3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen;
-
dienstverlening;
-
maatschappelijke voorzieningen;
-
bedrijven in categorie 1 van de bij deze regels behorende bijlage 1 Staat van bedrijven,
met daaraan ondergeschikt:
-
verkeer en verblijf;
-
groenvoorzieningen en water;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen.
Onder het wonen is het aan-huis-verbonden beroep uitsluitend begrepen voor zover:
-
de uitoefening plaatsvindt in het hoofdgebouw of aan- en uitbouwen;
-
de vloeroppervlakte ten hoogste 20% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen betreft met een maximum van 50 m2;
-
dit niet leidt tot een verhoging van de parkeerdruk of tot extra autoverkeer in een mate waarin het woonklimaat onevenredig wordt aangetast.
Detailhandel kan uitsluitend deel uitmaken van een aan-huis-verbonden beroep voor zover dit een geïntegreerd en ondergeschikt deel is van de beroepsuitoefening.
In de bestemming zijn risicovolle inrichtingen en inrichtingen bedoeld in artikel 40 in combinatie met artikel 1 van de Wet geluidhinder niet begrepen.
3.2 Bouwregels
- Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van wonen, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en bedrijven gelden de volgende regels:
1. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
2. het aantal wooneenheden bedraagt ten hoogste het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”;
3. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de bestaande bouwhoogte.
- Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 43 van de Woningwet.
- Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 43 van de Woningwet.
3.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de beleving van groen en water;
-
de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
-
parkeerruimte op eigen erf;
-
de sociale veiligheid,
ontheffing verlenen van:
-
het bepaalde in lid 3.1 en toestaan dat in combinatie met de woonfunctie de gronden worden gebruikt ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en bedrijven die zijn genoemd onder milieucategorie 1 in de bij deze regels behorende bijlage 1 Staat van Bedrijven, tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de gezamenlijk oppervlakte van hoofdgebouw en aan- en uitbouwen, met een maximum van 100 m2;
-
het bepaalde in lid 3.1 en toestaan dat gronden en gebouwen worden gebruikt ten behoeve van detailhandel;
-
het bepaalde in artikel 3.1 ten behoeve van een verruiming van de maximale oppervlakte die mag worden benut voor een aan-huis-verbonden beroep, tot ten hoogste 100 m2, uitsluitend voor bouwpercelen die door hun aard (hoekkavel of kavel met vrijstaande woning) meer ruimte geven voor bebouwing.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de beleving van groen en water;
-
de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
-
de parkeerruimte op eigen erf;
-
de sociale veiligheid;
de bestemming ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 1” wijzigen in de bestemming ‘Wonen’ met dien verstande dat:
-
het aantal wooneenheden ten hoogste het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding “maximaal aantal wooneenheden” mag bedragen;
-
de wijzigingsbevoegdheid slechts wordt toegepast indien uit akoestisch onderzoek is gebleken dat de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer minder dan 48 dB bedraagt, dan wel een hogere waarde in overeenstemming met een door het college van Burgemeester en Wethouders verleende ontheffing, indien de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer meer dan 48 dB bedraagt;
-
vóór toepassing van de wijzigingsbevoegdheid overleg is gepleegd met de waterbeherende instantie over de noodzakelijke waterberging en situering daarvan;
-
vóór toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is nagegaan of er sprake is van een archeologische verwachtingswaarde en voor zover deze aanwezig is op kosten van de aanvrager is zorg gedragen voor een archeologisch onderzoek;
-
vóór toepassing van de wijzigingsbevoegdheid ecologisch onderzoek is gedaan met het oog op de Flora- en faunawet en eventuele noodzakelijke ontheffingen in het kader van de wet zijn verleend;
-
de wijzigingsbevoegdheid slechts wordt toegepast indien uit onderzoek is gebleken dat rekening is gehouden met het bepaalde met betrekking tot luchtkwaliteit in de Wet milieubeheer;
-
voor het overige de regels van artikel 7 van overeenkomstige toepassing zijn.