6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening,
met daaraan ondergeschikt:
verkeer en verblijf;
groenvoorzieningen en water;
openbare nutsvoorzieningen;
parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
met uitzondering van gebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50 m2 per bestemmingsvlak dienen gebouwen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste de in een bouwvlak aangegeven goot- en bouwhoogte, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte, indien deze hoger zijn;
de dakhelling bedraagt ten minste het in een bouwvlak aangegeven aantal graden.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 43 van de Woningwet.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 6 meter bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van perceel- en erfafscheidingen voor de voorgevellijn ten hoogste 1 m en daar achter ten hoogste 2 meter bedraagt.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
het straat- en bebouwingsbeeld;
de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm van karakteristieke panden;
de beleving van groen en water;
de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
parkeerruimte op eigen erf;
de sociale veiligheid.
nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.