herzleerpark
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0505.BP159Herzleerpark-3201 |
Artikel 4 Gemengd - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
wonen;
leerbedrijven;
winkelleerbedrijven;
maatschappelijk, in de vorm van voortgezet onderwijs, een kinderopvang en een bibliotheek;
kantoren;
ateliers;
kinderopvang;
parkeren;
een verbindingsweg ter plaatse van de aanduiding "verkeer";
een sportgebouw ter plaatse van de aanduiding "sporthal";
fietsenstalling;
bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen;
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 4.4 en 18.2.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
leerbedrijven mogen tot een brutovloeroppervlakte van in totaal 8000 m2 binnen het plangbied worden gerealiseerd;
winkelleerbedrijven mogen tot een brutovloeroppervlakte van in totaal 2000 m2 binnen het plangebied worden gerealiseerd. Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4.2 onder c mag de brutovloeroppervlakte van winkelleerbedrijven binnen het plangebied in totaal maximaal 2800 m2 bedragen;
een winkelleerbedrijf mag tot een brutovloeroppervlakte van maximaal 250 m2 worden gerealiseerd, met dien verstande dat een winkelleerbedrijf in de vorm van een supermarkt tot een brutovloeroppervlakte van maximaal 600 m2 mag worden gerealiseerd. In afwijking hiervan mag één winkelleerbedrijf in de vorm van een supermarkt tot een brutovloer-
oppervlakte van maximaal 1400 m2 aan de westzijde van de Maria Montessorilaan worden gerealiseerd, op voorwaarde dat vaststaat dat het gebruik van de gronden op de locatie Eemsteymnplein 9-12-14/Hoekenessestraat 60-62-64 ten behoeve van de exploitatie van een supermarkt of detailhandel in foodartikelen wordt beëindigd;
kantoren mogen tot een brutovloeroppervlakte van in totaal 7.500 m2 binnen het plangebied worden gerealiseerd.
4.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Hoofdgebouwen
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.
4.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor bijbehorende bouwwerken geldt dat de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat aan de achterkant van de het pand tot een diepte van maximaal 2,5 m buiten de aanduiding 'bouwvlak', een bouwhoogte is toegestaan van 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4 m of als het pand lager is, tot de bouwhoogte van het pand.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:
- |
erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied |
1 m |
- |
overige erfafscheidingen |
2 m |
- |
lichtmasten |
9 m |
- |
vlaggenmasten |
9 m |
- |
antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw) |
5 m |
- |
overige antennemasten |
12 m |
- |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
4 m |
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 4.2.3 voor het bouwen van hogere bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de tweede verdieping van het pand tot een maximum van 7 m of als het pand lager is, tot de hoogte van het pand.
Indien een tweede verdiepingsvloer ontbreekt, mag de hoogte niet meer bedragen dan noodzakelijk voor voldoende stahoogte, met dien verstande dat de hoogte van 7 m niet mag worden overschreden;
lid 4.2.3 voor het aan de zijkant van het pand bouwen van hogere bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 7 m of als het pand lager is, tot de hoogte van het pand;
lid 4.2.3 voor het bouwen van een kap op een bijbehorend bouwwerk met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
de in lid 4.1 onder b tot en met f genoemde functies mogen uitsluitend op de begane grondlaag worden gerealiseerd;
in afwijking van het bepaalde in lid 4.1 onder c zijn geen winkelleerbedrijven in de vorm van koffieshops en/of speelautomatenhallen toegestaan;
toegestaan zijn bedrijfsactiviteiten uit de de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen en Vergunningenbesluit Wet milieubeheer zijn niet toegestaan;
kinderopvang is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de functieaanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang".
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 4.4 onder a voor het vestigen van de onder b tot en met e genoemde functies op de overige bouwlagen;
lid 4.4 onder c ten behoeve van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn vermeld, of ten behoeve van activiteiten die in de naast hogere categorie zijn ingedeeld.
4.5.1 Voorwaarden
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.5 onder a wordt niet verleend indien het woonklimaat voor naastgelegen woningen wordt aangetast. Bij de afweging of de omgevingsvergunning zal worden verleend dient het oordeel van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid te worden betrokken.