Artikel 12 Water
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. water, waterpartijen, waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
b. ter plaatse van de aanduiding ‘pad’ tevens voor een langzaamverkeerroute;
c. taluds, bruggen, steigers, duikers, dammen, kade en dijksloten;
d. oeverbeschoeiingen en groenvoorzieningen.
12.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden uitsluitend opgericht ten dienste van de in lid 12.1 genoemde bestemming;
b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,00 m.