7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen – Appartementengebouw’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen, uitsluitend in de vorm van een appartementengebouw, al dan niet in combinatie met aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven;
-
groenvoorzieningen;
-
sport- en speelvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
-
water en oeverstroken,
en tevens voor:
-
parkeervoorzieningen, in de vorm van een parkeergarage ten behoeve van de bestemming;
-
publiekstrekkende functies, uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – publiekstrekkende functie”, met dien verstande dat:
-
onder publiekstrekkende functies wordt verstaan:
-
detailhandel;
-
dienstverlenende bedrijven;
-
ondersteunende horecabedrijven die behoren tot categorie 2 en categorie 3 van de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van horecabedrijven;
-
maatschappelijke voorzieningen;
-
de uitoefening van de publiekstrekkende functies uitsluitend plaats mogen vinden op de begane grond;
-
er niet meer dan 1.250 m² van de begane grond ten behoeve van de uitoefening van de publiekstrekkende functies mag worden gebruikt, met dien verstande dat niet meer dan 1.136 m² wvo van de begane grond mag worden gebruikt ten behoeve van detailhandel.
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat per woning als onderdeel van een appartementengebouw op gronden als bedoeld in lid 7.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
-
de vloeroppervlakte per woning niet meer bedraagt dan 50 m²;
-
de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
-
de ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling van een aan huis verbonden beroep of bedrijf met de woonfunctie in overeenstemming is;
-
het geen detailhandel en/of horeca betreft;
-
op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven plaatsvindt;
-
in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
-
de activiteit geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
-
het aan huis verbonden beroepen betreffen die:
-
niet-vergunningplichtig is op grond van de Wet milieubeheer;
-
passen binnen de in artikel 1 sub 4 genoemde omschrijving;
-
het aan huis verbonden bedrijven betreft die vallen binnen de van deze regels deel uitmakende als bijlage 2 opgenomen ‘Staat van Bedrijven’ milieucategorie 1, dan wel daarmee is gelijk te stellen voor wat betreft de milieugevolgen voor de omgeving.
7.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
als gebouwen mogen uitsluitend appartementengebouwen worden gebouwd;
-
gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat de begane grondlaag ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – onderdoorgang” niet mag worden bebouwd;
-
het aantal woningen (appartementen) mag niet meer dan het aangegeven aantal woningen ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” bedragen;
-
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” bedragen, met dien verstande dat opbouwen ten behoeve van liftinstallaties en vergelijkbare voorzieningen maximaal 1 m boven de aangegeven bouwhoogte mogen uitsteken.
-
In of op deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen ter bevordering van de stedenbouwkundige samenhang en met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
7.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 sub a, onder 2 voor het bouwen op de begane grondlaag ten behoeve van publiekstrekkende functies, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning;
-
het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor detailhandel of horeca, met uitzondering van detailhandel en horeca die genoemd is in lid 7.1, sub h;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor buitenopslag van goederen ten behoeve van publiekstrekkende functies.