Plannaam:
Schil
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP186Schil-3001

Artikel 9 Gemengd - 3

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. detailhandel;

  3. perifere detailhandel;

  4. dienstverlening;

  5. horeca - 1;

  6. bedrijf;

  7. maatschappelijk;

  8. kantoor;

  9. atelier;

  10. cultuur en ontspanning;

  11. sport;

  12. openbare parkeergarage;

  13. parkeren;

  14. openbare verbinding;

  15. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, parkeren, groen

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 9.4 .

 

 

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

9.2.1 Bouwen algemeen

  1. toegestaan zijn hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is bebouwing toegestaan, met dien verstande dat ten behoeve van een openbare verbindings- en/of ontsluitingsroute een niet bebouwde ruimte aanwezig is met een minimum bouwhoogte van 2,20 m boven een voetpad en 4,20 m boven een rijweg.

 

9.2.2 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.

 

9.2.3 Aan- en bijgebouwen

Voor aan- en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat aan de achterkant van de het pand tot een diepte van maximaal 2,5 m buiten de aanduiding 'bouwvlak', een bouwhoogte is toegestaan van 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4 m of als het pand lager is, tot de bouwhoogte van het pand;

  2. het gezamenlijk oppervlak mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte buiten de aanduiding 'bouwvlak' tot een maximum van 50 m2;

  3. aan- en bijgebouwen zijn niet toegestaan voor de voorgevel van de bestaande bebouwing langs de Burgemeester de Raadtsingel in het gedeelte tussen Spuiweg en Toulonselaan.

 

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste voor:

  • erfafscheidingen 3 m

  • lichtmasten 9 m

  • vlaggenmasten 9 m

  • antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw) 5 m

  • overige antennemasten 12 m

  • overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan voor de voorgevel van de bestaande bebouwing langs de Burgemeester de Raadtsingel in het gedeelte tussen Spuiweg en Toulonselaan.

 

 

9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunnning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 9.2.1 onder b. indien op een andere wijze in de betreffende verbinding/route wordt voorzien, dan wel wordt aangetoond dat het achterwege laten niet tot onevenredig nadeel voor de verbinding/route leidt;

  2. lid 9.2.3 onder a. voor het bouwen van hogere aanbouwen en overkappingen met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de tweede verdieping van het pand tot een maximum van 7 m of als het pand lager is, tot de hoogte van het pand. Indien een tweede verdiepingsvloer ontbreekt, mag de hoogte niet meer bedragen dan noodzakelijk voor voldoende stahoogte, met dien verstande dat de hoogte van 7 m niet mag worden overschreden;

  3. lid 9.2.3 onder a. voor het bouwen van een kap op een aan- of bijgebouw met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.;

  4. lid 9.2.3 onder b. voor het toestaan van een bebouwingspercentage van 75 indien de betreffende bebouwing nodig is voor het goed functioneren van de functie binnen de aanduiding 'bouwvlak' en er geen sprake is van ontoelaatbare hinder voor de (woon)omgeving;

  5. lid 9.2.3 onder c en 9.2.4 onder b voor het toestaan van aan- en bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, indien hierdoor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse niet ontoelaatbaar wordt aangetast en er geen sprake is van ontoelaatbare hinder voor de (woon)omgeving.

 

 

9.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  1. Detailhandel als bedoeld in lid 9.1 onder b is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (dh);

  2. Perifere detailhandel als bedoeld in lid 9.1 onder c is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (dhp);

  3. een openbare parkeergarage als bedoeld in lid 9.1 onder l is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (pg);

  4. 'Horeca - 1' als bedoeld in lid 9.1 onder d is niet toegestaan;

  5. binnen 'maatschappelijk' als bedoeld in lid 9.1 onder g zijn functies ten behoeve van zorginstellingen en religie niet toegestaan;

  6. uitsluitend bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de tot deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;

  7. bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 lid 3 van de Wet geluidhinder juncto artikel 2.1 lid 3 Besluit omgevingsrecht zijn niet toegestaan;

  8. verdiepingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor wonen, tenzij deze op het moment van de ter inzage leggeing van het ontwerp van het plan reeds voor andere functies zijn ingericht.

 

 

9.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunnning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 9.4 onder d voor het toestaan van 'Horeca – 1’, als bedoeld in het lid 9.1 onder e voorzover

1. er sprake is van een in de karakteristiek van het gebied passende functie;

2. door grootte en/of het aantal van de betreffende functies het karakter van het gebied in niet onevenredige mate wordt aangetast;

3. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.

Alvorens te beslissen omtrent een verzoek om een omgevingsvergunning wordt de Adviesraad

voor Detailhandel gehoord.

  1. lid 9.4 onder d voor het toestaan van 'Horeca – 1' als bedoeld in lid 9.1 onder e in de vorm van een hotel voor zover dat hotel een positieve bijdrage levert aan het functioneren van de stad. Een omgevingsvergunning als hier bedoeld wordt in ieder geval geweigerd indien:

1. er geen sprake is van een positieve bijdrage aan het functioneren van de stad;

2. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.

Alvorens te beslissen omtrent een verzoek om een omgevingsvergunning wordt de Adviesraad voor Detailhandel gehoord.

  1. lid 9.4 onder e voor het toestaan van functies ten behoeve van zorginstellingen en religie voorzover:

1. er sprake is van een in de karakteristiek van het gebied passende functie;

2. door grootte en/of het aantal van de betreffende functies het karakter van het gebied in niet onevenredige mate wordt aangetast;

3. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.

  1. lid 9.4 onder f ten behoeve van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn vermeld, of ten behoeve van activiteiten die in de naast hogere categorie zijn ingediend. Een omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend:

1. indien de betreffende bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met bedrijfsactiviteiten die ter plaatse krachtens lid 9.4 onder f zijn toegestaan;

2. nadat advies is ingewonnen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid.

 

 

9.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:

  1. de Staat van Bedrijfsactiviteiten als gevolg van technologische ontwikkelingen wijzigen.