gemeente: Muiden   status: Vastgesteld
plannaam: Stad Muiden   datum: 16-12-2010
 

3 Algemene regels

 

Artikel 28 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 29 Algemene bouwregels

 

29.1 Bestaande maatvoering, afstanden en bebouwingspercentage

 

29.1.1 Bestaande maatvoering

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

29.1.2 Bestaande afstanden

In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.

29.1.3 Bestaand bebouwingspercentage

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

29.2 Ondergronds bouwen

 

29.2.1 Bouwregels

Bestaande ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan, alsmede een nieuwe kelder met een oppervlakte van maximaal 100 m2 en een diepte van maximaal 3,5 m uitsluitend ter plaatse van Amsterdamsestraat 26;

29.2.2 Afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2.1 voor de realisatie van nieuwe ondergrondse bouwwerken, met dien verstande dat:

      1. het bepaalde in deze regels omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, op overeenkomstige wijze van toepassing is op ondergronds bouwen,

      2. de verticale bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

      3. vooraf een advies wordt gevraagd aan de waterbeheerder.

29.3 Karakteristieke bouwwerken

 

29.3.1 Bouwregels

In afwijking van de regels behorende bij de ter plaatse geldende bestemming, mogen bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", slechts gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd, mits:

      1. het uitwendig karakter van het bouwwerk niet wordt veranderd voor wat betreft de hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, de dakvorm, de nokrichting en de dakhelling alsmede de gevelindeling door ramen, deuropeningen en erkers;

      2. overigens voldaan wordt aan het bepaalde in de bouwregels behorende bij de ter plaatse geldende bestemming.

29.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 29.3.1 onder a en b is niet van toepassing indien een vernieuwing en/of verandering plaatsvindt in overeenstemming met een krachtens de Monumentenwet 1988 verleende bouwvergunning.

29.3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en maatvoering van bouwwerken indien en voor zover dat noodzakelijk is om de karakteristieke waarden van een op hetzelfde bouwterrein gesitueerd en van een aanduiding "karakteristiek" voorzien bouwwerk te beschermen.

29.3.4 Afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.3.1, mits:

      1. de karakteristieke waarden van het bouwwerk niet in onevenredige mate worden aangetast;

      2. vooraf een advies is gevraagd aan de gemeentelijke monumentencommissie.

29.3.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het slopen van bouwwerken

Het is verboden om bouwwerken ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te slopen.

      1. Geen omgevingsvergunning ten behoeve van het slopen is vereist voor:

        1. het slopen ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;

        2. sloopwerkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;

        3. indien en voor zover sprake is van sloopwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het gedeeltelijk veranderen of vernieuwen van een bouwwerk overeenkomstig een onherroepelijke bouwvergunning.

Artikel 30 Algemene gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:

      1. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      2. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 31 Algemene afwijkingsregels

 

31.1 Afwijking bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

      1. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;

      2. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;

      3. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;

      4. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.

31.2 Voorwaarde

Afwijking als bedoeld in artikel 31.1 is slechts toegestaan, mits:

      1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

      2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 32 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

      1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;

      2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet
        onevenredig worden geschaad.

Artikel 33 Algemene procedureregels

 

33.1 Nadere eis

Op de voorbereiding van een besluit tot nadere eis is de volgende procedure van toepassing:

      1. een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 2 weken op het gemeentehuis ter inzage;

      2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;

      3. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;

      4. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.

33.2 Wijzigingsprocedure

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid ingevolge dit plan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuurrecht van toepassing.

Artikel 34 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

      1. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;

      2. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;

      3. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

      4. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;

      5. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;

      6. de ruimte tussen bouwwerken.