direct naar inhoud van Regels

BPKerkstrLingedijk Kedichem

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0545.BPKerkstrLingedijk-VS01

Artikel 2 Wijze van meten

 

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

2.1 het bebouwde oppervlak van een bouwperceel

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.

 

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

 

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

 

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

 

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

 

2.6 het peil

  1. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

  2. voor de overige gebouwen: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang van het hoofdgebouw bij voltooiing van de bouw;

  3. voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct aan de weg grenst: de kruin van de weg;

  4. voor de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw;

  5. de (maaiveld)hoogte van een voor een erf of erven als zodanig aangegeven punt;

  6. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;

 

2.7 het waterpeil

de hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de omgevingsvergunning of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater.