11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
horecabedrijven als genoemd in de bij deze regels behorende als bijlage 2 opgenomen ‘Staat van Horecatypen’ in de categorieën 2 en 3;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
water en oeverstroken.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
11.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen respectievelijk 3,5 m en 8,5 m, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”;
-
per bedrijf is ten hoogste het bestaande aantal (inpandige) bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat bestaande vrijstaande bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan op de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”.
-
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen bij bedrijfswoningen buiten het bouwvlak geldt de volgende regel:
-
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, mag niet meer bedragen dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw bevindt.
-
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, die buiten het bouwvlak worden gebouwd, gelden de volgende regels:
-
aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd, met uitzondering van een aan- of uitbouw aan de voorgevel van een gebouw, met dien verstande dat:
-
de diepte van een aan- of uitbouw niet meer dan 1,5 m mag bedragen;
-
de breedte van een aan- of uitbouw ten hoogste 2/3e deel van de bestaande gevelbreedte mag bedragen, tot een maximum van 4 m;
-
de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste gelijk is aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 3,5 m;
-
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint' opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen;
-
de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning bedragen tot een maximum van 3,5 m;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat:
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
-
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;
-
de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen;
-
de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
-
de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m;
-
een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
11.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecabedrijven, anders dan de horecabedrijven dan bedoeld in lid 11.1;
-
het gebruik van gebouwen voor bewoning, anders dan bestaande bedrijfswoningen.
11.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 en 11.4 voor de vestiging van horecabedrijven die niet zijn genoemd in de bij deze regels behorende bijlage 2 ‘Staat van Horecatypen’, mits deze horecabedrijven naar aard en/of effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar, geluid en verkeersaantrekkende werking, kunnen worden gelijkgesteld met de horecabedrijven die wel zijn genoemd.