7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voorzieningen ten behoeve van zaal- en veldsporten,
met dien verstande dat:
bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”,
en ter plaatse van de aanduiding:
“zwembaden” tevens voor zwembaden,
met daaraan ondergeschikt:
fiets- en wandelpaden;
groenvoorzieningen en water;
openbare nutsvoorzieningen;
parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak, met uitzondering van gebouwen met een oppervlakte van ten hoogste 50 m²;
de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste de in een bouwvlak aangegeven goot- en bouwhoogte, met dien verstande dat de bouwhoogte van buiten een bouwvlak gelegen gebouwen ten hoogste 4,5 meter bedraagt;
bedrijfswoningen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”, met dien verstande dat per sportvoorziening niet meer dan 1 bedrijfswoning mag worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 43 van de Woningwet.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van terreinafscheidingen ten hoogste 2 meter bedraagt en voor het overige ten hoogste 6 meter, met dien verstande dat van bouwwerken ten behoeve van lichtmasten en ballenvangers de bouwhoogte ten hoogste 16 meter bedraagt.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
het straat- en bebouwingsbeeld;
de beleving van groen en water;
de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
parkeerruimte op eigen erf;
de sociale veiligheid,
nadere eisen stellen aan:
de plaats van gebouwen indien wordt gebouwd buiten het bouwvlak;
de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.