Planregels

 

wijzigingsplan

Zwaanshoek 4e wijziging

 

 

vastgesteld augustus 2016

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

 

ARTIKEL 1 Begrippen

 

plan: (digitaal)

het wijzigingsplan 'Zwaanshoek 4e wijziging' van de gemeente Haarlemmermeer.

 

wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand ('NL.IMRO.0394.WPGzwh4ewijziging-C001') met de bijbehorende regels

 

bestemmingsplan Zwaanshoek:

het door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 4 juli 2013 vastgestelde bestemmingsplan Zwaanshoek

 

Voor de overige begrippen is artikel 1 van het bestemmingsplan Zwaanshoek van toepassing.

 

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

 

 

 

 

ARTIKEL 2 Tuin

 

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. tuinen

 

met daarbij behorend(e):

  1. terreinverhardingen;

  2. bouwwerken.

 

2.2 Bouwregels

 

2.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. toegestaan zijn erkers;

  2. de diepte van erkers mag niet meer zijn dan 1,20 meter, met dien verstande dat de afstand tussen de erker en de bouwperceelsgrens niet minder dan 1 meter is;

  3. de breedte van erkers mag niet meer dan 65% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw;

  4. de bouwhoogte van erkers mag niet meer zijn dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 4 meter.

 

2.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan voor zover de artikelen 2 en 3 van de in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage, genoemde situaties dit toelaten;

  2. carports zijn niet toegestaan.

 

2.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud;

  2. het gebruik van gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen.

 

 

 

ARTIKEL 3 Wonen

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. aan huis verbonden beroepsuitoefening

 

met (de) daarbij behorende:

  1. tuinen en erven;

  2. parkeren.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. hoofdgebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;

  2. per bouwperceel is één woning toegestaan;

  3. ter plaatse van de aanduiding maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) zijn de aangegeven maximum goothoogte en maximum bouwhoogte toegestaan;

  4. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;

  5. in het bebouwingsgebied zijn uitsluitend toegestaan bijbehorende bouwwerken, voor zover de artikelen 2 en 3 van de in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage, genoemde situaties dit toelaten;

  6. in afwijking van het bepaalde in lid 2.1 sub e. geldt, dat de maximum oppervlakte in het geval van een bebouwingsgebied groter dan 300 m², in totaal 250 m² is toegestaan;

  7. in afwijking van het bepaalde in lid 2 sub e. mag de oppervlakte van gebouwen gelijk zijn aan de oppervlakte van bestaande gebouwen met inachtneming van de bestaande lengte, breedte, goot- en bouwhoogte per gebouw.

 

3.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan voor zover de artikelen 2 en 3 van de in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage genoemde situaties, dit toelaten;

  2. in afwijking van het bepaalde in lid 2.2 sub a. mogen erfafscheidingen in het achtererfgebied op de perceelsgrens worden gebouwd.

 

3.2.3 Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. ondergrondse gebouwen zijn alleen daar toegestaan daar waar ook bovengronds gebouwd is of mag worden;

  2. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken mag maximaal 3,5 meter onder peil zijn.

 

3.3 Afwijken van de bouwregels

 

3.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2.1 sub e. en toestaan dat de goothoogte respectievelijk bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken wordt vergroot, met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag zijn dan 6 meter wanneer een platte dakafdekking wordt toegepast;

  2. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag zijn dan 7 meter wanneer een kap wordt toegepast.

 

3.3.2 Voor de in lid 3.1 genoemde afwijkingen kan slechts vergunning worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a. het stedenbouwkundige beeld, gelet op onder meer de onderlinge samenhang tussen de verschijningsvorm en situering van een bijbehorend bouwwerk enerzijds en die van het hoofdgebouw anderzijds;

b. de woonsituatie;

c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

3.4 Specifieke gebruiksregels

 

3.4.1 Het gebruik van een woning en/of bijbehorende bouwwerken ten dienste van aan huis verbonden beroepsuitoefening is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 50 m².

 

3.4.2 Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:

  1. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft vrijstaande bijbehorende bouwwerken;

  2. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang, tenzij een afwijkend gebruik is toegestaan.

  3. het bij aan huis verbonden beroepsuitoefening ontplooien van bedrijfsmatige activiteiten die vallen in een hogere categorie dan categorie 1 uit de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten of die vergunnings- of meldingsplichtig zijn op basis van de Wet milieubeheer;

  4. het ten behoeve van beroepsuitoefening aan huis hebben van bedrijfsmatige opslag in de open lucht;

  5. het gebruiken van het hoofdgebouw en/of bijbehorende bouwwerken ten behoeve van detailhandel.

 

 

 

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

 

 

 

ARTIKEL 5 Van toepassing verklaring

 

Op dit wijzigingsplan zijn de artikelen 2, 24, 25, 26, 27, 41 en 42 van het bestemmingsplan 'Zwaanshoek' van toepassing.

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGEL

 

 

 

ARTIKEL 6 Slotregel

 

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

regels van het wijzigingsplan 'Zwaanshoek 4e wijziging' van de gemeente Haarlemmermeer.