8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen binnen de bestemming ‘Wonen’ en de bestemming ‘Gemengd’ en voor de in het plan nader aangeduide functies en parkeervoorzieningen.
Deze gronden dienen niet als erf te worden beschouwd in de zin van artikel 1 van het Besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken van 13 juli 2002.
8.2 Bouwregels
Met uitzondering van erkers (tot een breedte van ten hoogste 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw en tot een diepte van ten hoogste 1 m, en een bouwhoogte van ten hoogste de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan gebouwd wordt) en ingangspartijen (tot een breedte van ten hoogste 1/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw en tot een diepte van ten hoogste 1,5 m, en een bouwhoogte van ten hoogste de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan gebouwd wordt) mogen geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
een erker en een ingangspartij niet in combinatie met elkaar aan eenzelfde gevel mogen worden gerealiseerd;
de afstand tot de bestemmingsgrens van de bestemmingen ‘Verkeer-Verblijf’ en ‘Verkeer-Wegverkeer’ ten minste 2 m dient te bedragen.
In afwijking van het bepaalde in lid 8.1 geldt voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dat er uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd welke zijn bedoeld in artikel 43 van de Woningwet.
8.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 8.2 sub a ten behoeve van het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van de bestemming ‘Wonen’ dan wel de bestemming ‘Gemengd’, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
het straat- en bebouwingsbeeld;
de bouwvorm van karakteristieke panden;
de beleving van groen en water;
de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
de parkeerruimte op eigen erf;
de sociale veiligheid.
Voor het overige zijn de regels van artikel 13 dan wel artikel 4 van overeenkomstige toepassing.