Artikel 8 Gemengd - 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd - 2’
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
wonen;
b.
de uitoefening van een aan huis gebonden beroep
of aan huis verbonden (bedrijfs)activiteit behorende tot
categorie 1 of 2 van de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van
milieubelastende activiteiten, mits de gezamenlijke oppervlakte welke ten
behoeve van een beroep of bedrijf aan huis wordt gebruikt niet meer bedraagt
dan 30% van de totale oppervlakte van de woning;
c.
bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Staat van
milieubelastende activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
d.
dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
e.
een dans-, muziek en/of toneelschool, uitsluitend op de begane
grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning’;
f.
detailhandel,
uitsluitend op de begane grond en ondergronds en uitsluitend ter plaatse van de
aanduiding 'detailhandel’;
g.
kantoren;
h.
maatschappelijke voorzieningen;
i.
de onder a t/m h genoemde
functies, alsmede horeca 1, zowel op de begane grond als op de verdieping,
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd –
multifunctioneel’.
met daarbij
behorende:
j.
tuinen en erven;
k.
ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen;;
l.
groenvoorzieningen;
m. waterlopen
en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag
uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met
inachtneming van de volgende regels:
a.
regels ten aanzien van hoofdgebouwen
1. hoofdgebouwen
worden binnen het bouwvlak gebouwd;
2. het
bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
3. de
goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de
verbeelding is aangeduid
b.
regels ten aanzien van aanbouwen, bijgebouwen en
overkappingen:
1.
aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen
op een afstand van minimaal 1,0 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw
of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
2.
de
gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag
maximaal 75 m² bedragen, mits niet meer dan 40% van
het zij- en achtererf van het hoofdgebouw wordt bebouwd;
3.
de
horizontale diepte van aanbouwen aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag
niet meer dan 3,0 meter bedragen;
4.
de
bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde overkappingen mag maximaal de
bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met
0,3 meter;
5.
de bouwhoogte van bijgebouwen en vrijstaande
overkappingen mag niet meer dan 3,0 meter bedragen.
c.
regels ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde:
1. de
hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,0 meter bedragen, tenzij
deze zijn gelegen vóór de voorgevel of het verlengde daarvan, in welk geval de
hoogte niet meer mag bedragen dan 1,0 meter;
2. de
hoogte van palen en masten mag maximaal 7,0 meter bedragen;
3. de
hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3,0 meter
bedragen.
8.3 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
a.
het bepaalde in lid 8.1, onder c voor andere
milieubelastende activiteiten dan bedoeld in dit lid, met in achtneming van de
volgende regels:
1.
afgeweken kan worden voor een milieubelastende
activiteit die niet behoort tot, of niet genoemd is in, categorie 1 of 2 van de
Staat van milieubelastende activiteiten (bijlage 1), mits de betreffende
bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving
gelijk kan worden gesteld met activiteiten als genoemd in categorie 1 of 2;
2.
niet wordt afgeweken voor geluidzoneringsplichtige
inrichtingen en risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe
veiligheid inrichtingen.