direct naar inhoud van Regels

herzleerpark

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0505.BP159Herzleerpark-3201

Artikel 14 Woongebied

 

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. tuinen en erven;

  3. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, wegen, paden, groen, speelvoorzieningen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 14.5 en 18.2.

 

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

 

14.2.1 Bouwen algemeen

  1. Toegestaan zijn hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde met dien verstande dat:

  2. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan in de verbeelding is aangegeven.

  3. ter plaatse van de aanduiding "water" is bebouwing toegestaan, met dien verstande dat ten behoeve van een watergang een niet bebouwde ruimte aanwezig is met een minimum bouwhoogte van 2,20 m.

 

14.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen maximaal 155 gestapelde woningen en 70 niet-gestapelde woningen, danwel 70 boven- en benedenwoningen worden gerealiseerd.

  2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.

 

14.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat aan de achterkant van de woning tot een diepte van maximaal 2,5 m, alsmede aan de zijkant van de woning, een bouwhoogte is toegestaan van 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4 m of als de woning lager is, tot de bouwhoogte van de woning;

  2. het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van een bouwperceel, het hoofdgebouw niet mee gerekend, tot een maximum van 50 m2 ;

  3. het gezamelijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij gestapelde woningen mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, het hoofdgebouw niet meergerekend, tot een maximum van 50 m2 per gestapelde woning.

 

14.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:

-

erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied

1 m

-

overige erfafscheidingen

2 m

-

lichtmasten

9 m

-

vlaggenmasten

9 m

-

antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw)

5 m

-

overige antennemasten

12 m

-

overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

4 m

  1. het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte van het bouwperceel.

 

14.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 14.2.3 onder a. voor het bouwen van hogere bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de tweede verdieping van de woning tot een maximum van 7 m of als de woning lager is, tot de hoogte van de woning. Indien een tweede verdiepingsvloer ontbreekt, mag de hoogte niet meer bedragen dan noodzakelijk voor voldoende stahoogte, met dien verstande dat de hoogte van 7 m niet mag worden overschreden.

  2. lid 14.2.3 onder a. voor het aan de zijkant van de woning bouwen van hogere bijbehorenden bouwwerken, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 7 m of als de woning lager is, tot de hoogte van de woning.

  3. lid 14.2.3 onder a. voor het bouwen van een kap op een aan- of bijbehroend bouwwerk met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.

  4. lid 14.2.3 onder b en c. voor het toestaan van een oppervlakte van 75 m2, mits het bebouwingspercentage niet meer bedraagt dan 50;

  5. lid 14.2.3 onder a., b. en c.voor het bouwen van een parkeerdek tot een hoogte van maximaal 4 m met dien verstande dat indien op het parkeerdek bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd, de bepalingen van lid 14.2.3 voor deze abijbehorende bouwwerken van toepassing blijven, maar de bouwhoogte van de aan- en bijbehroend bouwwerken wordt gemeten vanaf de bovenzijde van het parkeerdek.

 

14.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik geldt de volgende regel:

  1. de overeenkomstig het bepaalde in het lid 14.1 aangelegde of gebouwde parkeervoorzieningen mogen alleen voor parkeerdoeleinden worden gebruikt;

 

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 14.4 mits op eigen terrein op een andere wijze in de parkeerbehoefte kan worden voorzien.