NDB
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0505.BP173Ndb-3004 |
HOOFDSTUK 9 Maatschappelijke haalbaarheid
9.1 Overleg ex artikel 3.1.1. Bro
In het kader van het overleg als bedoeld in art. 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening zijn bij brief d.d. 9 oktober 2008 in totaal 16 overlegpartners uitgenodigd om een reactie te geven op het voorontwerp bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch.
Hierop zijn reacties ontvangen van:
Tennet TSO BV, Postbus 718, 6800 AS Arnhem, bij brief d.d. 23 oktober 2008;
Gemeente Moerdijk, Postbus 4, 4760 AA Zevenbergen, bij brief d.d. 27 oktober 2008;
Prorail, Postbus 2625, 3000 CP Rotterdam, bij brief d.d. 27 oktober 2008;
NV Nederlandse Gasunie, Postbus 444, 2740 AK Waddinxveen, bij brief d.d. 11 november 2008;
Gemeente Werkendam, Postbus 16, 4250 DA Werkendam, bij brief d.d. 12 november 2008;
Waterschap Hollandse Delta, Postbus 4103, 2980 GC Ridderkerk, bij brief d.d. 13 november 2008;
Provincie Noord-Brabant, Postbus 90151, 5200 MC ’s-Hertogenbosch, bij brief d.d. 18 november 2008;
Kamer van Koophandel Rotterdam. Postbus 450, 3000 AL Rotterdam, bij brief d.d. 19 november 2008;
VROM-Inspectie, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam, bij brief d.d. 11 december 2008;
Provincie Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag, bij brief d.d 12 december 2008;
Gemeente Drimmelen, Postbus 19, 4920 AA Made, bij brief d.d. 17 december 2008.
De onder 2, 5 en 11 genoemde reacties bevatten de mededeling dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen en behoeven derhalve geen commentaar.
Tennet verzoekt om in het bestemmingsplan meer uitdrukkelijk rekening te houden met de zakelijk rechtstrook aan weerszijden van de hoogspanningsverbinding, Verder wordt in de reactie van Tennet aangegeven dat het niet wenselijk is om de gronden onder de hoogspanningsverbinding te gebruiken voor functies die verhoogde mensenconcentraties met zich brengen, in verband met het vallen van gereedschap en materiaal bij onderhoud en ijspegels bij bepaalde weersomstandigheden. Daarnaast wordt ervoor gepleit een tekst in de toelichting over de hoogspanningsverbinding op te nemen.
De gevraagde regeling in de bestemmingsplanregels en de tekst van de toelichting is naar aanleiding van de reactie van Tennet aangepast. De gronden onder de hoogspanningsverbinding zijn slechts voor een gering deel bestemd voor recreatie en voor een nog geringer deel voor intensieve recreatie. De intensieve recreatie vindt voornamelijk plaats in bestaande gebouwde voorzieningen, waar het risico van verwonding van mensen door vallend materiaal of ijspegels niet toeneemt.
Prorail wijst op een fout in de tekst van de bestemmingsplanregels en verzoekt om een duidelijke regeling voor de spoorbrug. De bestemmingsplanregels zijn hierop aangepast.
De Gasunie wijst er op dat de geprojecteerde ligging van de hoofdaardgastransportleiding afwijkt van de ligging zoals die in het voorontwerp-bestemmingslan Nieuwe Dordtse Biesbosch is aangegeven en geeft aan dat het de voorkeur verdient om de breedte van de leidingstrook in het plan aan te geven. Een en ander is op de plankaart en in de bestemmingsplanregels verwerkt.
Het Waterschap Hollandse Delta geeft aan dat het niet langer noodzakelijk is om de waterkering en de beschermingszone van de waterkering met aparte aanduidingen aan te geven.
De Provincie Noord-Brabant geeft aan dat het gedeelte van het plangebied, dat onder de Vogel- en Habitatichtlijn valt, in het voorontwerp is aangeduid met Natuur I. Deze bestemming is in overeenstemming met de waarden waarvoor het gebied is aangewezen. Aangenomen wordt dat te zijner tijd een definitief bestemmingsplan op grond van art. 19 j, lid 2 van de Natuurbeschermingswet 1998 ter goedkeuring zal worden aangeboden. Als gevolg van de inwerkingtreding van de wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 op 1 februari 2009, is de verplichting tot goedkeuring, als bedoeld in art. 19 j Natuurbeschermingswet vervallen. De opmerking is op dit punt derhalve achterhaald.
De Kamer van Koophandel merkt op dat in het plan weinig aandacht wordt besteed aan de niet-agrarische bedrijven die in of nabij het plangebied zijn gevestigd. Zo wordt in het plan gesproken over het autoluw maken van de Wieldrechtse Zeedijk. In het plan wordt echter voorbij gegaan aan de gevolgen daarvan voor de hier gevestigde bedrijven. Voorts merkt de Kamer van Koophandel op dat bedrijven gelegen ten zuiden van de Zeedijk zullen worden verworven. Het verwerven dient te gebeuren in goed overleg met deze ondernemers, waarbij er een marktconforme prijs voor de bedrijfspercelen met opstallen dient te worden betaald en ook het verlies aan inkomsten dient te worden vergoed. Als reactie hierop kan worden gesteld dat de Wieldrechtse Zeedijk en de Zeedijk bereikbaar blijven voor bestemmingsverkeer en dat de verwerving van gronden plaatsvindt door DLG , waarbij de verwervingsprijs het resultaat zal zijn van onderhandelingen. In enkele gevallen zal mogelijk gebruik moeten worden gemaakt van het onteigeningsinsturment, waarbij uiteindelijk de rechter de verwervingssom bepaalt.
De VROM-Inspectie merkt op dat wanneer door de in het plan opgenomen waterinlaten bij de Oosthaven en Sterrenburg meer dan 20 m3 per uur kan worden onttrokken aan rijkswater, in het kader van de Wet op de waterhuishouding daarvan melding dient te worden gemaakt bij Rijkswaterstaat Zuid-Holland. Voorts wijst de VROM-Inspectie op een fout in de toelichting, waar het gaat om de aanleg van nieuwe natuur in de Tongplaat. De Tongplaat is geen compensatiegebied voor de HSL. Tot slot wijst de VROM-Inspectie op de Beleidslijn Grote Rivieren en de Wet beheer rijkswaterstaatswerken die voor het buitendijks gelegen deel van het plangebied van kracht is. Enkele artikelen in de bestemmingsplanregels wijken af van de bepalingen voor stroomvoerend regime van de Beleidslijn. Als reactie hierop kan worden gesteld dat bij de Oosthaven inderdaad sprake van een nieuwe waterinlaat. Deze wordt ontworpen door het Waterschap Hollandse Delta. Wanneer de plannen verder uitgewerkt zijn en bekend is welke capaciteit de nieuwe waterinlaat zou moeten krijgen, wordt hierover overleg gevoerd met Rijkswaterstaat. Bij Sterrenburg gaat het om een doorvoer van polderwater. Op dit punt is geen aansluiting op rijkswater voorzien. Voor het overige zijn de toelichting en de bestemmingsplanregels naar aanleiding van de reactie van de VROM-inspectie aangepast.
De Provincie Zuid-Holland merkt op dat uit de plantoelichting niet blijkt of overleg heeft plaatsgevonden met de waterbeheerder. Als reactie hierop kan worden gesteld dat de waterparagraaf is opgesteld in overleg met het waterschap. Daarnaast heeft het waterschap een reactie gegeven in het kader van het overleg als bedoeld in art. 3.1.1 Bro. Een en ander is inmiddels in de toelichting verwerkt. Met Rijkswaterstaat is aanvankelijk geen overleg gevoerd, omdat er van uit werd gegaan dat de gekozen bestemming nagenoeg niet wijzigde ten opzichte van de vigerende bestemmingen. Bij nader inzien bleek dit niet helemaal het geval. De betreffende bestemmingen kenden enkele bouwmogelijkheden, waaronder die voor het oprichten van onderhoudsgebouwen en uitkijktorens, die formeel gezien in strijd zijn met de Beleidslijn Grote Rivieren, c.q. de Waterwet. Rijkswaterstaat heeft via de VROM-Inspectie in het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. Bro een reactie gegeven. Op deze reactie is hierboven, onder 9 ingegaan. De reactie van Rijkswaterstaat is in het plan verwerkt. E.e.a. is inmiddels ook in de toelichting vermeld.
9.2 Inspraak
Met ingang van 19 juni 2008 heeft het voorontwerp-bestemmingsplan “Nieuwe Dordtse Biesbosch” gedurende 6 weken in het kader van de inspraakprocedure te inzage gelegen. In totaal zijn 43 inspraakreacties ontvangen. De belangrijkste of meest voorkomende inspraakreacties kunnen als volgt worden samengevat:
Van een deel van de bedrijven dat ten behoeve van de recreatie-ontwikkeling of natuurontwikkeling is ‘wegbestemd’ wordt gepleit voor behoud van de agrarische bestemming of als dat niet mogelijk is voor ruimere recreatieve gebruiksmogelijkheden, waaronder de bouw van vakantiebungalows en de plaatsing van sta-caravans;
Agrarische grond wordt veranderd in natte natuur en recreatie, terwijl er wereldwijd een groot voedseltekort is en de agrariërs de polders als landbouwgrond willen behouden,zodat zij bij kunnen dragen om dit voedseltekort te verhelpen;
Het Beeldkwaliteitplan roept verzet op waar het gaat om het aanbrengen van bomenrijen en het openbaar toegankelijk maken van paden langs waterpartijen en kreken;
Het huidige agrarische gebied heeft voldoende landschappelijke waarden, zodat de aanleg van nieuwe natuur niet noodzakelijk is;
Gepleit wordt voor de aanleg van vrijliggende wandelpaden, geen wandelpaden gecombineerd met fiets- en ruiterpaden;
Als gevolg van de nieuwe recreatiegebied wordt een toename van het verkeer en daarmee een afname van het woongenot verwacht;
Door de aanleg van waterpartijen en peilveranderingen wordt wateroverlast bij woningen en overlast van insecten verwacht;
Het tracé van de landbouwontsluitingsweg is niet volledig bekend c.q. vormt niet de meest adequate route;
Het autoluw maken van de Wieldrechtse Zeedijk, Zeedijk en het afsluiten van de Van Elzelingenweg is onacceptabel gelet op de bereikbaarheid van bedrijven;
Grondverwerving dient op vrijwillige basis plaats te vinden.
De bij agrarische bedrijven toegelaten nevenactiviteiten bieden te weinig mogelijkheden om deze rendabel te exploiteren;
Het vermoeden bestaat dat de geplande recreatievoorzieningen een gevolg is van de ontwikkeling van de Zuidpolder;
Verzocht wordt om een gewijzigde situering van het bouwblok;
De bouw van een tweede (dienst)woning moet mogelijk gemaakt worden;
Twee loonwerkbedrijven dienen als zodanig te worden bestemd;
De bestemming van een agrarisch bedrijf, waar verkoop van producten van het eigen bedrijf plaatsvindt, dient te worden gehandhaafd;
De meubelverkoop en benzineverkoop van Skippy moet positief bestemd worden.
In een afzonderlijke “Nota n.a.v. de overlegreacties ex art. 3.1.1. Bro en de inspraakreacties op het voorontwerpbestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch” van Stadsontwikkeling uit mei 2009 is uitgebreid op de ingediende zienswijzen ingegaan. De inspraakreacties hebben op onderdelen geleid tot aanpassingen van het plan, met name waar het gaat om verschuivingen van bouwblokken en het positief bestemmen van enkele bestaande, niet zuiver agrarische functies.