gemeente: Muiden   status: Vastgesteld
plannaam: Schoutenwerf   datum: 16-12-2010
 

Artikel 9 Wonen - 1

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. wonen, met inbegrip van beroep aan huis met een maximum van 30 m2 en met dien verstande dat:

        1. het aantal wooneenheden in de bestemmingen Gemengd - 2 en Wonen - 1, gezamenlijk niet meer dan 58 mag zijn en hiervan maximaal 3 wooneenheden zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal woonheden”;

        2. het totale aantal wooneenheden zowel grondgebonden woningen als appartementen betreft;

      2. in afwijking van het bepaalde in artikel 9.1.a geldt voor het vloeroppervlak van beroep aan huis dat deze 110 m2 mag zijn indien het resterend vloeroppervlak aan woonruimte van een woning minimaal 120 m2 bedraagt;

      3. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:

        1. ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” parkeren is toegestaan in ongebouwde en gebouwde parkeervoorzieningen, waaronder een ondergrondse parkeervoorziening;

        2. buiten het aanduidingvlak “maximum aantal wooneenheden” parkeren uitsluitend is toegestaan in een ondergronds gebouwde parkeervoorziening en ter plaatse van de aanduiding “parkeerterrein”, waarbij voor het aantal parkeerplaatsen een parkeernorm geldt van 2 parkeerplaatsen per woning;

      4. water ten behoeve van een jachthaven;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

9.2 Bouwregels

 

9.2.1 Hoofdgebouwen;

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd binnen het bouwvlak, met dien verstande dat loopbruggen tussen gebouwen buiten het bouwvlak zijn toegestaan;

      2. ter plaatse van de aanduiding “maximale goothoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;

      3. ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;

      4. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - kap 1” zijn uitsluitend gebouwen met dwarskap toegestaan en met dien verstande dat uitsluitend zadeldak, schilddak of mansardekap is toegestaan;

      5. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - kap 2” zijn uitsluitend gebouwen met hol- of bolgebogen dak, parabooldak, spitsboogdak, tondak, golvend dak, zaagtanddak, lessenaardak, verspringend lessenaarsdak, tentdak, afgeknot tentdak, zadeldak, afgeknot zadeldak, schilddak of mansardekap toegestaan en met dien verstande dat het oppervlakte van het platte deel van een afgeknot tentdak en afgeknot zadeldak niet meer mag zijn dan 65% van het bijbehorende aanduidingvlak;

 

9.2.2 Ondergrondse bouwwerken;

Ondergrondse bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “parkeergarage”;

      2. de verticale bouwdiepte van een ondergronds bouwwerk mag maximaal - 2 m ten opzichte van N.A.P bedragen.

 

9.2.3 Aan- en uitbouwen, balkons, bijgebouwen en overkappingen;

Aan- en uitbouwen, balkons, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. Binnen het bouwvlak:

        1. ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is ten hoogste de aangeven maximale bouwhoogte toegestaan;

      2. Buiten het bouwvlak:

        1. tot maximaal 2,8 meter voorbij de bouwvlakgrens;

        2. per bouwvlakzijde, bedraagt het gezamenlijke oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen maximaal 40% van het geveloppervlak van het hoofdgebouw in het betreffende te onderscheiden bouwvlak;

      3. In afwijking van het bepaalde onder 9.2.3.b geldt het volgende:

        1. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - 1” mag tot maximaal 1,5 meter voorbij de bouwvlakgrens worden gebouwd en met dien verstande dat balkons niet zijn toegestaan;

        2. ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen” is één bijgebouw toegestaan van maximaal 10 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3,5 meter;

 

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. bouwhoogte muren en scheepskranen maximaal 5m;

      2. vlaggenmasten maximaal 6 m;

      3. kunstobjecten maximaal 8 m;

      4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,5 m.

9.3 Afwijking van de bouwregels

 

9.3.1 Ondergrondse bouwwerken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.2a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken buiten het aanduidingsvlak met de aanduiding “parkeergarage”, mits bij bouwen of het uitvoeren van andere-werken binnen het theoretische dijkprofiel, advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.

9.3.2 Bijgebouwen

      1. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.3b en 9.2.3c voor het realiseren van maximaal 2 vrijstaande bijge-bouwen op grotere afstand dan 2,8 m voorbij een bouwvlakgrens, met dien verstande dat het maximale oppervlakte niet meer mag zijn dan 10 m2 per bijgebouw en de maximale bouwhoogte niet meer mag zijn dan 3,5m;

      2. Afwijking als bedoeld in artikel 9.3.2a kan slechts worden verleend, mits:

        1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

        2. het straatbeeld, beeld vanaf het water en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.