10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
golfbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan';
-
een manege met een daarbij behorende bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';
-
een rugbyveld, cricketveld en jeu de boules banen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';
-
horeca behorende tot categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
-
kinderopvang;
-
evenementen, met dien verstande dat uitsluitend 12 evenementen per kalenderjaar zijn toegestaan;
-
maatschappelijke voorzieningen;
-
voorzieningen ten behoeve van sportieve doeleinden, welke zijn genoemd onder sub a tot en met c, zoals ondergeschikte horeca, clubgebouwen, kleedruimtes, tribunes, karrenloods, driving range, putting range, binnenrijbaan en buitenrijbaan, met dien verstande dat voor uitoefenen van ondergeschikte horeca ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' en 'manege' de volgende regels gelden:
-
de oppervlakte van ondergeschikte horeca mag niet meer bedragen dan 250 m2;
-
de oppervlakte van het terras behorend bij ondergeschikte horeca mag niet meer bedragen dan 150 m2;
-
ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' mag een nachtverblijf aan maximaal 2 personen worden geboden en staat uitsluitend ten dienste van, en is specifiek gebonden aan, activiteiten van de rugbyvereniging en cricketvereniging en is slechts mogelijk gedurende maximaal 250 nachten per kalenderjaar;
-
ter plaatse van de aanduiding 'manege' mag een nachtverblijf aan maximaal 20 personen worden geboden, ten dienste van eigen manege ruiters gedurende maximaal 50 nachten per kalenderjaar in de vakantieperiodes;
-
bij deze bestemming behorende voorzieningen: zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, water, bruggen met open relingen, duikers, voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, voorzieningen van openbaar nut en andere vergelijkbare voorzieningen, met dien verstande dat duikers ten behoeve van opritten naar woningen niet zijn toegestaan in de watergangen langs de 's-Gravenweg.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd, uitgezonderd twee gebouwen ten behoeve van de beregeningsystemen met een maximaal oppervlak van 4 m2 en een maximale bouwhoogte van 2 meter ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';
-
de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- bouwhoogte (m)' is aangegeven;
-
de oppervlakte aan gebouwen mag ter plaatse van de aanduiding 'manege' niet meer bedragen dan 7.500 m2, met dien verstande dat op een afstand van maximaal 50 m van de bebouwingsgrens van het perceel aan de Bermweg 159 uitsluitend de bestaande bebouwing mag worden herbouwd zoals weergegeven in bijlage 5;
-
de inhoud van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 650 m3.
10.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
-
de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50 m2;
-
bijbehorende bouwwerken dienen minimaal op 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 meter en 5 meter, met uitzondering van de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken welke niet meer mag bedragen dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de eerste verdieping van de bedrijfswoning;
-
indien het aangebouwde bijbehorende bouwwerk wordt voorzien van een kap dan mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de onderkant van het raamkozijn van het raam op de eerste verdieping;
-
een bijbehorend bouwwerk, niet zijnde een vrijstaand bijbebehorend bouwwerk, mag worden gebouwd tot op een afstand van niet meer dan 3 meter van de bedrijfswoning;
-
in afwijking van het bepaalde in sub b gelden voor carports en garages de volgende bepalingen:
-
de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m2;
-
de breedte mag niet minder bedragen dan 3 meter;
-
voor de realisatie van de benodigde uitwegconstructie mag geen parkeerplaats of boom worden opgeheven in het openbaar gebied.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende bepalingen:
-
bouwhoogte van veldafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 meter;
-
de bouwhoogte van toegangspoorten langs de Bermweg en de 's-Gravenweg mag niet meer bedragen dan 2 meter;
-
de bouwhoogte van relingen van bruggen langs de Bermweg en de 's-Gravenweg mag niet meer bedragen dan 1 meter;
-
bouwhoogte van scoreborden mag niet meer bedragen dan 3 meter;
-
bouwhoogte van netten rondom de driving range mag niet meer bedragen dan 15 m;
-
bouwhoogte van de oefenpitch voor de cricketsport mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
-
bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer bedragen dan 6 meter met dien verstande dat de lengte van één ballenvanger maximaal 80 meter bedraagt;
-
bouwhoogte van de doelpalen voor de rugbysport mag niet meer bedragen dan 14 meter;
-
bouwhoogte van screens mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
-
bouwhoogte van overige voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 meter.
10.3 Specifieke gebruiksregels
-
Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen van gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om zowel het parkeren als het eventueel laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Er dient voorzien te zijn in voldoende parkeeraccommodatie conform de parkeernormen welke zijn opgenomen in bijlage 4 'Parkeernormen'.
-
Bij het oprichten of uitbreiden van gebouwen of het veranderen van het gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is voor het parkeren van fietsen. Er dient voorzien te zijn in voldoende plaatsen voor het parkeren van fietsen conform de parkeernormen welke zijn opgenomen in bijlage 4 'Parkeernormen'.
-
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
het gebruiken van de gronden en bouwwerken voor niet-verenigingsgerelateerde (neven)activiteiten, zoals verhuur van gebouwen voor feesten en partijen (verjaardagen, bruiloften, recepties etc.) die niet primair gericht zijn op de primaire bestemming of hoofdfunctie van de gevestigde vereniging.