Artikel 23 Antidubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene bouwregels
24.1 Specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument
-
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' dient de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk, bepaald door goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakvorm en dakhelling, raamindeling, alsmede de situering op het perceel, te worden gehandhaafd.
Afwijking bij een omgevingsvergunning
-
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a ten behoeve van het veranderen van de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument', mits het bevoegd gezag vooraf advies inwint bij de monumentencommissie.
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' te slopen of minder geschikt te maken voor de verwezenlijking van de daaraan bij het plan gegeven bestemming.
-
De vergunning als bedoeld in sub c wordt alleen verleend indien de bouwkundige staat van het gebouw zodanig is dat de sloop vanuit het oogpunt van goede volkshuisvesting noodzakelijk is en/of renovatie redelijkerwijs niet mogelijk is. Het bevoegd gezag wint alvorens de vergunning te verlenen advies in bij de monumentencommissie.
Artikel 25 Algemene gebruiksregels
-
Onder verboden gebruik zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:
-
standplaats voor onderkomens;
-
het opslaan van materialen en voorwerpen behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
het al dan niet ter verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte motorrijtuigen of aanhangers, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
het gebruiken als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
-
het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichting;
-
het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als automatenhal/speelhal;
-
het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als coffeeshop;
-
het gebruik of laten gebruiken van antennedragers, welke primair zijn opgericht voor het dragen van antennes voor reclamedoeleinden;
-
het gebruik van gronden ten behoeve van het opslaan van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
-
het oprichten van een vuurwerkverkooppunt binnen een straal van 500 meter van een ander vuurwerkverkooppunt;
-
het bepaalde in sub a is niet van toepassing voor zover het betreft:
-
het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen.
Artikel 26 Algemene afwijkingsregels
26.1 Algemene afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
de voorgeschreven minimum en maximum maten inzake hoogte, afstanden, oppervlakten en bebouwingspercentages met niet meer dan 10%, voor zover daarvoor in de regels geen bijzondere afwijkingsregels zijn opgenomen;
-
het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van doeleinden van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, reduceerstations en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen, voor zover deze bouwwerken geen grotere goothoogte dan 3 meter en geen groter oppervlak dan 10 m2 hebben.
26.2 Herbouw van hoofdgebouwen en bedrijfswoningen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van dit plan ten behoeve van de herbouw van hoofdgebouwen en bedrijfswoningen buiten de bestaande fundamenten met dien verstande dat:
-
de herbouw plaatsvindt binnen hetzelfde bestemmingsvlak;
-
de afstand van de voorgevel tot het hart van de weg niet minder dan:
-
19 meter bedraagt voor hoofdgebouwen en bedrijfswoningen langs de 's-Gravenweg;
-
13,5 meter bedraagt voor hoofdgebouwen en bedrijfswoningen langs de Bermweg;
-
5 meter bedraagt voor hoofdgebouwen en bedrijfswoningen langs het Ringvaartpark;
-
voldaan wordt aan het bepaalde uit de Wet geluidhinder.
26.3 Parkeren
Mits uit onderzoek blijkt dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de parkeersituatie en de verkeersveiligheid niet in gevaar komt, kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in bijlage 4 Parkeernormen, en toestaan dat in minder of meer parkeergelegenheid wordt voorzien.
Artikel 27 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.