|
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - Uit te werken' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijven
b. bedrijfskantoren
c. kantoren
d. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, ontsluitingswegen, parkeren, groen, water.
15.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in lid 15.1 bedoelde bestemming uit met inachtneming van de aanduidingen op de verbeelding en de in dit artikel beschreven regels:
a. in de uitwerking dient rekening te worden gehouden met de externe veiligheid waartoe vooraf advies dient te worden gevraagd aan de Regionale Brandweer;
-
toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
voorzover de externe veiligheid dit toelaat dient van de op te richten bedrijfsbebouwing per bedrijf minimaal 30 % bedrijfskantoor te zijn met een maximum van 1500 m2;
-
voorzover de externe veiligheid dit toelaat zijn ook zelfstandige kantoren toegestaan tot maximaal 1500 m2 per vestiging;
-
uitsluitend bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 t/m 3 van de tot deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
-
de bouwhoogte van de gebouwen, overkappingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;
-
risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
om in de parkeerbehoefte te voorzien dient voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein te worden gerealiseerd;
-
bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen en Vergunningenbesluit Wet milieubeheer en BEVI-inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening zijn niet toegestaan.
-
dienstwoningen zijn niet toegestaan;
-
in de uitwerking dient rekening te worden gehouden met het realiseren van vluchtroutes met het oog op calamiteiten op het spoor;
-
in de uitwerking worden de gebruikelijke mogelijkheden voor ontheffing en wijziging van de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen.
15.3 Bouwregels
Op de gronden met de in lid 15.1 genoemde bestemming mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen.
15.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
a. lid 15.3.4 voor het bouwen voordat een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan rechtskracht heeft verkregen, indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en voorgenomen gebruik, alsmede zijn afmetingen en plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een opgesteld ontwerp-plan.
|
