direct naar inhoud van Regels

Dubbeldam

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0505.BP188Dubbeldam-3002

HOOFDSTUK 3 Beleidskader

 

3.1 Rijksbeleid

 

3.1.1 Amvb Ruimte

De directe doorwerking van de Nota Ruimte is vervallen met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening. De nationale ruimtelijke belangen worden geborgd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Amvb Ruimte).

Doel is om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. Bestemmingsplannen moeten voldoen aan deze algemene regels.

 

3.1.2 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Nota Ruimte is vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Op 13 maart 2012 stelde de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie vast.

 

Eén van de belangrijkste beleidsdoelen is een gezonde en veilige leefomgeving als basisvoorwaarde voor burgers en ondernemers. Dit wordt vooral vertaald in het verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water), bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's.

 

Om toekomstige kosten en maatschappelijke schade te voorkomen, moeten bij ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen de milieueffecten worden afgewogen.

 

Het Rijk heeft 13 nationale belangen aangewezen. Het Rijk richt zich daarbij op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van de belangen voor Nederland als geheel, zoals de hoofdnetwerken voor personen- en goederenvervoer (waaronder buisleidingen), energie en natuur, alsook ondergrond en ruimte voor militaire activiteiten. Ook waterveiligheid en milieukwaliteit (lucht,

geluid, bodem, water en externe veiligheid) horen daarbij, evenals de bescherming van ons werelderfgoed (zoals de Waddenzee en de Nieuwe Hollandse Waterlinie).

 

Buiten deze belangen bestaat beleidsvrijheid voor decentrale overheden, zoals de gemeente.

 

Deze herziening betreft een binnenstedelijke ontwikkeling en is niet in strijd met enig nationaal belang. Wel wordt uiteraard rekening gehouden met nationaal belang 8: verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s.

 

Onderhavig bestemmingsplan voldoet aan het beleid en de algemene regels van het rijk.

 

 

3.2 Provinciaal beleid

 

 

3.2.1 Structuurvisie Visie op Zuid-Holland

Met de Nota Ruimte en de Wet ruimtelijke ordening heeft het Rijk verantwoordelijkheden en bevoegdheden gedecentraliseerd naar provincies en gemeenten. In dit speelveld neemt de provincie de verantwoordelijkheid voor aansturing op ruimtelijke kwaliteit en samenhang van projecten en programma's met provinciale betekenis (regisseursrol). De provincie zal niet voor alle provinciale belangen een leidende rol nemen in de uitvoering.

De provincie wil een actieve rol spelen in de uitvoering van beleid. De provincie eigent zich alleen een regisseursrol toe als zij van mening is dat deze rol niet gedelegeerd kan worden naar andere overheden, of als zij een eigen verantwoordelijkheid heeft, die voortvloeit uit provinciale belangen. De schaal van de provincie maakt haar bij uitstek geschikt om veel partijen op gemeentelijk en (boven)regionaal niveau te verbinden.

 

Provinciale Staten van Zuid-Holland stelden op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vast. In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie en een doorkijk naar 2040. De nieuwe integrale Structuurvisie voor de ruimtelijke ordening komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.

In ‘Visie op Zuid-Holland’ staat hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. Met de structuurvisie werkt de provincie aan een vitaal Zuid-Holland, met meer samenhang en verbinding tussen stad en land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen handbereik. De provincie onderscheidt vijf hoofdopgaven:

• aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel

• duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie

• divers en samenhangend stedelijk netwerk

• vitaal, divers en aantrekkelijk landschap

• stad en land verbonden.

Ook de instrumenten van de provincie komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten, ontwikkelt programma’s en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.’

 

In de Uitvoeringsagenda staat hoe de provincie en de verschillende partners de ambitie van de Structuurvisie gaan uitvoeren. De nadruk ligt op samenhang van maatregelen en programma‘s en de samenwerking met de regio‘s. Wat belangrijk is voor Zuid-Holland staat voorop.

De Uitvoeringsagenda maakt duidelijk wat er moet gebeuren en wat de onderlinge rolverdeling van de provincie en de verschillende samenwerkende partijen is.

Elke partij werkt vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid om de ambitie van de Structuurvisie te realiseren.

 

In de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte staat hoe de provincie de ruimte tot 2020 in wil gaan vullen. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling weer en vermeldt de provinciale belangen. De verordening geeft aan met welke zaken gemeenten in hun bestemmingsplannen rekening moeten houden.

 

In de Structuurvisie is Dubbeldam op de functiekaart opgenomen als Stads- en dorpsgebied.

 

 

3.2.2 Verordening Ruimte

In samenhang met de Structuurvisie is ook de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het volgende artikel is relevant voor het onderhavige plan:

Om het stedelijk netwerk te versterken kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. Verstedelijking buiten deze bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan.

Het plangebied valt binnen de aangegeven bebouwingscontouren en is hiermee in overeenstemming met de Verordening Ruimte.

In de Verordening Ruimte is voor functies als kantoren en detailhandel bepaald dat deze alleen in bestemmingsplannen mogen worden opgenomen indien deze liggen binnen de invloedssfeer van haltes van het Zuidvleugelnet (voor wat betreft kantoren), dan wel wanneer deze liggen binnen de bestaande winkelconcentraties in de centra van steden (voor wat betreft detailhandel). Het plangebied Dubbeldam voldoet aan beide voorwaarden.

 

 

3.3 Gemeentelijk beleid

 

 

3.3.1 Structuurvisie Dordrecht 2020

Dubbeldam maakt onderdeel van het leefmilieu suburbaan. Dit betekent een groene uitstraling, met een groot aantal eengezinswoningen en privétuinen. Specifieke locaties met kleinschalige bedrijvigheid, detailhandel geconcentreerd in winkelcentra, een maximale geluidsbelasting voor woonbebouwing van 48 dB, een zo laag mogelijke waarde voor het groepsrisico, maar een maximum van 0,75 van de oriënterende waarde. Maximale bouwhoogte in de wijken is 25 meter, medium hoogbouw tot 50 meter is toegestaan bij de wijkcentra. In Dubbeldam is dit echter niet aan de orde.

 

 

3.3.2 Wonen

Woonvisie Drechtsteden (2020)

In de regionale woonvisie “Spetteren in de Drechtsteden-2” is Dubbeldam een suburbane wijk om te behouden / versterken.

De sociale huurvoorraad in Dubbeldam wordt minimaal in stand gehouden, ook met het oog op de herstructurering in Dordrecht-West. Kwantitatief is er maar zeer beperkt ruimte om in het leefmilieu ‘suburbaan’ woningen toe te voegen. Het gaat om aantallen van maximaal 50 woningen, wat ook met andere bouwprojecten in wijken als Stadspolders en Sterrenburg gedeeld moet worden. Hooguit is er ruimte om kleinschalig enkele appartementen toe te voegen, geschikt voor ouderen.

In het milieu ‘rustig groen’ is wel ruimte om woningen toe te voegen, vooral grondgebonden woningen. Als gevolg van de economische crisis is de marktruimte beperkt en zijn er de komende jaren minder afzetmogelijkheden. Om die reden wordt in de nota Wonen in de Drechtsteden 2011 gesteld, dat er geen ruimte is om nieuwe woningbouwprojecten toe te voegen. Dat beperkt de mogelijkheden om locaties die vanuit andere functies vrij komen te bestemmen voor woningbouw.

Grootschalige herstructurering is in Dubbeldam niet aan de orde. Wel komt mogelijk een enkel complex in aanmerking voor sloop en vervanging.

 

 [image]

 

 

 

3.3.3 Werken en voorzieningen

In de Corridor zijn verschillende bedrijven gevestigd. Bedrijven die van oudsher uit Dubbeldam komen, maar ook bedrijven die hier zijn gevestigd vanuit de goede bereikbaar en hun stedelijk, regionaal en landelijk functioneren.

Niet alleen bedrijven, maar ook sport- en maatschappelijke voorzieningen zorgen voor de nodige werkgelegenheid.

Aan de Stevensweg zijn eveneens de nodige bedrijven gevestigd. Veelal op de achtererven, waarbij zich aan de straatzijde een woning bevindt. In sommige situaties zijn solitaire bedrijven gevestigd.

Verspreid in Dubbeldam zijn er ook verschillende bedrijven. In vrijwel alle gevallen gaat het hier om bedrijven/bedrijfslocaties die van oudsher op die plek zijn gevestigd.

Binnen deze bedrijven is detailhandel niet toegestaan.

Op grond van de jurisprudentie is het toegestaan een beperkt gedeelte van bedrijfsactiviteiten als onderdeel van een andersoortig bedrijf uit te oefenen als detailhandel. De hiervoor opgestelde beleidsregel, vastgesteld door burgemeester en wethouders op 15 juli 1997, is ook in dit plangebied van toepassing en bepaald ondermeer dat:

. aandeel detailhandel niet meer mag bedragen dan 5 % van de omzet

. geen specifieke inrichting gericht op detailhandel mag worden aangebracht

. geen specifieke aandacht voor de detailhandel mag worden gevraagd (geen afzonderlijke openingstijden, reclames etc.)

Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door de benzine-service stations; hiervoor is afzonderlijk beleid ontwikkeld, vastgesteld door burgemeester en wethouders op 1 december 1998, met als uitkomst dat per benzine-service station maximaal 50 m2 mag worden gebruikt voor detailhandel .

 

Ook vestiging van nieuwe perifere detailhandel is vanwege de nagestreefde concentratie elders in Dordrecht (Meubelboulevard gericht op woninginrichting c.a. en Handelskade/Mijlweg gericht op garagebedrijven/showrooms c.a.) niet aan de orde.

Aanwezige autoshowrooms aan de Ploegstraat/Sikkelstraat, aan Vissersdijk-beneden, aan de Stevensweg en een motorenshowroom aan de Bamendaweg vormen als bestaande bedrijven hierop een uitzondering en kunnen worden gehandhaafd. Eenzelfde uitzondering geldt voor een keukenshowroom aan de Stevensweg, een bouwmarkt aan Vissersdijk-Beneden en een drietal verspreid liggende tuincentra.

 

In de Structuurvisie Dordrecht 2020 is het winkelcentrum Damplein aangegeven als wijkwinkelcentrum. Dit betekent dat het nauwelijks een bovenlokaal verzorgende functie mag hebben. Er wordt een uitbreidingsmogelijkheid van 1200 m2 genoemd.

In de Nota van Uitgangspunten die is opgesteld voorafgaand aan dit bestemmingsplan is een uitbreidingsmogelijkheid genoemd van 800 m2 bvo. Deze laatste oppervlakte wordt in dit bestemmingsplan opgenomen (via een wijzigingsbevoegdheid).