Artikel 33 Algemene wijzigingsregels

 

Burgemeester en wethouders zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de bestemmingen Groen en Verkeer I te wijzigen in een bestemming "Tuin", "Tuin 1" "Tuin 2", "Wonen", "Wonen 1", " Wonen 2" of in een combinatie van die bestemmingen, waarbij de volgende regels in acht worden genomen:

a. de wijzigingsbevoegdheid is alleen van toepassing op gronden met de bestemming "Groen" of "Verkeer" die in kader van onderhoud en beheer zijn of worden afgestoten;

b. de gronden waarvan de bestemming wordt gewijzigd, moeten aansluiten op gronden die reeds die bestemming hebben;

c. indien aan de voorzijde van de woning geen tuinbestemming aanwezig is, wordt de bestemming van de gronden gewijzigd in een voor die woning passende tuinbestemming;

d. de wijzigingsbevoegdheid heeft geen betrekking op het vestigen of uitbreiden van bouwvlakken.