Plan:             Hoornes

Status:         Vastgesteld

Plantype:    Bestemmingsplan

IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKAThoornes-va01

 

INHOUDSOPGAVE

 

Artikel 21      Algemene bouwregels

21.1.               Overschrijding bouwgrenzen

Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aandui­dingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

a.      tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingba­nen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;

b.      andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

 

21.2.              Goothoogte

Van een gebouw waarvoor de maximale goothoogte is bepaald, mag voor zover niet anders is bepaald, geen deel uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken, die de betreffende gevel snijden ter hoogte van de maximale hoogte en terugvallen onder hoeken van 45° met de horizon, met dien verstande dat tussen de toegestane denkbeeldige dakvlakken met een hel­ling van 45° en de daaruit voortvloeiende maximale hoogte, ook platte afdekkingen, dak­vlakken met een helling van meer of minder dan 45° en rechtopgaande gevelconstructies, waaronder begrepen topgevels, zijn toegestaan. Deze regel is niet van toepassing op onder­geschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en goten.

 

21.3.              Ondergronds bouwen

21.3.1.          Ondergrondse werken

Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.

 

21.3.2.         Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, gelden de volgende bepalingen, tenzij in de regels anders is opgenomen:

a.      ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen het bouwvlak;

b.      ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan buiten het bouwvlak met een maximum van 30 m2;

c.      de ondergrondse bouwdiepte van de ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 m onder maaiveld;

d.      bij het berekenen van de bebouwingspercentages, of van het maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking ge­nomen, voor zover deze is gelegen buiten het bouwvlak.

 

21.3.3.         Afwijken van de regels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 21.3.2 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouw­diepte van maximaal 10 m onder maaiveld onder de voorwaarde dat de waterhuishouding niet wordt verstoord.

 

21.4.              Technische installaties 

Voor het bouwen van technische installaties, gelden de volgende bepalingen:

a.         deze bouwdelen zoveel mogelijk uit het zicht vanaf de openbare ruimte en van omwo­nenden plaatsen;

b.        de bouwgrens met niet meer dan 1,5 m laten overschrijden.