgrondings- en ontginningswerkzaamheden;

    2. het afgraven, egaliseren en ophogen van gronden;

    3. het aanleggen, verleggen of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen en andere verharde en/of te verharden oppervlaktes;

    4. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;

    5. het indrijven van voorwerpen in de bodem;

    6. het permanent opslaan van goederen waaronder begrepen ook afvalstoffen;

    7. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving is aangegeven en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

 

12.5.2 Uitzondering op het verbod voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden

Het verbod van lid 12.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

    1. normaal beheer of onderhoud ten dienste van de bestemming betreffen;

    2. reeds op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn;

    3. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor afwijking is verleend, zoals in lid 12.3 bedoeld.

 

12.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden

Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien:

    1. deze verband houden met de doeleinden die aan de desbetreffende bestemming zijn toegekend;

    2. hierdoor, danwel door de te verwachten gevolgen, het leidingbelang geen onevenredige schade wordt toegebracht.

 

12.5.4 Procedureregels

Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen

bouwwerk zijnde of werkzaamheden te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk

advies in bij de betreffende leidingenbeheerder(s) omtrent de vraag of door de voorgenomen

activiteiten het leidingbelang geen onevenredige schade wordt toegebracht en de eventueel te stellen

voorwaarden.