Artikel 17 Antidubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 18 Algemene bouwregels
18.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
-
tot gebouwen behorende technische ruimtes, mits de overschrijding ten hoogste 3 meter bedraagt;
-
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 meter bedraagt;
-
tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 meter bedraagt;
-
andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 meter bedraagt.
18.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
-
Voor een bouwwerk, dat krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
-
bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
-
bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
-
Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
18.3 Openbare nutsvoorzieningen
Daar waar in dit plan is bepaald dat de gronden tevens mogen worden gebruikt voor openbare nutsvoorzieningen mogen bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen worden opgericht, met dien verstande dat deze -indien het een gebouw betreft- geen grotere oppervlakte hebben dan 35 m² en geen hogere goothoogte dan 3 m, en -indien het een bouwwerk, geen gebouw betreft- geen grotere oppervlakte hebben dan 10 m² en geen hogere bouwhoogte dan 3 m.
Artikel 19 Algemene aanduidingsregels
19.1 Veiligheidszone - lpg
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan.
19.2 Veiligheidszone - plasbrandaandachtsgebied
-
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-plasbrandaandachtsgebied' zijn geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan;
-
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a:
-
indien uit onderzoek blijkt dat de externe veiligheidsrisico's als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen aanvaardbaar worden geacht;
-
alvorens kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogelijk te maken dient de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond om advies gevraagd te worden.
19.3 Veiligheidszone - vrijwaringszone gasleiding
-
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vrijwaringszone gasleiding' zijn geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan;
-
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a:
-
indien uit onderzoek blijkt dat de externe veiligheidsrisico's als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen aanvaardbaar worden geacht;
-
indien maatregelen worden uitgevoerd in de gebouwen, dan wel in de omgeving ervan, om de effecten als gevolg van een incident met de buisleiding terug te dringen;
-
alvorens kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogelijk te maken dient de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond om advies gevraagd te worden.
Artikel 20 Algemene gebruiksregels
20.1 Algemene gebruiksregels
-
Onder verboden gebruik zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:
-
standplaats voor onderkomens, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de bestemming 'Wonen - Woonwagencentrum';
-
het opslaan van materialen en voorwerpen behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
het al dan niet ter verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte motorrijtuigen of aanhangers, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
het gebruiken als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
-
het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichting;
-
het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als automatenhal/speelhal;
-
het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als coffeeshop;
-
het gebruik of laten gebruiken van antennedragers, welke primair zijn opgericht voor het dragen van antennes voor reclamedoeleinden;
-
het bepaalde in sub a is niet van toepassing voor zover het betreft:
-
opslag van goederen op eigen perceel ten behoeve van de krachtens het plan toegestane bedrijfsvoering;
-
het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen.
20.2 Afwijken van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.1 sub a.5, voor de vestiging van ten hoogste één seksinrichting, met inachtneming van het volgende:
-
elders in de gemeente Capelle aan den IJssel is op dat moment geen enkele seksinrichting gehuisvest;
-
de activiteiten vinden uitsluitend plaats binnen de bestaande of nieuw te realiseren bebouwing;
-
er dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn conform de parkeernormen welke zijn opgenomen in BIJLAGE 5 - Nota Parkeernormen 2006, er dienen voldoende plaatsen voor het parkeren van fietsen aanwezig te zijn conform de fietsparkeernormen welke zijn vastgesteld door het CROW en een adequate afwikkeling van het verkeer dient verzekerd te zijn;
-
de bedrijfsvloeroppervlakte van de seksinrichting is niet groter dan 100 m²;
-
vestiging is niet toegestaan binnen een straal van 250 meter vanaf de ingang van een kinderdagverblijf;
-
er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
landschappelijke en milieutechnische aspecten;
-
de verkeersveiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 21 Algemene afwijkingsregels
-
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
de voorgeschreven minimum en maximum maten inzake hoogte, afstanden, oppervlakten en bebouwingspercentages met niet meer dan 10%, voor zover daarvoor in de regels geen bijzondere afwijkingsregels zijn opgenomen;
-
het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van doeleinden van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, reduceerstations en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen, voor zover deze bouwwerken geen hogere goothoogte dan 4 m en geen groter oppervlak dan 50 m² hebben.
-
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de parkeersituatie en de verkeersveiligheid niet in gevaar komt, kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in BIJLAGE 5 - Nota Parkeernormen 2006, en toestaan dat in minder parkeergelegenheid wordt voorzien.
Artikel 22 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.