direct naar inhoud van Regels

NDB

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0505.BP173Ndb-3004

HOOFDSTUK 1 Inleiding

 

1.1 Algemeen

 

In het buitengebied van de gemeente Dordrecht moet naast de agrarische functie meer ruimte voor natuurontwikkeling en recreatie komen. Dat vloeit voort uit het Structuurschema Groene Ruimte uit 1993, waarin het Rijk een aantal Strategische Groenprojecten, waaronder een op het Eiland van Dordrecht heeft aangewezen. Een Strategisch Groenproject (SGP) is een multifunctioneel groengebied met een omvang van 1000 tot 2000 ha, die grotendeels bestaat uit bos, natuur en recreatieterrein, in de directe omgeving van een stad. Een SGP moet aantrekkelijke recreatiemogelijkheden dicht bij de stad bieden.

 

In 1995 verscheen de projectnota Eiland van Dordrecht van de provincie Zuid-Holland. De nota vormde de opdracht voor de Gebiedcommissie Eiland van Dordrecht, welke in 1996 is geïnstal-

leerd, om het SGP voor te bereiden en uit te voeren. Het SGP Eiland van Dordrecht moet voorzien in de realisering van een groene buffer tussen het natuurgebied De Biesbosch en de stedelijke bebouwing van de Randstad en in verbetering van de ecologische verbindingszone tussen de Hollandse en Sliedrechtse Biesbosch. Het gebied biedt mogelijkheden om als recreatief gebied voor het zuidelijk deel van de Randstad te functioneren en daarmee de druk op de Brabantse Biesbosch te verkleinen. Tevens biedt een herinrichting van delen van het plangebied de moge-

lijkheid om het areaal natuurgebied op het Eiland te vergroten.

 

 

 [image]

Ligging “Nieuwe Dordtse Biesbosch” op het Eiland van Dordrecht

 

De onderzoeksfase voor het SGP werd in 1999 afgerond waarna de planvormingsfase begon. In deze fase dienden de verschillende sectorale visies op het gebied van landschap, natuur, recreatie, water, milieu, landbouw, ontsluiting en planologie te worden geïntegreerd in een aantal alternatieven die geschikt waren voor de inspraak en het Milieueffectrapport. Hiertoe werd een Kernteam, bestaand uit specialisten uit de verschillende sectoren ingesteld. Het Kernteam heeft in 2000 een eindrapportage “De speelruimte bepaald” uitgebracht, waarin 3 mogelijke inrichtings-

voorstellen zijn genoemd, die zijn beoordeeld op milieueffecten en de mate waarin de doelstellingen uit de projectnota worden gehaald. Vervolgens heeft de gebiedscommissie zich uitgesproken over een voorkeursalternatief en werden voorbereidingen getroffen om een Raamplan op te stellen en in procedure te brengen.

Een Raamplan is een globale en integrale beleidsvisie voor een landinrichtingsgebied, waarbij Gedeputeerde Staten de intentie hebben het in zijn geheel te realiseren. Het Raamplan geeft de gemeenschappelijke integrale visie van de betrokken partijen weer en geeft duidelijkheid en commitment tussen die partijen over taken, financiering, procedures, etc. Het plan geeft randvoorwaarden en regels voor de samenhang van maatregelen en vormt weer de basis voor de MER-procedure en de herziening van het bestemmingsplan.

 

Een belangrijke doelstelling van het SGP “Nieuwe Dordtse Biesbosch” is de verbinding tussen de Dordtse Biesbosch(Nationaal Park) in het westen en de Sliedrechtse Biesbosch in het oosten, als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Mede doordat er twee delen van de Biesbosch (zoetwater getijdengebied) met elkaar worden verbonden is er sprake van het ontwikkelen van een robuust systeem. Het systeem bepaalt welke ontwikkeling waar plaats gaat vinden (water, moeras en graslanden) en welke aanvullende vergravingen er nog nodig zijn (waterdiepte en verschraling) dan wel ophogingen (kaden, paden en recreatieplekken).

Voor het optimale en doelmatige functioneren van de met dit plan te realiseren verbinding tussen de twee delen van de Biesbosch is het daarom van groot belang dat de gronden integraal worden ontwikkeld en vervolgens als eenheid worden beheerd. Het beheer moet waar nodig aangepast kunnen worden op basis van het functioneren van de verbinding (resultaten van monitoring). Het bovenstaande geldt ook voor een deel van de gronden waarop recreatie is voorzien, omdat het recreatieve gebruik moet zijn afgestemd op de te realiseren natuurdoelen (zonering).

 

Om het SGP uit te kunnen voeren is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Voor het plangebied gelden verschillende, verouderde bestemmingsplannen, die hoofdzakelijk agra-

rische bestemmingen kennen en geen of te weinig ruimte bieden voor recreatieve ontwikkelin-

gen en natuurontwikkelingen. Daarnaast zijn de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden voor de agrarische functie niet meer actueel. Om deze reden is in 2009 een ontwerp voor de herziening van de bestemmingsplannen -het bestemmingsplan “Nieuwe Dordtse Biesbosch”- opgesteld en ter visie gelegd. Als gevolg van gewijzigde wetgeving, waaronder de GREX-regelgeving in de Wet ruimtelijke ordening , maar ook naar aanleiding van ingediende zienswijzen is dit ontwerp op onderdelen aangepast. Voordat dit aangepaste ontwerp ter inzage kon worden gelegd werd duidelijk dat als gevolg van bezuinigingsmaatregelen van rijk en provincie de financiering van de geplande recreatieontwikkelingen en natuurontwikkelingen niet volledig gedekt zou worden.

Omdat er wel bindende afspraken met de provincie zijn gemaakt over de financiering van het plan en de gemeente uiteindelijk toch een recreatieve- en natuurontwikkeling in het buitengebied wenst, is er een nieuw ontwerpbestemmingsplan ontwikkeld, waarin voor een beperkt deel van de beoogde recreatie- en natuurgronden een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen. De betreffende gronden behouden in dat plan vooralsnog hun agrarische bestemming, met beperkte bebouwingsmogelijkheden. Wanneer voldoende gronden voor deze ontwikkelingen zijn verworven zou met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid de agrarische bestemming kunnen worden omgezet in een recreatie- of natuurbestemming. Uitgangspunt was dat binnen de planperiode er voldoende middelen beschikbaar komen om deze bestemmingen te realiseren. Inmiddels is in maart 2012 duidelijk geworden dat het ambitieniveau ten aanzien van de recreatieontwikkeling met name in de Alloysen- of Bovenpolder beperkt dient te worden teneinde het plan financieel haalbaar te maken. Gelet hierop en gelet op de op het ontwerpbestemmingsplan ingekomen zienswijzen, is de wijzigingsbevoegdheid in dit gebied voor een belangrijk deel geschrapt. De grond behoud overwegend de agrarische bestemming, waarbij via een afwijkingsbevoegdheid tot op zekere hoogte agrarsiche bedrijfsbebouwing (met uitzondering van bedrijfswoningen) en een recreatief medegebruik mogelijk wordt gemaakt. De recreatieplas en de bijbehorende parkeervoorzieningen worden in het aangepaste plan gehandhaafd. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan op 13 november 2012 is de wijzigingsbevoegdheid naar natuur en recreatie verder ingeperkt. De wijzigingsbevoegdheid voor de Noordbovenpolder en het meest oostelijke deel van de Alloysen- of Bovenpolder is vervallen en het via een wijzigingsbevoegdheid bij de recreatieplas geplande bezoekerscentrum met horeca is vervangen door een horecavoorziening (zonder overnachtingsmogelijkheden) van maximaal 500 m2 bvo.

 

 

1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied

 

A. Algemeen

Het Strategisch Groenproject Eiland van Dordrecht heeft betrekking op zowel de Sliedrechtse Biesbosch in het oostelijk deel van het Eiland, op de Dordtse Biesbosch in het zuidelijk deel van het Eiland als op de verbindingzone tussen deze gebieden bij de Kop van ’t land. Uitvoering van het SGP vereist vooral ingrijpende maatregelen op relatief korte termijn in het gebied van de Dordtse Biesbosch en de omgeving van de Kop van ‘t Land. Om die reden wordt de omvang van dit bestemmingsplan beperkt tot deze laatstgenoemde gebieden. Voor de Sliedrechtse Biesbosch is inmiddels een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld en in procedure gebracht.

 

B. Begrenzing

Het plangebied wordt begrensd door:

  • de Wieldrechtse Zeedijk en het Wantij in het noorden;

  • de Nieuwe Merwede, ter hoogte van de Ottersluis in het westen en zuiden;

  • de oostzijde van de spoorlijn Dordrecht-Lage Zwaluwe en de Zeedijk ter hoogte van de woonwijken De Hoven en Stadspolders in het westen.

 

 [image]

Begrenzing plangebied

 

 

1.3 Beschrijving van het plangebied

 

In dit plangebied liggen de volgende polders en kenmerkende gebieden:

 

Noordbovenpolder

De Noordbovenpolder is momenteel hoofdzakelijk in gebruik als akkerbouwgrond en in mindere mate als grasland ten behoeve van de veehouderij. In dit gebied komt geen agrarische bebouwing meer voor.

 

Alloysenpolder of Bovenpolder

Het noordelijk en zuidelijk deel van de Alloysenpolder is in gebruik voor de landbouw, terwijl langs de provincialeweg ook een fruitteeltbedrijf en enkele niet-agrarische functies voorkomen, waaronder een meubelhal met motorbrandstoffenverkoop en enkele burgerwoningen.

 

Hania’s polder/ Buitenpolder

De Hania’s polder/Buitenpolder is grotendeels als akkerbouwgebied en in mindere mate als gras-

landgebied/veeteelt gebied in gebruik. Ten westen van de Van Elzelingenweg bevindt zich een boomgaard. Langs de Zeedijk, de Zuidbuitenpoldersekade en de van Elzelingenweg komt agra-

rische bedrijfsbebouwing voor. Langs de Zuidbuitenpoldersekade bevindt zich -naast agrarische bebouwing- een tuincentrum.

 

Polder De Biesbosch

Polder de Biesbosch is overwegend als akkerbouwgebied in gebruik. Grasland komt in beperkte mate verspreid door deze polder voor. Agrarische bebouwing is tot op zeker hoogte geconcen-

treerd aanwezig langs de Van Elzelingenweg en ligt verder meer verspreid door de polder.

 

Cannemanspolder

In de Cannemanspolder bevindt zich momenteel een volkstuincomplex en een manege. De rest van de grond is als akkerbouwland en grasland in gebruik. Langs de Wieldrechtse Zeedijk bevinden zich enkele woningen.

 

Louisapolder

De Louisapolder is vrijwel geheel als akkerbouwgebied in gebruik. Langs de Bovenkade en de Blindeweg komt in beperkte mate agrarische bebouwing voor.

 

Polder De Zuidpunt

Polder De Zuidpunt is overwegend als akkerbouwgrond in gebruik. Aan de zuidoostzijde van deze polder bevindt zich een klein bosgebiedje. Agrarische bebouwing bevindt zich langs de Zanddijk, de Vlaakweg en het fietspad langs Den Engel.

 

Zuidplaat en Tongplaat

Deze polders zijn als akkerbouwgebied en grasland in gebruik. In deze polders bevindt zich geen agrarische bebouwing. In de Tongplaat vindt inmiddels natuurontwikkeling plaats.

 

De Elzen

Het gebied de Elzen is een als productiebos aangelegd bosgebied, dat inmiddels ook een belang-

rijke recreatieve functie heeft gekregen. De horecagelegenheid/re-creatievoorziening De Vier-

sprong ligt in dit gebied. Voorts bevinden zich enkele burgerwoningen aan de rand van het gebied.

Natuurgebied De Dordtse Biesbosch

Natuurgebied de Dordtse Biebosch is een griendachtig natuurgebied waar verder geen agrarische functies voorkomen. In dit gebied liggen enkele voormalige eendenkooien en bevinden zich enkele voormalige kooikerswoningen.

 

Natuurgebied langs de Nieuwe Merwede

De gronden direct langs de Nieuwe Merwede vormen een griendachtig natuurgebied met kreken. In dit gebied komt alleen ter plaatse van de Zuidhaven en Oosthaven enige bebouwing voor.

 

 

1.4 Geldende bestemmingsplannen

 

Binnen het plangebied zijn momenteel 9 bestemmingsplannen van kracht, welke door middel van het voorliggende plan geheel of gedeeltelijk worden herzien. Het gaat daarbij om de volgende bestemmingsplannen:

  1. Uitbreidingsplan in hoofdzaak der gemeente Dubbeldam, vastgesteld op 12-5-1948 en goedgekeurd op 1-3-1949;

  2. Partiële herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaak der gemeente Dubbeldam, vastgesteld op 15-10-1965 en goedgekeurd op 26-10-1966;

  3. Van Elzelingenweg, vastgesteld op 12-5-1948 en goedgekeurd op 23-11-1948;

  4. Haaswijk; vastgesteld op 3-10-1969 en goedgekeurd op13-5-1970;

  5. Natuurgebieden Dordtse Biesbosch, vastgesteld op 27-2-1973, gedeeltelijk goedgekeurd op 24-4-1974 en gedeeltelijk goedgekeurd bij KB op 12-10-1978;

  6. Gedeelte Landelijk Gebied, vastgesteld op 10-12-1979, gedeeltelijk goedgekeurd op 10-2-1981 en gedeeltelijk goedgekeurd bij KB op 15-7-1985;

  7. Provinciaal fietspad 56, vastgesteld op 27-6-1989 en goedgekeurd op 31-10-1989;

  8. Natuurgebieden Beversluisplaat, vastgesteld op 11 augustus 1975 en goedgekeurd op 12-5-1976;

  9. HSL-Zuid, vastgesteld op 4-1-2000 en goedgekeurd op 2-3-2000.

 

De onder 1, 3, 4 en 6 genoemde bestemmingsplannen hadden vooral betrekking op agrarische bestemmingen. Het onder 2 genoemde plan kent uiteenlopende bestemmingen, waaronder woondoeleinden (in dit plan is rekening gehouden met een destijds geplande uitbreiding van de bebouwde kom van Dubbeldam), agrarische doeleinden en waterwingebied. De onder 5 en 8 genoemde bestemmingsplannen richten zich met name op natuurgebieden. Het onder 7 genoemde plan richt zich uitsluitend op de aanleg van een recreatief fietspad. Het onder 9 genoemde plan heeft voornamelijk betrekking op de aanleg van de HSL-spoortunnel. De vigerende bestemmingen laten –zoals in de inleiding vermeld- de realisering van het SGP niet toe.